Steeds meer Russisch nepnieuws in Nederland? Niet volgens docent internetjournalistiek Alexander Pleijter
Nepnieuws is dit jaar uitgegroeid tot een ware plaag. Het duikt overal op en lijkt steeds erger te worden. Dinsdag 14 november 2017 opende De Telegraaf met de kreet “Nepnieuwslawine” die ochtend de krant. Op de site luidde de kop: “Nepnieuws gevaar voor Nederland”. Het bericht meldde dat het kabinet de verspreiding van nepnieuws een risico voor de Nederlandse democratie vindt en dat minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken nadrukkelijk wijst naar Moskou als dader.
Het Algemeen Dagblad kwam vervolgens met de kop: “Russen proberen met nepnieuws opinie in Nederland te sturen”. Trouw kopte op internet: “Rusland verspreidt nepnieuws en ‘s avonds deed het NOS Journaal een duit in het zakje. “De Russen hebben Nederland in het vizier. Met nepnieuws proberen ze de democratie te ontregelen”.
Alexander Pleijter, docent internetjournalistiek aan de Universiteit van Leiden en coördinator van de website Nieuwscheckers schrijft in een artikel op de site voor journalistiek Villamedia dat er niet veel klopt van wat er allemaal beweerd wordt. De nepnieuwslawine blijkt niet meer dan een sneeuwvlok: “Het was de combinatie van ‘de Russen’ en ‘nepnieuws’ die werd uitgevent: Russen die in Nederland nepnieuws verspreiden! Alarm! De aanleiding was de brief die minister Ollongren van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer had gestuurd. Maar opvallend genoeg kwam de combinatie ‘nepnieuws’ en ‘de Russen’ helemaal niet voor in de bewuste Kamerbrief. Sterker nog, het woord ‘nepnieuws’ kwam überhaupt niet voor. Wel repte de tekst van ‘valse berichtgeving’.
Tegelijkertijd spelen media en technologiebedrijven een belangrijke rol bij de afweging of er sprake is van bijvoorbeeld valse berichtgeving op sociale media. Het kabinet zal in gesprek gaan met deze partijen over hoe (heimelijke) politieke beïnvloeding kan worden tegengegaan.
Wat werd er dan gezegd over de Russen in de Kamerbrief? Die zouden zitten achter cyberaanvallen en er zouden Russische inlichtingenofficieren actief zijn in Nederland. Verder schreef de minister dat Rusland digitale middelen inzet voor beïnvloeding van besluitvormingsprocessen, beeldvorming en de publieke opinie. Dat dat via ‘nepnieuws’ gebeurt noemde ze niet expliciet in de brief. Wel repte ze van een vervalste website in Rusland die de indruk wekt een officiële Nederlandse overheidssite te zijn en waarop desinformatie over MH17 is te vinden. Maar dat is dus geen Russisch nepnieuws in Nederland”.
Rookgordijn
Pleijter constateert dat de term ‘nepnieuws’ is uitgegroeid tot een hypewoord: “De term wordt te pas en te onpas gebruikt en eigenlijk weet niemand meer wat er precies mee bedoeld wordt. Voor Trump is nepnieuws een synoniem voor nieuwsmedia. Voor complotdenkers is elke fout die journalisten maken een voorbeeld van nepnieuws. En voor Nederlandse nieuwsmedia lijkt elke vorm van foutieve informatie gelijk te staan aan nepnieuws. Zo noemde het NOS Journaal als voorbeeld van nepnieuws een nepgetuige die tijdens een bijeenkomst over MH17 een onjuiste verklaring aflegde.
Strikt genomen is nepnieuws een woord dat slaat op nieuwsberichten die nep zijn, die niet echt zijn. Verzonnen berichten, vermomd als echte nieuwsberichten en bedoeld om mensen doelbewust op het verkeerde been te zetten. Moedwillig verkeerd te informeren. Door nepnieuws ook te gebruiken voor andere zaken, leggen nieuwsmedia een rookgordijn aan. Niemand weet nog waar het eigenlijk precies over gaat”.
Lees het hele artikel van Alexander Pleijter: De nepnieuwslawine zonder nepnieuws, Villamedia, 17 november 2017: www.villamedia.nl
NieuwsCheckers – ‘Leidse studenten journalistiek controleren de feiten’: http://nieuwscheckers.nl