Hoe kunnen wij ons voorbereiden op een epidemie? Daniel Defoe gaf advies en aanwijzingen
“Mensen denken dat deze pandemie een ongeluk is”, schreef Nassim Nicholas Taleb in mei 2020 over de Covid-19 crisis. “Dat is het niet. Deze maakt deel uit van het systeem dat we hebben opgebouwd. Als je over de geschiedenis van Engeland, Italië en het Midden-Oosten leest, lees je over frequente quarantaines en lockdowns als gevolg van belegeringen en plagen. Ze werden ingebouwd in het economische landschap en in de kosten van elke koopman. De kosten van de pandemie en toekomstige pandemieën moeten dus worden afgezet tegen de cijfers van het bruto binnenlands product”.
Het in 2007 opgerichte Amerikaanse literaire kwartaaltijdschrift Laphams Quarterly, heeft een nummer gewijd aan het thema epidemie, met essays getiteld: Signs and wonders, The virus and the Martians en What preparations are due?
Elk nummer van Laphams Quarterly behandelt een thema met primair bronmateriaal uit de geschiedenis
Travis Chi Wing Lau schreef het essay What preparations are due? Welke voorbereidingen behoren wij te treffen? De auteur is universitair docent aan Kenyon College, Ohio, VS en begint zijn essay met een verwijzing naar de roman A Journal of the Plague Year van de Engelse schrijver en journalist Daniel Defoe. In deze in 1722 verschenen roman legt een zekere H.F., zadelmaker uit de Londense wijk Whitechapel getuigenis af van de gebeurtenissen tijdens de Grote pestepidemie van 1665. Het verhaal gaat over de poging van één man besmetting te voorkomen en tegelijkertijd de verschrikkingen van een epidemie te trotseren: het gedwongen afsluiten van huizen, de pestkuilen die nauwelijks in staat zijn het aantal doden te beperken, de ontbinding van de sociale orde. Defoe had zelf de epidemie meegemaakt. Hij was toen vijf jaar oud.
A Journal of the Plague Year is gratis te lezen en te downloaden als e-boek op site van Project Gutenberg: www.gutenberg.org/ebooks/376
en
www.gutenberg.org/files/376/376-h/376-h.htm
Leren leven in crisistijd
Defoe probeerde zijn land te leren hoe te leven in een wereld waar de volgende crisis altijd dichterbij is dan we denken.
Tengevolge van de Grote pestepidemie van 1665 kwam meer dan 20 procent van de ongeveer 460.000 inwoners van Londen om het leven. De uitbraak begon in de kleine parochie van St. Giles-in-the-Fields, net buiten de stad. Toen er in 1664 en 1665 meldingen binnenkwamen van ongewone sterfgevallen, meestal van arme arbeiders, werden ze niet direct in verband gebracht met de pest.
Hoewel het aantal doden uit elk deel van Londen sinds 1603 was geregistreerd en vastgelegd in overlijdensakten, bevatten deze officiële dossiers vaak te weinig melding van sterfgevallen, vooral als ze tot paniek en burgerlijke onrust konden leiden.
Dit verzuim, alsmede de trage reacties van stadsbestuurders waren de oorzaak van de plotselinge piek van het aantal doden aan het begin van de zomer van 1665, waarin bijna achtduizend mensen stierven in een week tijd. Net als Dickens’ romans over sociale hervormingen meer dan een eeuw later was in A Journal of the Plague Year sprake van de tragische – persoonlijke en collectieve – prijs die men moest betalen voor het onvoorbereid zijn, met als gevolg verergering van het lijden van duizenden, aan de pest overleden Londenaren. .
A Journal of the Plague Year was gebaseerd op de pestepidemieën waarover Defoe sinds 1709 in tijdschriften als de Daily Post en Applebee’s Original Weekly Journal had gepubliceerd. Hij beschreef de omstandigheden van het geteisterde Frankrijk en de wrede quarantainemaatregelen voor gezinnen. Zijn eigen herinneringen aan de epidemie, in combinatie met zijn onderzoek, waren zo beeldend beschreven dat men veronderstelde dat A Journal of the Plague Year de memoires waren van een anonieme ‘burger’ in plaats van een roman van een reeds beroemde schrijver die een aantal malen was gearresteerd en perioden in de gevangenis had doorgebracht wegens politieke activiteiten en opruiende publicaties.
Reacties en commentaren op het boek noemden nooit de naam van Defoe als auteur en pas in de late 18e eeuw begonnen critici te discussiëren over de vraag of het boek als geschiedenis moest worden beschouwd. De discussie zette zich voort tot 1920; een recensent van de Times Literary Supplement was tot de conclusie gekomen dat Defoe een historicus was en geen romanschrijver.
Slechts een maand voor verschijnen van A Journal of the Plague Year, had Defoe een non-fictieverhaal over epidemieën gepubliceerd, waarin de dagelijkse ervaringen met de pest uit het verleden verweven waren met advies voor te treffen maatregelen als de plaag eraan komt.
Het iets eerder gepubliceerde werk waarvan de volledige titel luidt Due Preparations for the Plague, as Well for Soul as Body: Being Some Seasonable Thoughts upon the Visible Approach of the Present Dreadful Contagion in France; the Properest Measures to Prevent It, and the Great Work of Submitting to It, leest volgens literatuurwetenschapper Louis A. Landa als ‘een handleiding’ voor gedrag voorafgaand aan de plaag.
Defoe en morele verantwoordelijkheid
Defoe geloofde – hij was 62 jaar oud – dat hij een morele verantwoordelijkheid had om ‘het grote voorbereidende werk aan te moedigen’, op zowel individueel als nationaal niveau, voordat de onvermijdelijke, volgende ramp zich aandiende. Hij vond dat de conditie van de Engelsen te lijden had van uitspattingen van gulzigheid. Hij had het over de ‘beste preventieve geneesmiddelen’ als voorwaarde voor gezondheid, variërend van strenge dieetvoorschriften tot dagelijks gebed als geestelijke boetedoening die lichaam en ziel zouden voorbereiden op epidemieën. Hij roept de regering op tot ‘nationale voorbereidingen’ met nadruk op het scheiden van zieke en gezonde mensen, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen als armen, gedetineerden en kinderen.
De Britse reactie op pestuitbraak was tot dan toe altijd ad hoc en inconsequent geweest, ondanks het feit dat de desastreuze gevolgen van de Zwarte Dood van de 14e eeuw nog niet vergeten waren. In vroeger eeuwen werd de pest toegeschreven aan een ‘kwellende voorzienigheid’ van een wraakzuchtige God. De pest was een straf van God, maar werd ook gezien als een natuurramp van onbekende oorsprong. Zelfs in de tijd waarin medici en wetenschappelijke schrijvers probeerden rationele oorzaken van epidemieën aan te wijzen, zoals miasma’s of persoonlijk contact, bediende men zich nog steeds van religieuze taal.
Due Preparations belichaamt de epidemie-theorie op het moment van transformatie in de 18e eeuw. Men was van opvatting dat de plaag zowel een fysiek als een spiritueel verschijnsel was.
Defoe goochelde met al deze tegenstrijdige opvattingen in zijn poging een verdediging tegen de epidemie op te bouwen die het persoonlijke en politieke, het economische en morele, het wetenschappelijke en spirituele in evenwicht met elkaar zou brengen. Hij pleitte voor een grootse burgerregie in een land dat tot dan toe had gereageerd op epidemieën met krampachtig beleid en grillige sprongen in het duister.
De quarantaine
Zowel Due Preparations als A Journal of the Plague Year waren een directe reactie op de politieke en medische discussies die in de jaren 1720 een hoogtepunt bereikten. De Engelse aanpak van de pest had de neiging om de nadruk te leggen op het inperken van de epidemie in plaats van op preventie. Hoewel de scheiding en inperking van mensen die aan de ziekte waren blootgesteld zijn wortels heeft in het Bijbelboek Leviticus, ontstond de quarantaine als strategie voor beheersing van de pest in Venetië in 1348. Deze aanpak werd in de 16e en 17e eeuw steeds populairder, mede door de opkomst van de zeehandel.
Het quarantainebeleid heeft de latere reacties op epidemieën beïnvloed. Zeehavens werden aangewezen als plaatsen van overdracht en de epidemie moest worden bedwongen door beperking van menselijk verkeer waaronder sociale distantie en isolatie. Maar, bij gebrek aan een helder begrip van de pest en de inconsequente uitvoering van het quarantainebeleid sinds de Grote pestepidemie van 1665, besloot de Engelse regering de aanpak van ziektebeheersing en volksgezondheid drastisch aan te passen.
In het begin van de 18e eeuw dwongen koningin Anna van Groot-Brittannië en het parlement zeer strenge quarantaine-maatregelen af tijdens een pestuitbraak in het Oostzeegebied ten tijde van de Grote Noordse Oorlog (1700-1721) tussen Rusland en Zweden.
Volgens de Quarantaine-wet van 1710 werden alle schepen die vanuit de Baltische staten de Britse havens binnenvoeren, gedurende veertig dagen aan de ketting gelegd en gecontroleerd. Het woord quarantaine is afgeleid van het Latijnse quarantena en het Franse quarantaine, dat veertig betekent. In deze periode moest de lading van elk schip worden gelucht, terwijl bemanningsleden of passagiers moesten bewijzen dat ze in goede gezondheid verkeerden, anders werden ze afgezonderd.
In tegenstelling tot eerdere maatregelen, die uiteenliepen van een verbod op handel met landen die verdacht werden van infectie tot het preventief verbranden van lading, werd de wet van 1710 uitgebreid met strenge boetes en straffen, waaronder gebruik van geweld door ambtenaren bij vermoeden van overtreding van de wet.
Na meldingen van een uitbraak in Marseille in 1720 scherpte het Britse parlement de wet nog eens extra aan en voerde een ’handelsverbod’ in voor een jaar met elk land waar een infectie heerste. Er kwamen lazaretten, quarantainestations waar passagiers en bemanningsleden onder dwang werden gehuisvest. Er werden cordon sanitaires of ‘schutkringen’ ingesteld, bewaakte grenzen rond een stad bij vermoeden van infecties. Ernst en omvang van deze aanvullingen gaven blijk van een verschuiving naar agressief ingrijpen, niet alleen bij melding van een uitbraak, maar ook als er alleen maar een vermoeden van een uitbraak was.
Geestelijke voorbereiding
De titel Due Preparations belooft advies over manieren om lichaam en ziel te beschermen tijdens de pest. De tweede helft van het boek wordt besteed aan geloofskwesties. Op basis van een 16e- en 17e-eeuwse schrijverstraditie over de pest, o.m. in de tractaten van Thomas Dekker, Thomas Nashe en William Bullein, illustreert Defoe de urgentie van de geestelijke voorbereiding door middel van een moralistisch verhaal over de ervaring van een naamloze Engelse familie met de pest in 1665. In plaats van de meer logische argumenten t.a.v. ziektepreventie in het eerste deel, voert Defoe een reeks dialogen op tussen een ‘vrome en ernstige moeder’ en haar twee koopmanszonen met ‘een hoofd en een hart… die geheel in beslag worden genomen door handel drijven en de wereld’.
In het begin berispen de broers hun moeder vanwege ‘melancholie’ en paranoia maar langzaamaan ontdekken zij de prijs die wordt betaald voor niet ‘beter voorbereid’ zijn, omdat ze hun handel en aardse bezittingen verliezen in de chaos van de uitbraak.
De plotselinge pest biedt hen niet de tijd zich te bekeren en zich te verzoenen met de goddelijke voorzienigheid, ondanks de smeekbeden van hun moeder zich voor te bereiden. Hoewel de ene broer wordt verlost door zijn trouwe zus die hem tot boetedoening beweegt, negeert de andere hen. Hij lijdt in eenzaamheid omdat hij er niet in slaagt ‘een goed en solide fundament’ voor zijn eigen leven op te bouwen.
De gelijkenis van Defoe versterkt zijn filosofie van individuele paraatheid door aanmoediging zich niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk voor te bereiden.
Travis Chi Wing Lau eindigt zijn essay met Defoe’s voorstelling van reële persoonlijke gevolgen van de weigering zich voor te bereiden of niet weten hoe je voor te bereiden op een uitbraak. Voorbereiding is volgens Defoe voortdurend leren in de praktijk te leven met crisis.
Het essay is gelardeerd met citaten, waaronder een van auteur Miguel de Cervantes, bekend van zijn boek Don Quichot van La Mancha (1605): “Het begin van gezondheid ligt in het begrijpen van de ziekte”.
What Preparations Are Due? door Travis Chi Wing Lau, Laphams Quarterly, Volume XIII, Number 3, summer 2020: www.laphamsquarterly.org/epidemic/what-preparations-are-due
Meer informatie over Defoe en zijn boeken: Fiction vs. History?: Plague Narrative and the Facts: https://prezi.com/iwxp-3fywpkz/fiction-vs-history-plague-narrative-and-the-facts/
Tail risk of contagious diseases, Pasquale Cirillo en Nassim Nicholas Taleb, Nature Physics, 25 mei 2020: www.nature.com/articles/s41567-020-0921-x#citeas
Afbeelding bovenaan: Ets van (vermoedelijk) Coenraet Decker (1650-1685): Gezicht op het Pesthuis nabij Delft, Rijksmuseum
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie