Skip to main content

Joseph Kessels over het onderwijs van morgen

Joseph Kessels vertelt in een interview hoe hij het onderwijs van morgen ziet. Hij is een groot voorstander van meer aandacht voor het individuele talent. Maar de dagelijkse praktijk op de scholen ziet er anders uit. Daar ligt de nadruk op hoog scoren bij het maken van de Cito-toets en andere gestandaardiseerde toetsen.
Kessels is onderwijskundige, hoogleraar Human Resource Development aan de Universiteit van Twente en hoogleraar aan de Open Universiteit waar hij werkzaam is voor LOOK – het wetenschappelijk centrum voor lerarenonderzoek. Kessels is een van de oprichters van Kessels & Smit, The Learning Company en werd bekend vanwege zijn theorie over het ontwerpen van leerprocessen.

Kessels: “Het Centraal Planbureau heeft begin van dit jaar kritiek geuit op de gang van zaken in het onderwijs: er is een hoop geld geïnvesteerd dat niet direct tot kwalitatieve verbetering heeft geleid. De druk die daardoor ontstaat op kwaliteitsverbetering wordt door bestuurders tamelijk eenzijdig vertaald in de nadruk op taal- en rekenscores. Dat lijkt op het No Child Left Behind programma van oud-president Bush in Amerika, waarin via zogenaamde Adequate Yearly Progress-scores scholen elk jaar gedwongen worden om beter te scoren. De zwakke scholen worden met zo’n aanpak echter niet sterker, terwijl het aantal leraren dat gedemotiveerd raakt toeneemt, en het vak zijn aantrekkelijkheid verliest.

In het Finse systeem gaat het heel anders: daar is nauwelijks sprake van gestandaardiseerde toetsen, toezicht van de inspectie en brengen kinderen het minste aantal klokuren door op school vergeleken met de rest van Europa. Toch worden de Finse scholen elke keer geprezen om hun uitzonderlijk hoge scores. Finse leraren zijn niet bezig om voortdurend die scores omhoog te drukken, maar juist om in onderling overleg en collegiale samenwerking lastige vraagstukken in het onderwijs aan te pakken. Hoe pak je de belangstelling van kinderen, en hoe werk je aan de persoonlijke aandacht op die punten waar het nodig is? Het gaat om werken aan vakmanschap, en dat doe je met elkaar. De instrumenten van druk uitoefenen, dwang, afknijpen en straffen zoals in het programma van Bush werken averechts op de motivatie van leraren. De professionele ruimte wordt kleiner, en uiteindelijk zie je dan ook dat veel leraren van een jaar of vijfenveertig opgeven en niet meer aan hun ontwikkeling werken.”

Kessels haakt aan bij de leerlingen van de toekomst die andere verwachtingen hebben van een school dan we nu waarmaken: “De school moet een plek zijn waar je als leerling nodig bent, waar je welkom bent, waar je aan betekenisvolle dingen werkt, waar je je kunt ontwikkelen. Een plek die spannend is.
Ik zou het leuk vinden als de school van de toekomst meer kenmerken krijgt zoals de kenmerken van Social Media: een grote mate van autonomie en anarchie die gericht is op een levendige uitwisseling van informatie. Maar waar je tegelijkertijd moeite doet om aantrekkelijk voor elkaar te zijn. Waar ligt bijvoorbeeld het talent en de interesse van een kind? Ik denk dat we daar als samenleving meer mee opschieten dan wanneer iedereen aan het einde van het jaar hetzelfde boekje heeft geleerd en voor dezelfde gestandaardiseerde toets kan slagen. En dan zeggen we natuurlijk dat die te gemakkelijk is.”

Lees het hele interview Het onderwijs van morgen volgens Joseph Kessels op de site van Werken aan onderwijs (23 november 2013): www.werkenaanonderwijs.nl (Website is opgeheven)