Skip to main content

Het ongelijkheidsdebat verbreedt zich naar verschillen tussen steden en regio’s

omslag het ongelijkheidsdebat in land en stadIn het Voorwoord van het rapport Het ongelijkheidsdebat in land en stad schrijft Ferdi Licher, directeur Kennis en Verkenningen van het directoraat-generaal Wonen en Bouwen van het ministerie van Binnenlandse Zaken dat toenemende ongelijkheid wereldwijd een van de sociaaleconomische kwesties van deze tijd is. Dat is vooral gebleken uit de studie Het kapitaal van de 21e eeuw. Met dit boek heeft de Franse econoom Thomas Piketty het onderwerp prominent op de internationale agenda gezet.

In Nederland hebben de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) laten zien dat er niet alleen grote verschillen in inkomen en vermogen zijn, maar ook grote verschillen in waardeoriëntaties. Hoog- en laagopgeleiden leven in belangrijke mate in gescheiden werelden. De ongelijkheid tussen groepen mensen krijgt een extra dimensie wanneer die leidt tot ruimtelijke concentratie en segregatie.

De ruimtelijke dimensie van ongelijkheid

Om hier beter zicht op te krijgen is het directoraat-generaal Wonen en Bouwen een verkenning gestart naar de ruimtelijke dimensie van ongelijkheid en de gevolgen daarvan. Een literatuurstudie is inmiddels afgerond. Een studie waarin de ontwikkeling van ruimtelijke verschillen cijfermatig in beeld wordt gebracht, volgt later in 2015. Daarnaast zullen de mogelijke toekomstige ontwikkelingen in een scenariostudie worden verkend.

In aanvulling hierop is sociaalgeograaf Josse de Voogd gevraagd een analyse van de maatschappelijke discussie te maken: Het ongelijkheidsdebat in stad en land. De analyse gaat in op de betekenis die Nederlanders aan verschil geven. Worden ongelijkheid en segregatie als een probleem ervaren, door wie, en hoe wordt dat geduid? Welke oplossingen worden aangedragen?

Het debat over ongelijkheid vindt plaats volgens grofweg twee oriëntaties: een morele en een instrumentele benadering. Bij de morele oriëntatie gaat het over de (on)wenselijkheid van ongelijkheid. Een meerderheid van de bevolking staat negatief tegenover grote en groeiende verschillen. Nederland is een egalitaire samenleving. In de debatten is dit duidelijk terug te zien bij de standpunten die worden ingenomen. Er zijn echter ook andere geluiden die het egalitaire discours juist bekritiseren. Bij de instrumentele benadering gaat het om eventuele negatieve gevolgen van ongelijkheid.

Verschillen tussen steden en regio’s

Wat ook opvalt is dat het debat zich lijkt te verbreden van aandacht voor verschillen tussen wijken naar aandacht voor verschillen tussen steden en regio’s.
Maatschappelijke en economische ontwikkelingen werken anders uit in verschillende delen van het land. Waar Amsterdam de onstuimige groei amper kan bijhouden, doet het minder welvarende Rotterdam er juist graag nog een schepje bovenop en wijst ‘bakfietswijken’ aan die gereed worden gemaakt voor gentrification*). Terwijl in de grote steden de verkoop van huurwoningen vaak het recept is voor een verbetering van een buurt, zit er in Lelystad
en Heerlen juist veel armoede in de koopwoningen en in de laatstgenoemde stad wordt overwogen om van koopwoningen maar weer huurwoningen te maken.

De regionale verschillen leiden tot verschillende debatten, posities en denkbeelden. Daarbij lijkt vaak mee te spelen waar deelnemers uit het debat zelf vandaan komen of actief zijn. Amsterdam debatteert vooral over de verschillen tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ de ring en diegenen die buiten de ring wonen klagen het meest over de beeldvorming. De maatschappelijke elite is in deze stad oververtegenwoordigd en het valt dan ook op dat een zeer groot deel van de debatten over ongelijkheid in steden over Amsterdam gaan.

De debatten over tweedeling, gentrification en segregatie, zeker naar etniciteit, liggen gevoelig en er lijkt enig schuldgevoel te bestaan over de yuppificering van de steden en de ‘witheid’ tijdens discussiebijeenkomsten. In veel debatten is men sterk begaan met de onderklasse maar raakt de middenklasse en de grote veranderingen waar die groep mee te maken heeft wat op de achtergrond.

Hetzelfde geldt in ruimtelijke zin. Waar de grote steden volop in de belangstelling staan, de krimpende periferie de nodige aandacht krijgt en veel regio’s sterke lobby’s hebben, bestaat er ook een reeks middelgrote steden die minder op het netvlies staat dan de uitersten. Voor sommige deelnemers aan het debat staan de groeiende ruimtelijke verschillen centraal en leidt deze fragmentatie tot zorgen. Anderen nuanceren de invloed van segregatie en leggen de nadruk op het verbeteren van de kansen voor individuen. Een duidelijke constante van links tot rechts en van centrum tot periferie is het belang dat wordt gehecht aan het onderwijs als middel om de kansen van mensen te vergroten

Noot
*) Gentrification: Het vernieuwen en gaan bewonen van in verval rakende stedelijke gebieden door mensen met een middel- tot hoog inkomen.

Downloaden Rapport Het ongelijkheidsdebat in land en stad. Een analyse van de maatschappelijke discussie over toenemende verschillen in Nederland, door Josse de Voogd, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Directie Woon- en Leefomgeving, 17 juli 2015: https://beroepseer.nl