Skip to main content

Grote uittocht van jonge journalisten uit Franse journalistiek

Gehaat, onzeker, versleten … Er zijn veel redenen waarom journalisten in Frankrijk erover denken hun beroep eraan te geven. In de Franse media verschenen de afgelopen jaren regelmatig berichten over journalisten die zich verzetten tegen haastwerk, de SEO-race en een algemeen gebrek aan arbeidsvoorwaarden.
Loris Guémart laat op Ârret sur image vijftien journalisten – al of niet anoniem – aan het woord die hun ‘door rampen getroffen beroep’ hebben opgegeven en daarover hebben geschreven. Ârret sur image is een onafhankelijke Franse website voor mediakritiek, gerund door professionele journalisten.

Al twee decennia lang heerst er crisis in de journalistiek. “Het vinden van een vaste baan kost steeds meer tijd“, aldus dagblad Le Monde op 2 juli 2020. In 2019 had weekblad Les Inrocks het over jonge “onderbetaalde, onzekere, bekritiseerde” journalisten die het moeilijk hadden met aan hen gerichte verwijten tijdens hun reportages over de Gele hesjes. Weekblad Marianne publiceerde in 2019 over een rapport van de firma Technologia, opgesteld in samenwerking met journalistenvakbond SNJ, over de malaise bij journalisten: 37% van van hen zou van baan willen veranderen.

In januari 2019 schreef Audrey Kucinskas in opinieweekblad L’Express een artikel over de ‘journalistenblues’, de neergang van de geschreven pers. Inmiddels heeft ze zelf de lier aan de wilgen gehangen. Een van de geïnterviewden concludeerde: “In deze tijd zou de pers een Jack London niet meer weten te vinden. Hij zou nu podcasts maken voor Spotify of documentaires voor Netflix”.

‘Informatie-arbeiders’

De journalisten, dertigers, hadden alles in zich om te slagen in hun beroep. Ze waren efficiënt en wilskrachtig, ze hadden op de beste scholen gezeten of een of andere competitie gewonnen. Ze waren lid van diverse redacties geweest, maar kozen er toch voor een andere weg in te slaan. Ze koesterden geen haatgevoelens, maar waren wel ontgoocheld. Al waren ze niet per se idealistisch, ze wilden zich graag inzetten voor de democratie.
Ze zijn van mening dat ze vooral hebben gefungeerd als ‘informatie-arbeiders’ en behandeld op een manier die ver afligt van de mooie woorden van de directeur van het mediabedrijf of de hoofdredacteur.

Volgens hen kan alleen een revolutie hun beroep uit de crisis halen, en die crisis is wat hun betreft zowel systemisch als economisch.

Jonge journalisten over hun werk

Sensatie en muisgeklik; geen journalistiek

De situatie op webredacties: “Doel was niet om dingen voor mensen te beschrijven, maar voor Google Actu of Apple News. Redactionele kwaliteit was volkomen ondergeschikt. Het is naamloos verdriet: je zit daar als een machine die berichten van persbureau Agence France Presse inslikt en weer uitspuugt, opgemaakt voor de site, met interne hyperlinks”, aldus een teleurgestelde 28-jarige jongeman in een Parijs weekblad. “Toen ik daar begon, kreeg ik te horen dat ik wat langere teksten kon schrijven maar het bleef marginaal, ook al aarzelden ze niet om te vragen om langere artikelen die in een ochtend klaar moesten zijn. Maar dat was niet haalbaar”. De jongeman werkt nu op de communicatieafdeling van een groot bedrijf.

Webjournalisten hebben een meerderwaardigheids- en een minderwaardigheidscomplex

“Ze hadden een journalist ingehuurd die zich toelegde op SEO (zoekmachine-optimalisatie) om hoog te schoren in Google. Artikelen kregen een nieuwe titel als dat nodig bleek. Het ging voor alles om zichtbaarheid. Er gold maar één regel voor de redactie. Aldus romanschrijfster Mathilde Tournier die zich herinnerde hoe het toeging bij een nieuwszender midden jaren 2010.

Hoe ‘Google News’ online het nieuws beïnvloedt

Ook bij lokale media heeft haast dikwijls voorrang op de rest. Nathan Lohéac die eigenlijk naar Thailand was gegaan om les te geven in plaats van journalistiek te bedrijven, herinnert zich nog levendig hoe op een keer een superieur hem erop aansprak dat hij een nieuwsbericht van een persbureau had gekopieerd en geplakt zonder het te verifiëren of er iets aan toe te voegen. “Op andere redacties schreeuwen ze tegen je dat dat tijdverspilling is!”
Hij herinnert zich nog een geval uit de tijd waarin hij stage liep bij dagblad Le Parisien: “Een redactrice kopieerde voor mijn neus een nieuwsbericht en legde me uit wat er moest gebeuren. Het resultaat is dat als er een fout in staat men die overal terugvindt”.
Michael Ducousso herinnert zich een absurde ervaring met een ‘content farm’ die discreet websites van enkele grote mediaconcerns voorzag van inhoud. “Op een dag gebeurde er iets vlakbij het redactiekantoor. We zijn niet eens naar buiten gelopen maar hebben gewacht op nieuws daarover van persbureau AFP”.

Houd het kort en simpel; blijf aan de oppervlakte

Bij het betreden van de afdeling sport bij Radio Monte Carlo (RMC) en de 24 uurs-nieuwszender BFMTV in 2012 – na haar opleiding aan de beroemde School voor Journalistiek in Lille – had Camille Gelpi niet gedacht dat ze zes jaar lang verslag zou uitbrengen van grote, internationale sportevenementen. ”‘Hard news’ maken laat weinig ruimte over voor analyse en afstand nemen. Dat was behoorlijk frustrerend. We deden aan infotainment, vooral bij sport dat op zichzelf al een spektakel is. Sommige redacteuren zeiden dat we meer moesten uitzoeken, maar eigenlijk kan het niemand wat schelen als je je ter plaatse verdiept in supporters van een voetbalvereniging. Men zegt dat dat geen onderwerp is, dat het te So Foot*) is en niet genoeg RMC.
Het is een systeem waarin zowel iedereen als niemand ongelijk heeft, en ondertussen verdiepen we ons nergens in”. Aldus het verhaal van een jonge vrouw die tegenwoordig als stoffeerster werkt in de omgeving van Parijs. Mentaal en fysiek was ze versleten, na in haar ogen jarenlang zinloze reportages maken.

Burn-out komt veel voor; onmenselijke redacties

Ondanks beledigingen, bleef een aantal geïnterviewden aanvankelijk hun werk naar beste vermogen doen. Corentin Durand kwam bij toeval in de journalistiek terecht, bij de nieuwssite Numerama. Hij had aanvankelijk geen ‘journalistiek ideaal’, dat was “iets dat kwam tijdens het werk”. In de maanden waarin hij daar werkte “wilde hij het beter doen dan artikelen kopiëren die op Engelstalige sites stonden”.
Hij gaat dus zelfstandig aan de gang: “Ik heb een tamelijk groot onderzoek buiten werktijd opgezet”. Nadat hij zijn eerste artikel had gepubliceerd, ondervond hij van zijn collega’s weinig aanmoediging om ermee door te gaan. Uiteindelijk heeft hij zijn informatie maar doorgegeven aan een collega van een groot dagblad. “Ik heb tegen mezelf gezegd dat ik dit werk niet mijn hele leven onder deze omstandigheden wilde doen”. Hij zit nu in het openbaar onderwijs.

De gevolgen zijn soms ernstiger voor de gezondheid van degenen die het meest investeren, en het meest teleurgesteld zijn. “Of je houd je strikt aan de opdracht, of je spant je extra in en maakt lange dagen. Ik dwong mezelf om de dingen altijd groots en diepgaand aan te pakken te pakken”, aldus Justin Daniel Freeman, een van de auteurs van L’affaire Joseph K.Chronique d’un fiasco judiciaire (2017). Geconfronteerd met grote persoonlijke moeilijkheden, tengevolge van zijn professionele betrokkenheid, verbrak hij zijn vaste contract bij het regionale dagblad L’Union en ging een opleiding tot slager te volgen. Hij geeft ‘zijn ego’ de schuld in plaats van zijn bazen.
Michael Ducousso merkt niettemin op over zijn eigen ervaringen bij de lokale pers: “Ik heb collega’s hun gezondheid zien verpesten. Ze hebben door hun werk een beroerte gehad of een gescheurd netvlies”. Zelf is hij vertrokken en metaalbewerker geworden.
Een ander voegt eraan toe: “Ze zeggen dat het een beroep met een passie is, maar dat is een belachelijke opmerking als je beseft dat men de werknemers, hun fysieke en mentale gezondheid niet weet te respecteren. Het is een truc om jonge journalisten ertoe te bewegen akkoord te gaan met onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden”.

Journalisme : la grande désertion, door Loris Guémart, Arret sur image, 26 juli 2020: www.arretsurimages.net/articles/journalisme-la-grande-desertion

Noot
*)
So Foot is een succesvol Frans maandblad over voetbal, opgericht in 2003.

 

Afbeelding bovenaan is van Alexas

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.