Ministerie van Sociale Zaken viert honderdjarig bestaan
Op 25 september 2018 is het honderd jaar geleden dat het Ministerie van Arbeid van start ging, de voorloper van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Ter gelegenheid daarvan is een speciale website ingericht over 100 jaar SZW – 100 jaar Goed werk, in de vorm van een tijdlijn waarin het verhaal vertelt wordt – met een keur aan historische foto’s en video’s – van SZW en het SZW-domein vanaf de aanloopperiode naar het heden en een blik op de toekomst.
Het begin
Het verhaal begint met de eerste minister van Arbeid, de sociaal bevlogen rooms-katholiek Piet Aalberse (RKSP/KVP). Hij houdt een dagboek bij dat zich laat lezen als een regeerakkoord.
Aalberse gaat voortvarend aan de slag. In 1919 treedt de aangepaste Arbeidswet al in werking. Daarmee zijn de 8-urige werkdag en de 45-urige werkweek een feit. Voor het eerst komen er ook voor mannen regels om het aantal werkuren aan een maximum te binden. En opnieuw worden de regels voor werk door vrouwen en kinderen strikter.
Ook installeert Aalberse in 1920 het eerste advies- en overlegorgaan van werknemers, werkgevers en overheid: de Hoge Raad van Arbeid. Hij wordt zelf voorzitter van deze voorloper van de Sociaal-Economische Raad (SER).
Crisistijd
De crisis van de jaren dertig komt hard aan in Nederland. Als klein land tussen economische grootmachten is het moeilijk geld verdienen. Om de kredietwaardigheid op peil te houden, houdt Nederland krampachtig vast aan een sluitende begroting en de gouden standaard voor de gulden. Hierdoor wordt Nederland – vergeleken met de ons omringende landen – in tal van opzichten duur. Het overheidsbeleid blijft de economie afremmen en het aantal werklozen stijgt: van 100.000 in 1931 tot 480.000 in 1936.
De regering is principieel tegen staatsingrijpen: de crisis moet maar uitzieken. Uiteindelijk ontkomt de regering niet aan hulpverlening voor noodlijdende mensen en bedrijfstakken, maar het is te weinig en te laat. Het beleid heeft overigens brede steun onder de kiezers. Zij zien minister-president Hendrik Colijn als de sterke man die ons land van de ondergang kan redden.
Op 8 juni 1933 wordt professor Jan Rudolph Slotemaker de Bruïne (CHU) opnieuw minister van Sociale Zaken, zoals het departement vanaf dat moment heet. Hij krijgt in zijn portefeuille werkverschaffing en de steunregelingen.
De toekomst
Wat de toekomst betreft staan we volgens de SER aan de vooravond van de vierde industriële revolutie waarin technologische ontwikkelingen zoals robotisering en digitalisering ervoor zorgen dat productie en werk er over vijftig jaar compleet anders uitzien dan nu het geval is.
Hoe ziet de arbeidsmarkt er in 2068 uit en welk stelsel van sociale zekerheid past daarbij? Zal het ministerie van SZW dan nog bestaan?
Indeling van de site:
- Het ministerie van Arbeid en wat er aan vooraf ging 1889 – 1919
- De eerste jaren van het ministerie van Arbeid 1919 – 1929
- De crisisjaren 1930 – 1940
- SZW in oorlogstijd 1940 – 1945
- De wederopbouw 1946 – 1967
- Grenzen aan sociale zekerheid 1967 – 1982
- Van crisis naar optimisme 1982 – 2002
- Langer doorwerken en andere taboes 2002 – 2018
- 2018: Van nu naar later
Honderd jaar SZW: https://magazinesintern.rijksoverheid.nl/szw/honderdjaarszw/2018/01/voorwoord (Niet meer beschikbaar)
In de Dierentuin te Den Haag heeft een groot aantal bejaarden op een feestvergadering de noodwet Drees uitgeluid. Met applaus werd Dr. W. Drees bij zijn binnenkomst begroet. Links de voorzitter van de Algemene Bond van Ouden van Dagen, de heer W. van Beek (december 1956).