Howard Gardner over dromen en werkelijkheid
In het programma Cognoscenti van de Amerikaanse lokale, publieke radiozender van Boston, WBUR-FM, sprak Howard Gardner*) over American dreams, American reality:
“Waarom bewonderen mensen in de wereld al die Amerikaanse instituties, juist op het moment waarop we er alles aan lijken te doen die instituties om zeep te helpen? Dat is de vraag die mijn collega’s en ik ons stellen. Die vraag komt voort uit ons Good Work Project – een grootschalig initiatief waar we nu bijna twintig jaar aan werken. Met het oog op het definiëren van wat “goed werk” is in de verschillende domeinen van de Amerikaanse maatschappij, hebben we diepgaande gesprekken gevoerd met ongeveer 1500 mensen, van ervaren professionals tot nieuwe immigranten.
De mensen vertelden ons wat ze dachten aan te treffen in de Verenigde Staten: een rechtssysteem waar recht gesproken wordt; een vrije pers die de feiten onderzoekt en kwalijke zaken aan de kaak stelt; accountants die de boekhouding controleren en rapporteren als er iets niet klopt; artsen die niet gebonden zijn aan farmaceutische bedrijven; universiteiten en hogescholen waar studenten gemakkelijk terecht kunnen, van studierichting kunnen veranderen en zich niet decennialang in de schulden hoeven steken; en tenslotte een politiek stelsel waar je met succes je werk kunt doen zonder je ziel te hoeven verkopen aan rijke geldschieters.
Ik ben echt niet zo naïef om te denken dat deze dromen ooit werkelijkheid waren in de V.S., maar in de afgelopen decennia zijn we verder dan ooit afgedreven van deze idealen.
Stijgen op de maatschappelijke ladder wordt steeds onwaarschijnlijker (de 1 procent heeft zich stevig verschanst); onze rechtbanken worden in toenemende mate bevolkt door ideologen en staan onder enorme druk zaken politiek te behandelen; de serieuze media worden ondermijnd door de bloggers-wereld en komen in gevaar door de absurde veronderstelling dat nieuws gratis en voor niets vergaard en gecontroleerd kan worden; sommige van onze grootste accountantsfirma’s hebben toegegeven dat ze zich hebben laten omkopen; een groeiend aantal artsen zit vast aan farmaceutische bedrijven; het op algemene vorming gerichte hoger onderwijs wordt weggesaneerd vanwege de kosten en de – door slecht advies ingegeven – eis van nuttigheid. En wat de politiek betreft, hoef ik alleen de titel van een recent verschenen boek te citeren: “Het is nog erger dan het eruit ziet”.
Waarom is de toestand zo slecht geworden? Wat kunnen we ertegen uitrichten? Ik heb drie belangrijke factoren die tot deze situatie hebben geleid eruit gelicht.
Ten eerste de vernietigende rol van de technologie. Expertise wordt in twijfel getrokken; soms terecht, soms niet, en dat heeft ertoe geleid dat een deel van de bevolking wantrouwend is geworden en er eerder toe bereid is de wijsheid van de massa te geloven of de luidruchtigste blogger te kopiëren.
Ten tweede het geloof – begonnen met de verkiezing van Ronald Reagan – dat regelgeving altijd slecht is, dat de markten altijd goed zijn en dat elk domein van het leven beter overgelaten kan worden aan de ongecontroleerde krachten van de markt. Als de rijken nog rijker worden, is dat alleen maar een teken dat de markten werken.
Ten derde is er de zelfgenoegzame houding – misschien aangemoedigd door de val van het communisme en de wereldwijde stijging van het BNP in de jaren negentig – dat onze instituties de beste zijn. Dat ze zullen blijven floreren en dat – dankzij het geloof in Amerika’s uitzonderlijke en unieke status – het niet nodig is ze te onderhouden. Het aloude adagium luidt immers: “God zorgt voor weduwen, wezen en de V.S.”
Sinds we te maken hebben met ontwikkelingen die nog maar een paar decennia aan de gang zijn, is het mogelijk ze te keren. En ze moeten worden gekeerd.
Uit ons onderzoek komt het volgende naar voren.
Begin in de jeugdjaren, thuis zowel als op school, het met volharding en gestaag invoeren van waarden die noodzakelijk zijn om een “goede” werker en een “goed” burger te worden. Als jonge mensen beginnen met werken, behoren ervaren professionals met uitmuntend vakmanschap en de hoogste maatstaven hun tot voorbeeld zijn, de veelbelovendste beginnelingen onder hun hoede te nemen en te begeleiden naar groei en zelf-ontwikkeling.
Tenslotte moeten we niet aarzelen strenge regels in te voeren: harde maatregelen treffen bij onethisch gedrag en, als die niet voldoen of geen effect hebben, strafwetten toepassen op degenen die bijdragen aan de dystopische ontwikkelingen die ik hier heb geschetst.
Als ik moedeloos word van de ontwikkelingen, put ik moed uit de woorden van antropologe Margaret Mead die ik boven mijn bureau heb hangen: “Twijfel er niet aan dat een kleine groep betrokken mensen de wereld kan veranderen, zo is het altijd geweest”.
*) Howard Gardner is hoogleraar Cognitie- en onderwijswetenschappen aan de Graduate School of Education aan de Harvard-universiteit in de V.S.
Bron: American Dreams, American Realities, Cognoscenti, 9 augustus 2012: Cognoscenti.wbur.org
Voor meer info over Howard Gardner en het Goed Werk Project zie de video: Howard Gardner over goed werk: https://beroepseer.nl
Het Goed werk gereedschap: https://beroepseer.nl
Toepassing Goed werk gereedschap – De praktijk: https://beroepseer.nl
In het boek Beroepstrots – een ongekende kracht is het hoofdstuk opgenomen: Het GoodWork Project – enkele resultaten van vijftien jaar onderzoek, door Howard Gardner, Mihaly Csikszentmihalyi en William Damon: https://beroepseer.nl/beroepstrots/