Veilig misstanden melden op het werk

veilig misstanden melden op het werk rapport 2014Slechts de helft van de ambtenaren meldt misstanden op het werk. Eenderde van hen ondervindt daarvan negatieve gevolgen. Dat blijkt uit het rapport Veilig misstanden melden op het werk van de ministeries van Sociale Zaken en Binnenlandse Zaken. Binnenlands Bestuur, het platform voor ambtenaren en bestuurders van de overheid, maakt op de site melding van het rapport met referentie naar een artikel over een momenteel erg in de belangstelling staande misstand: pesten op de werkvloer. Ambtenaren lopen bijna vijf keer zoveel risico op pesten als andere werknemers.
Het in juli 2014 verschenen rapport omvat een Evaluatie van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid en Adviespunt Klokkenluiders, een Besluit Melden vermoeden van misstand Rijk en Politie en een Tijdelijk besluit Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden. De evaluatie is in een korte periode in het voorjaar van 2014 uitgevoerd en omvat de periode oktober 2012 – voorjaar 2014.

In Nederland kan een klokkenluider op diverse plaatsen terecht met zijn melding. In de afgelopen jaren zijn er stapsgewijs klokkenluidersregelingen en onderzoeks- en adviesinstanties ontstaan. Behalve in de eigen organisatie is er het Adviespunt Klokkenluiders, dat vooral een adviserende en verwijzende rol heeft voor personen die een misstand vermoeden en melding daarvan overwegen. En er is de Onderzoeksraad Integriteit Overheid (OIO) die meldingen onderzoekt over vermeende misstanden. Als het heel moeilijk is de misstand binnen de eigen organisatie aan de orde te stellen – de directe manager is bijvoorbeeld erbij betrokken – kan een melder zich gelijk tot de Onderzoeksraad wenden.

In het rapport staat dat, afgaande op de geënquêteerden, een groot aantal organisaties (in zowel het publieke als – in mindere mate – het private domein) over een interne en/of externe regeling beschikt om misstanden te melden. Van de publieke werknemers denkt/weet 83% dat de eigen organisatie over een regeling beschikt, bij de private werknemers is dat 69%. Opvallend daarbij is dat 96% van de publieke werknemers weet/denkt dat de organisatie een vertrouwenspersoon heeft, tegenover 74% in het private domein. Een zeer ruime meerderheid werkt daarmee in een organisatie waar de infrastructuur voor het melden van misstanden aanwezig lijkt te zijn.

Soorten misstanden

Ongeveer een kwart van de werknemers (22% privaat, 29% publiek) heeft de afgelopen twee jaar één of meerdere vermoedens van misstanden gehad. De misstanden hebben in de regel betrekking op gedrag van personen (schending van regels, misbruik bevoegdheden of gezagsrelatie en dergelijke) en minder op schadelijke activiteiten of strafbare feiten. Gemiddeld genomen wordt de helft van de vermoedens van misstanden intern aanhangig gemaakt (publiek 47%, privaat 52%). De meerderheid heeft dit via de directe leidinggevende gedaan. Dat is in lijn met de procedure zoals die door de Onderzoeksraad Integriteit Overheid en het Adviespunt Klokkenluiders wordt uitgedragen (eerst intern en dan extern melden). De externe melders (3% publiek, 7% privaat) hebben zich vooral gewend tot de politie en /of de vakbond. Wat daarbij opvalt is dat misstanden die betrekking hebben op gedrag en bejegening relatief minder vaak gemeld worden dan de ‘hardere’ misstanden.

Wel of niet melden hangt af van cultuur van de organisatie

Het gegeven dat de helft van de vermeende misstanden niet wordt gemeld, is lastig te duiden. Is het glas half vol of half leeg? Nadere analyses wijzen uit dat een deel niet wordt gemeld omdat de misstand als niet ernstig genoeg is ervaren, niet te bewijzen was of er al gemeld was. Aan de andere kant meldt een deel van de werknemers niet, uit angst voor negatieve gevolgen of een gebrek aan vertrouwen in de procedures.

Dat raakt aan de organisatiecultuur. Die blijkt een belangrijke factor in zowel het signaleren als het melden van misstanden. Het wel of niet melden van misstanden wordt beïnvloed door de aanwezigheid van een goede (meld-)infrastructuur en een positieve perceptie van de eigen organisatiecultuur op het punt van integriteit en openheid. In organisaties waar de infrastructuur aanwezig is en de cultuur als positief wordt ervaren, worden minder misstanden gesignaleerd en wordt tegelijkertijd verhoudingsgewijs meer gemeld. Andersom komen er meer vermoedens van misstanden voor in organisaties waar de cultuur als negatief wordt ervaren (ten aanzien van integriteit) en er geen meldprocedures aanwezig zijn.

Rond de 20% procent van de melders ervaart de gevolgen van de melding als positief, nog eens 20% ziet zowel positieve gevolgen als negatieve gevolgen en ruwweg een derde ziet alleen negatieve consequenties. Overigens geeft circa een kwart aan geen enkel gevolg te ervaren, niet voor de organisatie en niet persoonlijk. Ook deze uitkomst kent weer twee zijden. Veel melders ervaren positieve gevolgen van de melding en veel melders negatieve. Vaak is de misstand opgelost en het werkklimaat verbeterd, maar vaak ook niet.

Conclusies en aanbevelingen

Personen in de publieke sector die weet hebben van misstanden weten grotendeels via interne regelingen of reguliere instanties zoals politie en het openbaar ministerie hun weg te vinden. Slechts een klein deel valt tussen wal en schip. Ook voor deze groep is de gang naar de Onderzoeksraad Integriteit Overheid – die weinig bekendheid geniet – niet vanzelfsprekend. De OIO heeft zich nog geen volwaardige plek weten te verwerven in het stelsel van klokkenluidersvoorzieningen.
Dat is het Adviespunt Klokkenluiders wel gelukt. Deze instantie speelt een belangrijke rol in het stelsel van klokkenluidersregelingen en zou een permanente status dienen te krijgen. Op 17 december 2013 is het initiatiefwetsvoorstel voor de Wet Huis voor Klokkenluiders door de Tweede Kamer aangenomen. Dit wetsvoorstel, dat tot doel heeft de voorwaarden voor het melden van maatschappelijke misstanden te verbeteren, ligt momenteel voor behandeling bij de Eerste Kamer.
Dat is hard nodig, want In het rapport staat ook dat er signalen zijn dat de omstandigheden voor klokkenluiders in Nederland (in het algemeen) niet optimaal zijn. Ook nadat een melder heeft aangeklopt bij de Onderzoeksraad Integriteit Overheid of het Adviespunt Klokkenluiders zouden er nog risico’s voor de melders schuilen in het aan de orde stellen van een vermoede misstand.

De conclusie van het rapport is dat over het geheel genomen werknemers vermoedens van misstanden kunnen melden. Zowel intern als – zonodig – extern bij een breed scala aan instanties. Zo bezien is sprake van een goed functionerend organisch gegroeid mozaïek aan regelingen. Dit neemt niet weg dat op onderdelen verbetering mogelijk is. Tegelijkertijd dient ervoor gewaakt te worden dat het debat niet te instrumenteel van karakter wordt. Het overheidsbeleid zou zich primair moeten richten op de beïnvloeding van integriteit in de organisatiecultuur en een juiste toepassing van de regelingen omdat dat zeer bepalende factoren zijn in het signaleren en melden van misstanden.
Bezinning op de rol en de positie van de OIO is op korte termijn wenselijk.

Evaluatierapport Veilig misstanden melden op het werk, door Bureau Berenschot voor ministeries van Sociale Zaken en Binnenlandse Zaken, 111p., 22 juli 2014: www.vng.nl

Ambtenaren melden slechts helft misstanden op werk, door Esther Walstra, Binnenlands Bestuur, 29 oktober 2013: www.binnenlandsbestuur.nl

Adviespunt Klokkenluiders: www.adviespuntklokkenluiders.nl (site is opgeheven). Zie: https://huisvoorklokkenluiders.nl

Onderzoeksraad Integriteit Overheid (OIO): www.onderzoeksraadintegriteitoverheid.nl (site is opgeheven).
Zie: www.integriteitoverheid.nl en
Huis voor Klokkenluiders: https://huisvoorklokkenluiders.nl

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer