Skip to main content

Joris Luyendijk: “We leven in een amoreel systeem”

In een interview in dagblad Trouw vertelt Joris Luyendijk aan Stevo Akkerman in wat voor amoreel systeem wij eigenlijk leven. Naar aanleiding van zijn in februari 2015 verschenen boek Dit kan niet waar zijn: onder bankiers, gebaseerd op het antropologische veldwerk dat hij verrichtte in het financiële centrum van Londen en waarover hij schreef in de Britse krant The Guardian, geeft Luyendijk overal in het land lezingen en hoort hij overal dezelfde commentaren en opmerkingen: Wat u beschrijft, gebeurt bij ons ook. De bezieling is verbannen uit ons werk, de waarde ervan gaat verloren, alles wat overblijft zijn meetbare doelen, cijfers, rendementen, targets. Dit kan niet waar zijn staat op nummer één in de boeken toptien, niet omdat het over Londen gaat, maar omdat het over ons gaat: de City is overal.

Luyendijk: “Ik kom in plaatsen als Oss en Terneuzen en Schagen, ik ontmoet heel gewone mensen, en die zeggen: in mijn ziekenhuis gaat het net zo, of op school, of in een bedrijf. De waarde van het werk wordt niet meer bepaald door het nut ervan, maar door de cijfermatige output. Neem de publieke omroep. Voorheen luidde de opdracht aan een programmamaker: volg wat er gaande is in de wereld en maak daarover een uur goede televisie. Nu: je moet 17 procent binnenhalen van de mensen in de leeftijdscategorie 25 tot 40 in het tijdslot van 21.05 tot 22.00 uur. En dat is de publieke omroep. Maar wanneer hebben we daarvoor gekozen, wanneer hebben we in verkiezingen gezegd dat we deze amorele koers willen volgen?”

Akkerman: De bankiers leven in een amoreel universum, schreef u al, en nu blijkt dat in andere sectoren ook het geval?
Luyendijk: “Veel mensen doen het gewoon zonder moraal, die zijn conformistisch en staan liever niet stil bij dit soort kwesties. Anderen compartiseren het: ze hebben wel degelijk een moraal, maar niet op het werk. Ik heb in de City mensen ontmoet die diep religieus waren, maar de waarden van hun kerk, synagoge of moskee volledig buiten beschouwing lieten bij hun professionele handelen. Dan waren ze bij wijze van spreken soldaten, dan droegen ze een bankiersuniform en deden ze dingen die ze anders nooit zouden doen. Daar voelden ze zich happy bij. Topman Blankfein van Goldman Sachs wees op de rol van banken in de economie en zei: We’re doing God’s work. Iemand moet de zwakke dieren opruimen. Banken die niet goed functioneren, verdienen het te sneuvelen.”

Maar dan breekt de moraal toch weer in, misschien niet in het dagelijks handelen, maar wel in het uiteindelijke doel daarvan. Het amorele handelen krijgt een morele betekenis.
“Ja, en ik denk dat daar de echte botsing plaatsvindt. Buitenstaanders zien dat het amorele systeem leidt tot immorele uitkomsten, maar zij hebben tijdens hun studie economie, zeker als dat aan een Angelsaksische topuniversiteit was, geleerd dat het resultaat van hun werk toch moreel is omdat het bijdraagt aan economische groei. En dat is waar het allemaal om draait. Dat is hun dogma. Daarin zijn ze heel kwetsbaar, want als dat dogma niet klopt, als het leven níet draait om het vergaren van almaar meer spullen, vervalt de rechtvaardiging van hun amorele systeem.
[…]

We missen volgens u een gedeelde moraal, maar ja: een moraal laat zich niet afdwingen.
“Dat is het probleem. De moraal is verdacht geworden. Er wordt nog maar over één ding gemoraliseerd en dat is dat we vooral niet mogen moraliseren. Maar de afwezigheid van het gesprek over wie we willen zijn, leidt tot versplintering. Dat gesprek is verstomd omdat we heel erg ziek waren van wat 2000 jaar christendom had opgelegd, met name het soort christendom dat wij hier hadden. Dat was een instrument om vrouwen, homo’s en anderen hun rechten te ontnemen – alsjeblieft, daar moeten we niet naar terug. Maar we moeten wel een permanent gesprek hebben over wat voor gemeenschap we willen zijn.”
[…]

Waar halen we overigens de waarden vandaan die besproken zouden moeten worden?
“Goede vraag. Het fundamentele van alle waardensystemen is altijd geweest: wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. In het amorele systeem vraagt niemand zich af of hij zelf het derivaat zou kopen dat hij anderen aanbiedt. Zolang het maar mag van de wet.”

Lees het hele interview met Joris Luyendijk, door Stevo Akkerman: Het amorele systeem waarin wij leven, Trouw, 28 april 2015: www.trouw.nl