schotschrift
Over de ondraaglijke braafheid van het professionele bestaan
De kwaliteit van Zorg en Welzijn wordt ernstig bedreigd op dit moment. De reden hiervan is dat wij leven in een cultuur van de illusie. De illusie is dat alle lijden en risico’s uit de wereld te helpen zijn als je het allemaal maar ziet, kunt melden en registreren en transparant kunt maken. De valse illusie is dat je dan alle risico’s en lijden kunt managen en beheersen.
“Kitsch, noemt Milan Kundera noemt dit in zijn boek ‘ De ondraaglijke lichtheid van het bestaan’. ‘Kitsch is de ontkenning van stront in ons bestaan, letterlijk en figuurlijk.’ Politieke kitsch is volgens hem een manier van praten waarbij men zegt de problemen te onderkennen, maar waarbij de aanpak juist een ontkenning is van alle problemen die bij het leven horen.” (Lamé, 2010)
De budgetten voor Zorg en Welzijn zijn dit jaar overgeheveld naar gemeentelijk niveau. Wat je ziet gebeuren is dat alleen nog die organisaties erkenning en budget krijgen als ze zich naadloos voegen in de allesoverheersende beleidslogica van beheersing en controle.
De overheid dwingt Zorg en Welzijn in een keurslijf waarin geen enkele ruimte overblijft voor iets wat niet past in standaardprotocollen. Complexiteit wordt ‘weggeknipt’. Mag niet, is ongewenst. Er is een repressieve cultuur ontstaan waar geen ruimte meer is voor andersdenkenden, voor tegenspraak. Cliënten die niet passen in het plaatje zijn lastig of ongemotiveerd en worden doorverwezen: er komen steeds meer ‘moeilijke gevallen’, die overal buiten de boot vallen (‘creaming’). Professionals die anders denken wordt het leven moeilijk gemaakt, gaan ‘ondergronds’, worden ziek, of verlaten het werkveld. Een onderzoek van Menzis wees in 2010 uit dat 60% van mensen die in de Zorg werken overwegen een andere baan te gaan zoeken, omdat het werk inhoudelijk niets meer te maken heeft met waarom ze ooit voor het vak kozen. De grootste klacht: ze zijn niet meer mensen bezig, maar het merendeel van hun tijd gaat verloren aan bureaucratische procedures. (Menzis, 2010)
Mijn inziens verdwijnt de ziel en essentie uit het werk van Zorg en Welzijn als er geen ruimte meer is voor complexiteit. Je kunt geen recht doen aan het lijden van mensen en op zoek gaan naar oplossingen voor problemen als je niet de verscheidenheid daarvan mag erkennen. Als meneer X met een depressie dezelfde standaardprocedure ten beurt valt als meneer Y met een depressie, dan zijn we de plank gigantisch aan het misslaan en doen we iedereen te kort.
Dit eenheidsdenken, deze standaardisering, deze hang naar consensus is de dood in de pot voor het werk zelf, laat staan de broodnodige innovatie. Innovatie komt nooit voort uit mensen die allemaal braaf binnen de lijntjes kleuren. Juist niet. Innovatie kan alleen voortkomen uit ruimtes waar meerdere meningen naast elkaar mogen bestaan, waar ruimte is voor tegenspraak.
Het is daarom, dat ik in dit essay op zoek ben gegaan naar het hoe en waarom van dit verstikkende consensusdenken. Het is een zoektocht geworden, die langs allerlei facetten en verschijningsvormen van het eenheidsdenken voert. Van het fenomeen ‘participerende burger’ tot uiteindelijk de vraag hoe de professional zich kan verhouden tot dit braafheidsideaal.