Aanbesteden: de geschiedenis van een mislukking in het sociaal domein
Een nieuw boekje van Jos van der Lans gaat over een netelig onderwerp. De titel luidt: Het dogma aanbesteden en waarom we het in het sociaal domein achter ons moeten laten. Van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist en schreef het boekje in opdracht van de koepel Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA). De koepel vroeg zich af wat aanbesteden – het aanjagen van concurrentie tussen welzijns- en zorgorganisaties – nu eigenlijk heeft opgeleverd. Heeft aanbesteden aan de verwachtingen voldaan? Is de dienstverlening er beter van geworden? Wat hebben burgers, bewoners, gebruikers en cliënten er nu eigenlijk mee gewonnen?
Wat wordt vergeten
Eind jaren negentig vond in Amsterdam-West de eerste moderne aanbesteding van welzijnswerk plaats. De uitkomst was verrassend, zeker voor Amsterdammers: de winnaar kwam namelijk uit Rotterdam.
Sindsdien is het aanbesteden in het sociale domein schering en inslag geworden. Het is een beproefd middel, zeggen de voorstanders, om vernieuwing te realiseren, om organisaties op scherp te zetten en om een goede prijs-kwaliteit te realiseren. Bovendien is het onvermijdelijk, zeggen de juristen, want het moet van Brussel.
Wat wordt vergeten is dat de personen om wie het gaat – burgers, cliënten en bewoners – steeds weer kennis moeten maken met nieuwe opbouwwerkers of jongerenwerkers; welzijnswerkers die al jaren een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de wijk.
‘Dat moet van Europa’
Thijs van Mierlo schrijft op de site van LSA dat het bij het schrijven van een aanbesteding “nauwelijks lukt om op een goede manier bewoners te betrekken en invloed te laten hebben op het uiteindelijke aanbod. Als bewonersinitiatieven zelf betrokken willen zijn in het aanbieden van welzijn in hun eigen wijk, lopen ze in de fuik van bureaucratische en ingewikkelde aanbestedingen. Waarom? We zien bij veel gemeenten een behoorlijke fixatie op klassieke aanbestedingen. Waarden als efficiency, concurrentie en prijsvoordelen staan haaks op die van gemeenschapszin en burgerschap. En als we er met redelijke argumenten niet uitkomen, kunnen we altijd nog terugvallen op ‘Dat moet van Europa’.
Bewonersgroepen verenigd binnen het LSA zijn al langere tijd bezig om ervoor te zorgen dat bewoners ook zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen voor leefbare wijken en voorzieningen. Met het right to challenge ontwierpen we een instrument dat deze aanbestedingslogica kan openbreken. Maar daarmee zijn we er nog lang niet. De logica van aanbesteden in alle gevallen wordt hiermee niet ter discussie gesteld”.
Bestuurlijk dogma
Van der Lans schrijft over de ideeëngeschiedenis van het aanbesteden. Waar komen die ideeën vandaan? Hij beschrijft hoe aanbesteden onder het juk van juristen uitgroeide tot een bestuurlijk dogma en waarom het ongenoegen erover hand over hand toeneemt. Hij beschrijft ook hoe we ervan af kunnen komen.
De bedoeling van de opdrachtgevers is met het boekje een aanzet te geven tot nieuwe gesprekken over de (on)logica van aanbesteden en nieuwe perspectieven om het anders te gaan doen. Het is een oproep aan alle betrokkenen, van raadslid tot inkoper, van beleidsambtenaar tot welzijnswerker, en van wethouder tot actieve bewoner: Gebruik de inzichten om op een nieuwe manier het organiseren van het sociale domein vorm te geven!
Aanbesteden en subjectieve wiskunde
Tot slot nog een noemenswaard feit. Het blijkt dat aanbesteden helemaal niet hoeft op basis van Europese jurisprudentie wanneer niet de gemeente maar de burger eindgebruiker is. Jan Telgen, emeritus hoogleraar inkoopmanagement voor de publieke sector (Universiteit Twente), heeft aangetoond dat door verkeerde wiskundige methoden bij publieke aanbestedingen foute aanbieders kunnen worden gecontracteerd.
Telgen: “Een aanbieder kan bijvoorbeeld voor de beste prijs 50 punten krijgen, een twee keer zo dure aanbieder krijgt dan 25 punten. Dat lijkt logisch. Maar door toevoeging van een derde partij C ontstaat er een verschil in weging van punten, de eerste en tweede partij komen dichter bij elkaar te liggen. Als je vervolgens bijvoorbeeld levertijd en kwaliteit meeweegt en punten geeft, kan er opeens een andere winnaar uit de bus komen. Partij A en B wisselen stuivertje, puur door het meedoen van de derde aanbieder”.
Uit Telgens onderzoek – hij deed onderzoek naar driehonderd aanbestedingen in de publieke sector – blijkt dat dat in een kwart van de procedures het geval is. ‘Goh’, reageerde iemand op het net, ‘nu is wiskundig aangetoond dat de keuze in een aanbesteding altijd een beetje subjectief is’.
In zijn afscheidsrede wees Telgen op een belangrijke uitspraak van het Europese hof in 2016. In een gecombineerde Finse en Duitse zaak sprak het hof uit dat aanbestedingen in het sociale domein echt niet nodig zijn, zolang cliënten zelf uit verschillende aanbieders kunnen kiezen. Tellegen: “Het Europese hof stelt dat gemeenten voorwaarden mogen stellen aan aanbieders, bijvoorbeeld over kwaliteit en prijs. Met elke partij die aan deze voorwaarden voldoet, mag de gemeente dan in zee gaan. Zo ontstaat een geheel van aanbieders, waaruit cliënten zelf hun keuze moeten maken. Al het gedoe in de afgelopen jaren met aanbestedingen in het sociale domein had dus niet gehoeven. Door deze uitspraak ‘verdampt’ zelfs de hele discussie over aanbestedingen in het sociaal domein. Gemeenten kunnen de contractvorming in het sociale domein nu werkelijk anders inrichten”.
(Zie: ‘Mogelijk voor 18 miljard fout aanbesteed’, door Aart Verschuur, Binnenlands Bestuur, 23 mei 2018: www.binnenlandsbestuur.nl)
Downloaden van het boekje Het dogma aanbesteden, en waarom we het in het sociaal domein achter ons moeten laten, door Jos van der Lans, Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA), juni 2020: https://beroepseer.nl
Nieuw essay: Het dogma aanbesteden, door Thijs van Mierlo, LSA, 9 juni 2020: www.lsabewoners.nl
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie