Het zorgstelsel ter discussie stellen. Het zou wel eens bevrijdend kunnen zijn
Jet Bussemaker vraagt zich af waarom we het zorgstelsel niet ter discussie mogen stellen zoals in het regeerakkoord van Rutte-IV staat. Bussemaker is sinds juni 2019 voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS). Daarnaast is zij hoogleraar Wetenschap, beleid en maatschappelijke impact, in het bijzonder in de zorg aan de Universiteit Leiden. Tijdens het Kabinet Balkenende IV (2007-2010) was Bussemaker staatssecretaris op het departement Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Op het online platform Zorgvisie – voor beleid en management in de zorg – schrijft Bussemaker dat wij steeds vaker voorbeelden zien van een piepende en krakende zorg. Het tekort aan personeel bedreigt de kwaliteit van de zorg, de wachtlijsten in de GGZ en verpleeghuiszorg stijgen onverminderd door en sluiting van huisartsenpraktijken in diverse regio’s bedreigt de toegankelijkheid.
Bevrijding van het stelsel
Bussemaker in de blog Bevrijding van het stelsel:
“Wellicht associeert men het ter discussie stellen van het stelsel met radicale voorstellen over het afschaffen van zorgverzekeraars en introduceren van een nationaal zorgfonds. Ik denk niet dat het nuttig is om op deze manier het debat over de toekomst van het stelsel te voeren. Al is het alleen maar omdat zó’n enorme verandering bakken met geld kost en alle aandacht van bestuurders en medewerkers vraagt, waardoor hierboven genoemde problemen eerder groter dan kleiner worden. Ik denk ook dat de discussie over de vraag of je voor of tegen marktwerking bent – zoals die in Den Haag vaak gevoerd wordt – niet erg zinvol is. Dat leidt al snel tot een karikatuur waarin ideologische vergezichten het zicht op de dagelijkse praktijk belemmeren.
Maar daarmee wil ik geen verbod op discussie over de vraag of en hoe het stelsel aangepast moet worden. Die vraag is actueel, niet alleen gezien de problemen van vandaag, maar ook met oog op de langere termijn. Duurzaamheid van het zorgstelsel zou ons bij wijze van spreken uit onze slaap moeten houden: hoe kunnen we goede toegankelijke zorg blijven bieden, waarbij we zo goed mogelijk rekening houden met publieke waarden als solidariteit en inderdaad ook natuurlijke hulpbronnen beschermen”.
Praten over wijzigingen in het zorgstelsel is dus het advies van Bussemaker. Het zou wel eens bevrijdend kunnen zijn.
Lees de hele blog Bevrijding van het stelsel, door Jet Bussemaker, Zorgvisie, 2 mei 2023: www.zorgvisie.nl
Commentaar
Op Twitter levert gezondheidswetenschapper Luc Pluijmen commentaar op het voorstel van Bussemaker. Hij schrijft: “Baseer een nieuw zorgstelsel op wat (de essentie van) zorg ís, in plaats van een niet-passend stelsel in stand te houden dat vooral ‘verdeel, heers, strijd, meet, vrees’ blijft voeden: Vanuit eenvoud, vertrouwen, vakmanschap, relationeel werken”. (5 mei 2023)
https://twitter.com/lucpluijmen76
Foto bovenaan van Robyn Wright: Spreekkamer
Reacties (1)
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Bussemaker vermeldt uitvoeringsperikelen, – voorbeelden van piepende en krakende zorg -, en verbindt daaraan de noodzakelijke vraagstelling of het vigerende zorgstelsel aanpassing behoeft. Of een bepaalde stelselkeuze betreffende een sector adequaat is heeft wel te maken met de uitvoeringsvereisten en realistische uitvoeringsmogelijkheden maar is veeleer afhankelijk van essentiële kenmerken van het stelsel. Zo wordt marktwerking gekenmerkt door verwerving en toepassing van macht teneinde voordeel te verwerven door de persoon/partij die de macht in handen krijgt. Dat hoeft niet eenzijdig nadelig/voordelig uit te pakken voor de consument noch de consument zolang het gaat om producten (diensten e/ goederen) waarvan afgezien kan worden van de aanschaf/het gebruik of de productie/levering zonder dat sprake is van onmisbaarheid. Het zal duidelijk zijn dat de zorgsector gekenmerkt wordt door een grote mate van onmisbaarheid en derhalve marktwerking in zeer beperkte mate in aanmerking komt als allocatiestelsel. Toch is de overheid/politiek ertoe overgegaan wegens de van dit stelsel verwachte efficiëntiebevordering. Inmiddels is duidelijk aan het worden dat een stelselkeuze niet mag berusten op uitvoeringsargumenten. Zonneklaar is gebleken dat de ingezette verlangde arm van de overheid, zijnde de zorgverzekeraars, niet bij machte (= marktwerking) is de opgelegde zorgplicht (= niet geschikt voor marktwerking) te realiseren. Hoofdlijnenakkoorden en IZA zijn niet voor niets noodzakelijk bevonden om de zorgverzekeraars te ondersteunen bij de toebedachte rol als verlengde arm. Ook IZA als mengvorm van allocatiestelsels zal niet brengen wat overheid/politiek ervan verwacht. De uitvoerende spelers van de zorgsector zullen zich aanpassen aan de praktijksituatie zoals zij altijd hebben gedaan en zullen doen. En dat levert resultaten op die alleen verrassend zijn voor overheid/politiek. Zelfs vele goede rapporten van o.a. de Rekenkamer zullen niet leiden tot een andere uitkomst. Immers, beleid en plannen maken is veel interessanter dan uitvoeren en handhaven.