La méthode Coué. Of: Een tragedie in oeverloos veel zinloze actes

La méthode Coué is officieel een zelf vervullende voorspelling die haar naam te danken heeft aan het werk van psycholoog en apotheker Emile Coué de la Châtaigneraie (1857-1926). De methode is gebaseerd op suggestie en zelfhypnose. Als je maar hard genoeg wilt geloven dat iets goed voor je is dan ga je dat soms ook écht geloven. In het dagelijkse taalgebruik betekent het zoiets als tegen beter weten in tegen de klippen op volhouden. In de politiek valt het onder de categorie houdgreep. DIT is GOED voor jullie, en jullie snappen dat niet.

Als het gaat om de invoering van het Lerarenregister verdedigen de officiële vertegenwoordigers van de Algemene Onderwijsbond (Aob) hun methode Coué, net zoals de officiële vertegenwoordigers van de Onderwijscommissie hun methode Coué verdedigen, maar de leden, de mensen voor wie ze zouden moeten staan, die ze vertegenwoordigen, die zijn tegen of zwijgen luidruchtig. Al dan niet gekneveld. Ik heb sinds een paar dagen veel prima mensen gesproken die niet meer mee mogen praten, die niet meer welkom zijn, die geen antwoord meer krijgen, die verketterd zijn. Prima mensen, slimme mensen, gebroken mensen, vermoeide mensen, mensen met vierkante ogen die inmiddels alweer zien dat er even een discussie de kop ingedrukt gaat worden. Het zoveelste rondje. Het heeft geen zin. Ze luisteren niet. De belangen zijn te groot. Ze keren niet liever ten halve gedraaid… Die mensen vinden nu elkaar en de geest is uit de fles. Mooi om te zien.

In de statuten van de Onderwijscoöperatie staat: «De coöperatie hanteert als kernwaarde dat haar activiteiten steeds door en met grote betrokkenheid van leraren worden verricht.» https://www.onderwijscooperatie.nl/wp-content/uploads/sites/2/2017/08/Statuten-OC-2017.pdf8080*)

Vorige week schreef ik: https://beroepseer.nl/blogs/het-lerarenregister-is-sander-dekker-s-eerste-en-laatste-succes-een-roofoverval-op-klaarlichte-dag/

Het laat zien dat het noodzakelijke draagvlak voor het Lerarenregister niet bestaat en niet is gezocht. De reacties die ik heb ontvangen bevestigen dat beeld. Er is beslist géén steun van de Algemene Onderwijsbond-leden terwijl daar wel altijd mee geschermd wordt. Aob-leden zijn niet om hun mening gevraagd en, getuige de hoeveelheid excuses die ik privé ontving, voelen zich diep verraden. Geen enkel Aob-lid hoeft zich te schamen over fictieve steun die uit zijn naam geclaimd wordt.

In de notulen van de Tweede Kamer vond ik een onderbelichte klucht gebaseerd op de vragen die aan de orde kwamen op de Dag van de Leraar 2016.
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2016D37669&did=2016D37669

TITEL:

Wat moet een dood paard met een ouwe stok?

AUTEURS EN ACTEURS

De vaste Kamercommissie Onderwijs

De heer Van Meenen (D66): (Komt bij hoge uitzondering op van Links)
Waarom moet er zo veel onzin in dit wetsvoorstel staan? (…) Mijn vraag is, en ik vraag het maar één keer: zou het niet een wijs idee zijn om, inderdaad in lijn met wat de Commissie Dijsselbloem aanbeveelt, eens na te gaan of er draagvlak is voor dit (…) Lerarenregister?

De heer Grashoff (GroenLinks):
«Ook wordt er een opening voor het tuchtrecht gelaten. Dat gebeurt volgens mijn fractie terecht. Een uiteindelijk volwaardig register vraagt daarom; kijk naar de advocatuur en de medische sector.»

De heer Rog (CDA)
«Er is sprake van een uitzonderlijke situatie. De werkgeversorganisaties zijn tegen de wet en de vakbonden zijn laaiend enthousiast. Je vraagt je onwillekeurig af wat hier aan de hand is.»

Mevrouw Straus (VVD):
De leraar is niet altijd de professional die wij graag willen zien. Professionals, zoals advocaten en artsen, kenmerken zich immers door een sterke beroepsgroep (…) Natuurlijk is er niet niets gebeurd in de afgelopen jaren, maar tot nu toe is er bij de professionalisering van docenten telkens voor gekozen om die verandering van onderaf te laten komen. Naar onze mening heeft dit echter te weinig opgeleverd.

De heer Jasper van Dijk (SP):
De Raad van State heeft forse kritiek: alle randvoorwaarden ontbreken. De regering gaat daar niet echt op in. Wij kennen dat stramien van eerdere wetsvoorstellen zoals het leenstelsel. Of de wet nu goed is of niet, hij moet door de Kamer! Ik vind het wel belangrijk dat wij hier nog eens goed ingaan op die kritiek van de Raad van State. De Raad stelt ten eerste dat de wet prematuur is.

De heer Beertema (PVV):
Het is een vreemde beroepsgroep. Advocaten en gezondheidswerkers hebben geen enkel probleem om zich te laten registreren, juist omdat het bescherming, status en vooral zeggenschap en professionele ruimte geeft aan die beroepen. Daar ken je dit soort discussies niet (….) Als daar een klein beetje drang en dwang aan te pas moeten komen, zij dat zo.

Mevrouw Ypma (PvdA):
Ik denk dat er wel degelijk draagvlak is voor dit lerarenregister. De SP en de Partij van de Arbeid nemen de vakbonden serieus, dacht ik. Die vakbonden zijn hier enorm voorstander van. Wie zijn wij dan om in Den Haag te zeggen: deze wet willen we niet? Ik zou dat echt bizar vinden. Ik ben hier dus een voorstander van en ik denk dat er wel degelijk draagvlak voor is onder docenten.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Excuus. Mevrouw Ypma zegt onomwonden: de meeste docenten steunen dit voorstel. Daarvoor heeft zij 0,0 bewijs. Zij zou dat simpel kunnen oplossen door te zeggen: dat gaan we onderzoeken, en dan komen we terug.

Mevrouw Ypma (PvdA):
Nee, dat gaan we niet onderzoeken als het aan mij ligt. Want de heer Van Dijk kan ook het tegenovergestelde niet bewijzen. Ik denk dat hij gewoon ongelijk heeft.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Collega’s, het is mij een genoegen om u nog even van de lunch af te houden. Schroom niet om te interrumperen. Dat maakt de zaak alleen maar levendiger.

Wat moet je in Nederland doen om onderwijs te mogen geven? Eigenlijk is het heel simpel. Het staat in artikel 23: je moet voldoen aan de eisen van bekwaamheid en aan de eisen van zedelijkheid; dat laatste betekent dat je je gewoon netjes moet gedragen. Zo regelen we dat, al bijna 170 jaar. Vandaag bespreken we, voor zover ik weet, voor het eerst een voorstel dat het recht om onderwijs te geven, wil inperken, namelijk door een lerarenregister. Dat verdient dus een bijzonder kritische houding van het Parlement. Veel leraren vragen zich af wat het nut of de toegevoegde waarde van een lerarenregister is. Ik slaag er bij al die werkbezoeken in ieder geval niet in om veel docenten aan te treffen die mij juichend om de arm vallen en smeken om alsjeblieft het lerarenregister te omarmen en zo snel mogelijk in te voeren. Dat ligt uiteraard aan de selectie van de contacten, maar het is niet anders. Ik ontmoet wel docenten die beducht zijn voor extra hindernissen en extra rompslomp. De wetgever moet daarom toetsen of dit voorstel noodzakelijk en adequaat is om de bekwaamheid en de professionaliteit van leraren te waarborgen (…) Ik wil eerst inzoomen op het draagvlak. Ondanks alle verleidelijke reclame en drang van de Lerarenbeurs heeft na al die jaren — mevrouw Ypma merkte terecht op dat het proces al ongeveer twintig jaar loopt — op dit moment ongeveer 80% van de leraren zich nog niet geregistreerd. Dat moet toch een schok zijn? Dat moet toch iets aangeven?

Dat constaterende, zijn er naar mijn smaak twee mogelijkheden. De eerste optie is dat je de conclusie trekt dat er geen behoefte aan is en dat we er dus mee stoppen, omdat er geen draagvlak is (….) Dat is de ene mogelijkheid. De tweede mogelijkheid is dat we van drang en aandrang overgaan naar dwang. Ik constateer dat de regering met het voorliggende voorstel kiest voor de tweede optie en overgaat tot dwang. De regering zegt dat dat goed is voor de leraren en hun beroepstrots. Dat hebben de leraren zelf nog niet ontdekt, maar de regering vindt dit goed voor de beroepstrots van leraren, omdat zij hun trots kunnen ontlenen aan dat register. Ik vraag mij af of die redenering niet een beetje vreemd aandoet als we zien hoe weinig leraren hier warm voor lopen. Moeten we dan beleidsmatig en bestuurlijk niet gewoon echt serieus afwegen of dit echt de goede manier is? Na twintig jaar gaat het om 20% van de leraren. Als het in dat tempo doorgaat, met een toename van het aantal inschrijvingen met 1% per jaar, zijn we er over 80 jaar, maar hebben we dan de goede lijn te pakken?

De heer Jasper van Dijk (SP):
Die vraag naar het draagvlak wordt eigenlijk steeds interessanter. Mevrouw Ypma is er op basis van door haar gevoerde gesprekken van overtuigd dat er een breed draagvlak voor dit voorstel is. De heer Bisschop beweert het tegenovergestelde: er is geen draagvlak, want het register is nooit uit eigen wil goed op gang gekomen. Is het dan niet nog logischer om te zeggen dat we dit goed moeten onderzoeken? Als je het daar niet mee eens bent, ben je dan eigenlijk niet een beetje bang om de werkelijke uitslag van dat onderzoek te horen?

De heer Bisschop (SGP):
Ik weet niet hoe collega’s draagvlak vaststellen, maar voor mij is het percentage docenten dat zich op basis van vrijwilligheid in het Lerarenregister heeft ingeschreven, een heel belangrijke indicatie. Ik realiseer me ook dat er een plicht was om ingeschreven te staan om van bepaalde financiële regelingen gebruik te kunnen maken. Dan zet ik serieus vraagtekens bij het draagvlak voor zo’n register in deze sector. Een draagvlakonderzoek kan nooit kwaad. Ongetwijfeld zijn er deskundigen die middelen kennen om daar vorm en inhoud aan te geven. Mocht de heer Van Dijk met een motie komen om daar tijd en geld voor vrij te maken, dan zal ik mijn fractie daarover positief adviseren, mits die motie in heuse bewoordingen is gesteld en niet al te rabiate taal bevat.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Mag ik concluderen dat ik zeer verheugd ben over deze reactie van de heer Bisschop? Hij kan ervan uitgaan dat die motie in zeer heuse bewoordingen zal zijn opgesteld.

De heer Bisschop (SGP):
Daar werk ik graag aan mee.

De heer Grashoff (GroenLinks):
De stelling van de heer Bisschop over het draagvlak verbaast mij wat. Er liggen hier brieven van de Onderwijscoöperatie. Daar zijn niet alleen vakbonden bij aangesloten, ook de lerarenorganisaties nemen daaraan actief deel. Dat zijn de georganiseerde leraren, niet alleen langs de band van de vakbond, maar ook van de beroepsorganisaties. Het is een koepel die wij met elkaar wilden en die nu expliciet zegt: dit is een goed voorstel. Zou de Kamer dan niet in eerste instantie moeten zeggen: wij nemen aan dat hiervoor voldoende draagvlak is, want anders zouden wij mogen verwachten dat deze brede organisatie niet met dit voorstel zou komen of niet van harte zou instemmen met deze wet, wat toch expliciet in onze richting is aangegeven?

De heer Bisschop (SGP):
Het risico is groot — ik noemde dit al — dat het register door leraren eerder ervaren wordt als een stok waarmee ze geslagen worden dan als een stok waarop ze vanwege hun al dan niet veronderstelde gebrekkige ontwikkeling kunnen steunen. Ik wijs op de forse kritiek van de Raad van State op het voorliggende voorstel(…) Ik vind het overigens aanmatigend om te blijven roepen dat het register zo zinvol is terwijl je simpelweg kunt constateren, (…) dat op basis van vrijwilligheid vier vijfde van de beroepsgroep, dus 80%, daaraan op dit moment geen behoefte blijkt te hebben. Dan moet je vraagtekens durven plaatsen bij het draagvlak. Die twintig jaar, of hoe lang we daar anders mee bezig zijn geweest, vind ik geen argument. In dat geval hebben we al die twintig jaar blijkbaar niet de goede dingen gedaan. In die afgelopen twintig jaar hebben we dan blijkbaar niet kunnen voorkomen dat de Raad van State in zijn advies zeer kritische noten zou gaan kraken over wat er nog nodig zou zijn. Als we dat hadden gedaan, hadden we hier nu anders gestaan en hadden we waarschijnlijk unaniem in de Kamer gezegd: er is draagvlak voor het lerarenregister en het is een logische afsluiting van een heel traject. Als je twintig jaar aan een dood paard trekt, wordt het daar niet levend door.


APPLAUS

en Einde van de Eerste Termijn van de kant van de Kamer

Den Haag

6 oktober 2016 in de Plenaire zaal van de Tweede Kamer

Maar goed, toen was het dus door de Tweede Kamer en moest het nog door de Eerste.

Overtuigd van eigen gelijk heeft de Onderwijscoöperatie een Witboek gestuurd aan de Eerste Kamer op 28 november 2016. Het was een soort knipselmap met krantenartikelen, blogs, steunbrieven van, of ondertekend door 33 burgers. https://www.fvov.nl/wp-content/uploads/2017/02/W-20170214-Witboek-Leraar-aan-zet.pdf

  • Van de 33 burgers zijn er 22 Docent van het Jaar of daarvoor genomineerd. Zij zijn dat geworden door de Onderwijscoöperatie. https://onderwijscooperatie.nl/verkiezing-leraar-jaar-winnaars-vanaf-2013/ **)
  • 1 is OC en Docent van het Jaar.
  • 2 zitten hoog in de AOb.
  • 10 zijn er van de Onderwijscoöperatie.
  • 0 zijn gewoon docent.

Als je het Witboek leest dan lees je nergens dat het bijna allemaal schrijvers zijn verbonden aan de Onderwijscoöperatie. Het lijken onafhankelijke docenten die de Eerste Kamer vragen om voor het Lerarenregister te stemmen.

Als je vervolgens de Eerste Kamerstukken leest https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/34458_invoering_van_het dan valt op dat de fracties hun steun aan deze wet geven op voorwaarde dat er draagvlak voor gevonden wordt. Dat draagvlak is er aantoonbaar niet. Toch is de wet op 1 augustus 2017 in werking getreden.

Marja van Bijsterveldt had destijds de totstandbrenging van het Lerarenregister als voorwaarde gesteld voor de oprichting van de Onderwijscoöperatie. Geen Register, geen Onderwijscoöperatie. Alle docenten van Nederland worden op de kast gejaagd om te voorkomen dat de Onderwijscoöperatie haar bestaansrecht verliest… De VVD wil, al vanaf het begin, vooral de stok om mee te slaan:

Ton Elias (VVD):

Leraren leveren een fundamentele bijdrage aan het ontplooien van het talent van leerlingen. Ik vind dat we aan deze sleutelfiguur in het onderwijs hoge eisen mogen stellen. Zoals dat zij of hij op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen. Dat de leraar wordt getest op deze kennis en dat in een lerarenregister wordt bijgehouden of hij nog aan stevige kwaliteitseisen voldoet. Ik wil dat leraren zich eerder moeten inschrijven in het lerarenregister zodat incapabele leraren zo snel mogelijk op non-actief worden gesteld. Is dat hard? Nee, dat is logisch en wel zo eerlijk.

https://www.beteronderwijsnederland.nl/blogs/2013/12/uitspraken-politici/

Staatssecretaris Dekker (VVD):
Voor het bijhouden van onbevoegde leraren gaan we toe naar dat systeem van het register. Het mooie van zo’n register is dat je er alleen maar in komt als je ook echt je papieren hebt, als je bevoegd bent. Vervolgens mag je er ook alleen maar in blijven als je blijft werken aan je bekwaamheid, als je je vakkennis bijhoudt, zoals we dat ook van advocaten, architecten en medici vragen. Er was in de eerste termijn van de Kamer een aardig interruptiedebatje over de vraag wat er gebeurt als een leraar niet meer geregistreerd is, als hij uit het register geknikkerd wordt. Dan mag hij in mijn ogen dus ook niet meer voor de klas staan. Ik ga niet over de betekenis daarvan voor zijn werkrelatie. Ik ben zijn werkgever niet. Ik kan me echter voorstellen dat een school op zo’n moment zegt: als jij er niet voor zorgt dat je gewoon les mag geven, dan heb je een probleem en vlieg je eruit.

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-18-7.html
31 oktober 2013

 mag ik daar meteen op inhaken volkskrant 15juli2017 kl

15-7-2017 Volkskrant

Klopt Sander Dekker, dat is gewoon onmogelijk. De VVD heeft een klein probleempje. De docenten willen niet geloven dat dit register goed voor ze is. De méthode Coué werkt niet bij ons, in het dagelijkse taalgebruik betekent het “tegen beter weten in tegen de klippen op volhouden”. In de politiek valt het onder de categorie houdgreep. DIT is GOED voor jullie. Maar het gaat niet gebeuren. Er is geen draagvlak, de Raad van State had gelijk, de Tweede Kamer had gelijk, de Eerste Kamer had gelijk en u hebt het voordeel van de twijfel niet waargemaakt. Hou daar nu maar mee op. Het is mooi geweest. Er is genoeg belastinggeld weggesmeten.

Onze Coué heet Ratelband. Met blote voeten door brandende kooltjes vermengd met glas lopen is goed voor ons? Loop zelf eerst maar even door die kooltjes, daarna praten we verder… Samenwerking moet van twee kanten komen? Wil je wel stilstaan als ik je probeer te slaan?

*) Deze link is niet meer actief.

**) Deze link is niet meer actief.

 

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer