Gijs Scholten van Aschat wordt nieuwe voorzitter Akademie van Kunsten
Per 1 september 2017 wordt Gijs Scholten van Aschat de nieuwe voorzitter van de Akademie van Kunsten. De acteur was vanaf 2014 vicevoorzitter. Hij volgt beeldend kunstenaar Barbara Visser op, die zich meer gaat richten op haar andere werk.
Scholten van Aschat wil zich onder andere bezighouden met het thema publiek domein en zich inzetten om de relatie tussen kunst en politiek te verbeteren.
Eerder zette hij zich al in voor het belang van kunst in het basis- en voortgezet onderwijs. Zo ondersteunde hij het project Luisteroren, waarbij op basisscholen creatief luisteren wordt gestimuleerd. Tijdens het symposium Het nieuwsgierige kind van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappens (KNAW) in 2015 prak hij over de rol van verbeelding en empathie in het onderwijs.
Akademie van Kunsten
De Akademie van Kunsten is opgericht in 2014 en telt momenteel vijftig leden uit de hele breedte van de kunsten. De Akademie van Kunsten vormt de plek voor debat over de waarde van kunst in de samenleving en over de relatie tussen kunst en wetenschap. Ze is een onderdeel van de KNAW.
In De Volkskrant van 28 augustus 2017 staat een interview met Scholten van Aschat waarin hij de hedendaagse politici verwijt dat ze niet veel om kunst en cultuur geven. Maar: “Het gekke is: als je een biertje met politici drinkt, zeggen ze allemaal hoe belangrijk ze cultuur vinden”. Hij weet dat geen politicus op hem zit te wachten, maar toch gaat hij het belang van kunst bepleiten. De nieuwe voorzitter van de Akademie van Kunsten wil wat terugzien voor die 200 miljoen aan bezuinigingen.
Gijs Scholten van Aschat nieuwe voorzitter Akademie van Kunsten, KNAW, 28 augustus 2017: http://knaw.nl/nl/actueel/nieuws/gijs-scholten-van-aschat-nieuwe-voorzitter-akademie-van-kunsten (Niet meer beschikbaar op site KNAW)
Video van Bijeenkomst Het nieuwsgierige kind, KNAW, 8 juni 2015: https://vimeo.com/130748682
Interview met Gijs Scholten van Aschat in De Volkskrant, 28 augustus 2017: www.volkskrant.nl
In het boek Loonfatsoen – Eerlijk verdienen of graaicultuur (2014) staat een interview met Gijs Scholten van Aschat door Thijs Jansen. Titel: Als je in Nederland geld wilt verdienen, kun je beter geen acteur worden. Zie: https://beroepseer.nl
Paradisodebat
Afgelopen zondag 27 augustus 2017 sprak Gijs Scholten van Aschat tijdens het Paradisodebat in Amsterdam over de kracht van het ensemble versus de individualisering. Tijdens het Paradisodebat drie jaar eerder in augustus 2014, gaf hij een belangwekkende lezing over kunst en de maatschappij die hieronder op video is te volgen. Het Paradisodebat is het jaarlijkse podium waar kunstenaars, politici en publiek met elkaar in gesprek gaan over urgente thema’s, zoals de noodzakelijke verbindingen tussen kunst, cultuur en samenleving.
Scholten van Aschat begint zijn lezing van 2014 zo: “We leven in een commerciële samenleving die niet eens een samenleving is van het geld maar van de abstracte symbolen voor geld. De samenleving van de kooplieden kan worden gedefinieerd als een samenleving waarin de dingen verdwijnen ten gunste van de tekens. Wanneer een leidende klasse haar fortuin niet meer aan het slijk der aarde of aan baar goud afmeet, maar aan het aantal cijfers dat idealiter overeenkomt met een bepaalde hoeveelhied handelsoperaties, dan paatst zij daarmee ook meteen een soort mystificatie in het hart van haar kennis en haar wereld. Een samenleving die op tekens is gebaseerd is dus in essentie een formele en kunstmatige samenleving waar de lichamelijke waarachtigheid van de mens voortdurend wordt misleid. Je hoeft je er dus niet over te verbazen wanneer deze samenleving een ethiek van formele principes heeft gekozen om er haar godsdienst van te maken en dat ze de woorden vrijheid en gelijkheid evengoed op haar gevangenissen heeft aangebracht als op haar financiële instellingen.
Waar zou de kunst tegenwoordig over moeten gaan? Als het zich aanpast aan wat de grote meerderheid van onze samenleving vraagt, is het vermaak zonder strekking. Als het de samenleving blindelings afwijst, drukt het niets anders uit dan die afwijzing. In beide gevallen mondt dit uit in kunst die is losgesneden van de levende realiteit. Het is niet verbazingwekkend dat deze samenleving de kunst heeft gevraagd om niet een middel tot bevrijding maar een oefening zonder grote gevolgen te zijn. Vermaak voor haarzelf in eerste instantie, en in bepaalde gevallen voor mensen die werken en lijden. Ze hebben zo de kunstenaar elk recht op eenzaamheid ontzegd, en als onderwerp niet zijn eigen dromen gegeven maar de realiteit die door iedereen wordt beleefd en ondergaan. Ervan uitgaand dat de formele kunst, zowel door haar onderwerpen als door haar stijl, ontsnapt aan het begripsvermogen van de grote massa, ofwel niets van hun waarheid tot uitdrukking brengt, hebben deze mensen gewenst dat de kunstenaar zich voornam te spreken over en voor het grote publiek. Zoda hij over het leed en het geluk van iedereen in de taal van iedereen spreekt zal hij overal worden begrepen. Als vergoeding voor zijn absolute onderwerping aan de realiteit zal hij het totale contact tussen de mensen bewerkstelligen.
Hoe zou de kunst het zonder de werkelijkheid kunnen stellen en hoe zou ze zich eraan kunnen onderwerpen? De kunstenaar kiest zijn onderwerp, maar het kiest hem evengoed. Kunst is in zekere zin een opstand tegen de werkelijkheid. Vanwege alles wat er ongrijpbaar en onvoltooid aan is. Ze neemt zich dan ook slechts voor een andere vorm te geven aan de werkelijkheid die ze noodzakelijkerwijs in stand moet houden omdat die de bron van haar emotie is. Om de werkelijkheid te corrigeren, moet de werkelijkheid blijven bestaan. Of tenminste dat deel dat de moeite waard is te behouden. Een kunstenaar is geen schepper, maar een herschepper. Kunst is dus noch een totale afwijzing van, noch een totale instemming met wat er bestaat. Ze is tegelijkertijd afwijzing en instemming. En daarom kan ze niets anders zijn dan een onophoudelijke, steeds hernieuwde scheuring. De kunstenaar bevindt zich altijd in deze dubbelzinnige positie: niet in staat de werkelijkheid te ontkennen, en toch wijdt hij zich voor eeuwig aan het bestrijden van wat de werkelijkheid voor eeuwig aan onvoltooids bezit.
Het probleem van de kunst is niet de vraag of ze de werkelijkheid moet ontvluchten of zich eraan moet onderwerpen maar alleen welke precieze dosis werkelijkheid het werk als ballast moet innemen om niet in de wolken te verdwijnen, of zich niet met lood in de schoenen voort te hoeven slepen….” Zie verder de video hieronder.