Skip to main content

Impressie van het evenement over vitale lokale samenlevingen: Van kramp naar kracht in Eindhoven

vitale lokale samenlevngen

natlab2Wat kunnen sociale voortrekkers de lokale overheid leren? Ze kwamen het vertellen op 10 juni 2016 op een historische ontmoetingsplaats in Eindhoven, de voormalige researchafdeling van Philips, het Natuurkundig Laboratorum. Het werd door werknemers ‘Natlab’ genoemd en was in de hoogtijdagen – jaren veertig tot medio jaren zeventig – een plek met een individueel werkklimaat waar “de vrijheid bijna tastbaar aanwezig was”, een enorme stimulans voor nieuwe dingen ontdekken en experimenteren.
Voor het evenement over vitale lokale samenlevingen: Van kramp naar kracht hadden zich tegen de tweehonderd mensen ingeschreven. Maatschappelijke pioniers kwamen er hun kennis, expertise en ervaring delen met vertegenwoordigers van de lokale overheid, maatschappelijke organisaties, academici en het bedrijfsleven. Ze deden dat in een kort interview met directeur Thijs Jansen van Stichting Beroepseer op het podium en in zestien masterclasses. Thijs Jansen was ook dagvoorzitter, samen met Maurits Hoenders.

Sociale voortrekkers zijn ondernemende mensen met een sociaal hart die effectief werken aan een vitale lokale samenleving. Daarbij doorbreken zij vaste bestuurlijke denkpatronen en logge systemen. Voorafgaand aan dit evenement zijn in 2015 en 2016 op verschillende plaatsen in Nederland werksessies gehouden over de lokale participatiesamenleving die bestonden uit een interview met de sociale voortrekker, een discussie met publiek en een analyse. De verslagen van die sessies zijn gebundeld in het boek Moraliteit in actie. Wat sociale voortrekkers gemeenten kunnen leren, waarvan de eerste exemplaren werden aangeboden aan de voortrekkers.

Kijken hoe het werkt

Het evenement werd geopend door burgemeester van Eindhoven, Rob van Gijzel. Hij begint zijn verhaal met te vertellen dat in een andere zaal van het Natlab Albert Einstein in 1923 een lezing heeft gehouden waarin hij zei dat “verbeelding belangrijker is dan kennis”. Hij bedoelde daarmee dat je moet nadenken over wat er kan, wat de mogelijkheden zijn, waar de bedreigingen zitten en niet moet blijven vasthouden aan de al beschikbare kennis.
Deze instelling hebben we hard nodig, vindt Van Gijzel. Hij vindt onze verticale samenleving een belemmering voor de ontwikkeling, noodzakelijk voor de herinrichting van onze maatschappij. Die maatschappij moet horizontaal worden: “Als tachtig procent van de mensen straks in steden woont, wat wij in Europa nu al hebben, dan ontstaat er een enorme opdracht voor ons samen. In ieder geval voor de bestuurders. Huisvesting, sanitaire voorzieningen, openbaar vervoer, energie, gezondheidszorg en voeldselvoorzieningen, al deze systemen zijn verouderd en zullen opnieuw moeten worden uitgevonden. In 1851 is de gemeentewet bedacht die uitgaat van medebewind en medebewind betekent gewoon in de praktijk dat de rijksoverheid de regels maakt, de lokale overheid ze uitvoert en de provincie ze controleert”.

 burgemeester van gijzel 3
 Burgemeester Rob van Gijzel

Dat kan dus niet meer volgens Van Gijzel. De rijksoverheid is niet in staat om top-down de samenleving nieuwe vormen te geven voor het toepassen van innovatie en om in contact te zijn met de mensen die interdisciplinair willen samenwerken. De tijd van een monolithische, besluitvormende structuur met een beperkende representatieve democatie is voorbij. Nu is het de tijd voor horizontale verbanden tussen partijen, voor een netwerksamenleving, nieuwe maatschappelijke verhoudingen, zeker op lokaal niveau.
Van Gijzel vertelt hoe hij in zijn stad op een andere manier werkt, met platforms op het gebied van gezondheidszorg en openbaar vervoer waar partijen met elkaar praten: “Er zijn dingen die wij met elkaar moeten doen. Ik zeg altijd: wij verkennen de toekomst, wij verbinden de mensen, en wij maken de stad“. Hij zei ook, en dat sluit helemaal aan bij de op de praktijk gerichte voortrekkers: “Kijken hoe het werkt. Laten we elkaar het goede voorbeeld geven”.

De masterclasses

De zestien masterclasses zijn een korte, intensieve cursus in de werkelijkheid, met veel praktijkvoorbeelden van de ‘meesters’ op hun vakgebied. Een greep: Rob van Pagée en Hedda van Lieshout van de Eigen Kracht Centrale; Barend Rombout van Frontlijn Rotterdam over het programma Moeders van Rotterdam; Loes Leatemia van Gastvrij Oost over inburgering van vluchtelingen; Erna Eenink van de politie Twente over dilemma’s in de wijk; Jan van Opstal van netwerk DAK (Door Aandacht Kracht); Rini Biemans van Stadsgeneeskunde; Ineke Hendriksen van Buurtzorg Nederland; Fred Beekers en Rob Kars van Resto van Harte en Eelco Koot van Trainerskracht. Er was een masterclass over financiering van maatschappelijke initiatieven, over transformatieve storytelling, de Goede Gieren Coöperatie van Pieter Hilhorst over mensen met schulden, sociaal ondernemen is het nieuwe participeren, het technisch vmbo-onderwijs met docent Wim van de Merwe, de samenwerking tussen wijkbewoners en politie, het theater als werkplek en leeromgeving en een spel met blokken om waarden met elkaar te bepalen.

Een maatschappelijke democratie

jornt van zuylen
Jornt van Zuylen van VNG

Wat doe je als ambtenaar als een ontzettend betrokken man vol passie naar je toekomt en zegt: ik ben tuinman en ik wil iets doen met groen in mijn gemeente? Jornt van Zuylen stelt de vraag in zijn toespraak na afloop van de masterclasses. Hij is al twintig jaar van zijn leven ambtenaar, de laatste tien jaar bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Hij zegt dat hij die ambtenaar is tegen wie je als burger aanloopt als je iets wilt ondernemen in je gemeente. Hij vertegenwoordigt ‘die vreselijke systeemwereld’, die logge bureaucratie die gebruik maakt van termen als overheidsparticipatie en burgerparticipatie. Een andere ambtelijke term: faciliteren. Wat is dat, vraagt Van Zuylen? Hoe doe je dat als ambtenaar? Hij zegt bewondering te hebben voor de voortrekkers die met hun plannen bij de gemeente komen: “Je moet wel eigenwijs zijn om nog door te zetten als je tien keer een tik op je neus hebt gekregen”.
Van Zuylen is al sinds 2008 bezig met de relatie burger–overheid, heeft leerkringen van ambtenaren georganiseerd, maar het schiet allemaal niet op, is zijn ervaring. Hij pleit ervoor dat de ambtenaar zich gaat richten op de praktijk. Ambtenaren moeten handvaten krijgen om mee aan de slag te kunnen. Misschien is een soort gilde een idee, waar sociale pioniers aan ambtenaren een soort training geven, een masterclass. Het gaat hier tenslotte om ‘meesters’ die hun kennis, expertise en ervaring kunnen overdragen aan ambtenaren die een vitale lokale samenleving willen meehelpen inrichten: “Die stap moeten we maken”, aldus Van Zuylen. Zorg voor een leernetwerk van pioniers die ambtenaren uitnodigen voor kennisoverdracht.

Wat de toekomst betreft is van Zuylen best wel optimistisch. Oorzaak daarvan is een recente oproep van de Commissie Toekomstgericht lokaal bestuur, ingesteld door de VNG, die staat in het rapport Op weg naar meervoudige democratie. Van Zuylen leest een passage daaruit voor:
“De meeste beleidsnota’s staan vol van begrippen als eigen verantwoordelijkheid, dragende samenleving, burgerkracht en sociaal ondernemen. In de dagelijkse praktijk blijkt het lastig om initiatieven die daarvan uitdrukking zijn de ruimte te geven. Aan de ene kant stimuleren veel gemeenten het nemen van initiatief en willen ze ook graag ondersteuning bieden. Aan de andere kant behoudt de lokale overheid zich vaak het recht voor om zelf te bepalen welke publieke waarden belangrijk zijn. Bovendien wordt dergelijke initiatieven voortdurend de maat genomen naar formele (subsidie)richtlijnen en naar eigen prestatienormen van de overheid. Alsof het uitvoeringsorganisaties van de overheid zijn. Ook voor de lokale overheid is het kennelijk heel ingewikkeld op voet van gelijkwaardigheid met deze initiatieven om te gaan”.

Het feit dat de commissie zoiets constateert vindt Van Zuylen al een winstpunt. Maar we gaan nog een stukje verder: “Een toekomstgericht lokaal bestuur vraagt dus om meer dan het zorgen voor goede verhoudingen binnen het gemeentehuis. De blik moet breder zijn dan die op de politieke democratie, en onze tijd vraagt meer dan ooit om nieuwe verbindingen tussen politieke en steeds meer verschillende vormen van maatschappelijke democratie. Dat vraagt om een meervoudige benadering, ook van de democratie zelf”.
Van Zuylen: “Ambtenaren ėn sociale voortrekkers kunnen daar samen mee beginnen. We moeten echt gaan nadenken over gemengde groepen. En daar hoort ook de gemeenteraad bij”.
Na Van Zuylen doet Thijs Jansen van Stichting Beroepseer een beroep op de deelnemers aan het evenement om na te denken en ideeën te ontwikkelen over het meer bekendheid geven aan het werk van al die voortrekkers die zich inspannen voor een vitale lokale samenleving en na te gaan wat je zelf concreet kunt bijdragen aan die samenleving. Hij noemt dat praktische betrokkenheid.

De intentieverklaring Van kramp naar kracht

Aan het slot presenteert prof. Gabriël van den Brink, hoogleraar aan de Vrije Universiteit, tot december 2015 hoogleraar aan de Tilburgse School voor politiek en bestuur, de Verklaring Van kramp naar kracht waarin verwoord is wat de sociale pioniers doen en waar hun werk op neerkomt. De Verklaring is bedoeld “om al die inzichten en ervaringen en goede initiatieven die er in Nederland zijn en in anderhalf jaar tijd zijn geïnventariseerd, zichtbaar te maken. Want ze zijn niet zo zichtbaar. Ja zichtbaar op lokaal niveau, in de buurt, in een kleine stad. Maar als we naar het nieuws kijken bijvoorbeeld, en dan heb ik het niet over het wereldnieuws, gewoon het nieuws over Nederland, dan staat dat bol van ellende. Altijd alle dingen die verkeerd gaan. Als je alleen op het nieuws zou afgaan, zou je zeggen, wat een zootje daar in dat land. En dan doe ik niets af aan de problemen die op het nieuws gemeld worden, maar dat betreft maar een heel klein stukje Nederland. Want alles wat goed gaat, en daar horen deze initiatieven bij, die komen nergens nooit op het nieuws. En je hoeft het ook niet te proberen, want je krijgt geen enkele journalist of krant of welk medium dan ook geïnteresseerd”.

De dag van de vitale lokale samenlevingen met de maatschappelijke voortrekkers in het Natlab heeft laten zien dat er een ander Nederland is.
Van den Brink besloot met een aantal suggesties om het werk van de sociale voortrekkers meer bekendheid te geven. Hij deed een ferme oproep aan het publiek mee te helpen. Want het is nog steeds zo: goed voorbeeld doet goed volgen. Breng ze over het voetlicht!

 thijs jansen jan van opstal 2 thijs jansen loes leatemia 2  thijs jansen barend rombout 2

 

 

 

 

Thijs Jansen interviewt kort maar krachtig voortrekkers Jan van Opstal (links), Loes Leatemia en Barend Rombout
boekuitreiking van kramp naar kracht 2 omslag moraliteit in actie 220h
De voortrekkers ontvangen een exemplaar van Moraliteit in actie uit handen van Gabriël van den Brink, met daarin uitgebreide interviews, refflecties en analyses. Na lezing kun je niet anders dan concluderen: Gemeenten kunnen heel veel van hen leren. Er gaat niets boven doen en proberen. In het Natlab hing ergens aan de muur een tekst in neonletters, afkomstig van de Engelse dichter William Blake: “The true method of knowledge is experiment”. Een mooi motto voor het inrichten van een vitale lokale samenleving.
 masterclass politie 2 dichte brievenbus masterclass jan van opstal
De masterclass Find the trigger met Dré van Roomen en Chris van Veen over de politie en de participerende burger in de wijk stond bol van praktijkvoorbeelden. Rechts een voorbeeld uit de masterclass van Jan van Opstal van Netwerk DAK, Het bereiken van de onbereikbaren. Een dichtgeplakte brievenbus. Dat doen mensen als het water hun aan de lippen staat en zich afsluiten van de bureaucratische dreiging van buitenaf.
rini biemans masterclass 2  sociaal ondernemen is het nieuwe participeren
Het beroep dat Nederland gaat redden is de tuinman m/v. Daarvan is Rini Biemans van Stadsgeneeskunde overtuigd. In de masterclass laat hij de deelnemers op een andere manier kijken naar de wereld. Firma ‘Hoe dan wel’ leert ons op een ondernemende manier kijken aan de hand van praktijkvoorbeelden. Sociaal ondernemen is het nieuwe participeren.
 henriette hulsebosch kansfonds marijke verstappen 2
Henriëtte Hulsebosch, directeur van Kansfonds – geven om een ander – dat het programma Vitale lokale samenlevingen financieel heeft ondersteund, gaf praktijkvoorbeelden van wat een flinke dosis idealisme en een ondernemingsgeest al niet kunnen bewerkstelligen.
Gemeentesecretaris Marijke Verstappen van Wageningen (rechts) reageerde in de plenaire slotronde. Wie wil leren hoe het is om een ondernemende ambtenaar te worden kan bij haar te rade. Ondernemen in de beste zin van het woord. Lees haar interview in Moraliteit in actie.
omslag boek moraliteit in actie 3 omslag op weg naar meervoudige democatie 2 omslag de stad die de toekomst maakt 2 logo vitale lokale samenlevingen 3 verklaring van kramp naar kracht 2
Klik op een afbeelding voor downloaden of meer info:
1. Moraliteit in Actie. In het Voorwoord schrijft Cor van Beuningen, directeur van Stichting Socires, de initiatiefnemer van Vitale lokale samenlevingen, over het ontstaan van het project en de door hem opgedane inzichten.
2. Op weg naar meervoudige democratie. Oproep van de commissie Toekomstgericht lokaal bestuur.
3. De stad die de toekomst maakt
. Het Eindhoven van Rob van Gijzel, geschreven door Hans Horsten. Van Gijzel neemt in het najaar van 2016 afscheid als burgemeester. In dit boek kunnen we lezen over zijn gedachtegoed dat hij tijdens zijn acht jaar burgemeesterschap heeft ontwikkeld.
4. Alles over het project Vitale lokale samenlevingen.
5.
De lokale participatiesamenleving. Van kramp naar klacht. De Verklaring van Eindhoven.

Het project Vitale lokale samenlevingen is een initiatief van Stichting Socires dat werd uitgevoerd in samenwerking met Stichting Beroepseer en de Tilburgse School voor Politiek en bestuur, en is financieel mogelijk gemaakt door het Kansfonds.

the true method of knowledge is experiment