Skip to main content

De grenzen van het economische denken zijn bereikt. Hoogtijd voor een nieuwe economie

Bart Nooteboom, part-time professor aan de faculteit Economie en bedrijfswetenschappen aan de Universiteit van Tilburg schrijft in zijn artikel op de site van MeJudice – “waar economen met elkaar in debat gaan” – dat de kans klein is dat de economie als eigenstandige discipline overleeft als ze zichzelf niet weet te vernieuwen: “Economie gaat vrijages aan met andere wetenschapsgebieden als sociale psychologie en neurowetenschappen, maar lijkt niet in staat zich werkelijk te vernieuwen. Veel economen brengen de analyse uiteindelijk terug tot prikkels en nut”. Dat is terugkeren naar oude dogma’s.
Economie is  niet in staat tot interdisciplinariteit: “Het is als soorten in de biologie. Een paard kan nog wel paren met een ezel, en dat levert dan de muilezel, maar niet met een giraffe. Je kunt argumenteren dat dit maar goed is ook. Als elke soort kon paren met elke andere soort dan zou er geen differentiatie van soorten overblijven. Menging van alle kleuren geeft grijs. Biologische evolutie vergt scheiding der soorten, en naar analogie daarvan vergt misschien evolutie van kennis ook scheiding van disciplines”.

De economie is fundamenteel onwetenschappelijk, volgens het principe van de falsificatie*) van de filosoof Karl Popper, en het aura van wetenschappelijkheid dat de economie lange tijd had, begint te tanen omdat de zekerheden waarop men zich baseert, fantasiebeelden blijken te zijn.

Nooteboom geeft een beschrijving van de kern – de ‘core’ – van de mainstream economie die volgens hem uit vier elementen bestaat:
1. Methodologisch individualisme: verschijnselen moeten verklaard worden op basis van keuzen en handelingen van individuen.
2. Die individuen maken rationele keuzen op basis van gegeven voorkeuren.
3. In die keuzen is eigenbelang allesbepalend.
4. De analyse moet plaatsvinden in rigoureuze deductie op basis van wiskundige afleidingen en bewijzen.

Hierna gaat Nooteboom in op drie elementen die niet zijn in te passen in de mainstream economie:
1. Radicale onzekerheid.
2. Altruïsme, offers die per saldo niet meer opleveren dan zij kosten en vertrouwen dat verder gaat dan controle zijn volgens de economie irrationeel en niet levensvatbaar in een markteconomie.
3. Incommensurabiliteit, d.w.z. alle relevante waarden kunnen niet samen in een nutsfunctie worden opgenomen.

“Ik reken hiervoor op een jongere generatie”

De mainstream economie is aan zijn einde gekomen, aldus Nooteboom. Wat gaat er gebeuren als we ervan uitgaan dat een systeem zich niet van binnenuit kan veranderen? Antwoord: Dan moet het systeem weggevaagd worden door creatieve destructie van buitenaf.
Nooteboom: “Het is denkbaar dat er een nieuwe interdisciplinaire gedragswetenschap ontstaat met op den duur een andere ‘core’ van basisveronderstellingen en methodologische principes. Elementen uit de oude, onorthodoxe economie kunnen daar deel van uitmaken, maar niet de dogma’s van de kern.
Ik reken hiervoor op een jongere generatie, als die zich niet laat verstrikken in de oude dogmatiek. Het begin zal onvermijdelijk wat chaotisch en erratisch zijn, en door oude economen verketterd worden als ‘vaag’ en ’onprofessioneel’. Om jongeren daar tijdelijk tegen te beschermen moeten er veilige buitenplaatsen en nieuwe carrièremogelijkheden zijn”.

*) Karl Popper (1902-1994) ontwikkelde het principe van de falsificatie: alleen die hypotheses en theorieën kunnen als wetenschappelijk worden toegelaten die op een zodanige manier zijn geformuleerd dat ze gefalsifieerd kunnen worden. De uitspraak ‘alle zwanen zijn wit’ is wetenschappelijk omdat ze door de ontdekking van één zwarte zwaan gefalsifieerd kan worden.

Lees het hele artikel Economie is niet in staat tot interdisciplinariteit, door Bart Nooteboom, MeJudice, 21 december 2015: www.mejudice.nl