Skip to main content

Goed Werk Gereedschap

Stichting Beroepseer werkt mee aan onderzoeksproject DeMoCraft

Stichting Beroepseer werkt mee aan onderzoeksproject DeMoCraft

Hoe kunnen politici en bestuurders het democratisch moreel vakmanschap ontwikkelen dat nodig is voor gezagvol en rechtvaardig handelen – juist in tijden van maatschappelijke crisis? Die vraag staat centraal in het onderzoeksproject DeMoCraft, dat deze week is gehonoreerd binnen de programmalijn Onderzoek op Routes door Consortia (ORC) van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). Het project staat onder leiding van dr. Leonie Heres (Vrije Universiteit Amsterdam) en brengt onderzoekers, beleidsmakers en maatschappelijke organisaties samen. Ook Stichting Beroepseer is partner in het consortium. Vanuit onze expertise op het gebied van professionele integriteit, goed werk, rechtsstatelijk vakmanschap en gezag leveren wij inhoudelijke bijdragen en advies. 🔍 DeMoCraft onderzoekt onder meer:
  • Welke morele en democratische kennis, vaardigheden en houdingen politici nodig hebben;
  • Hoe politieke en ambtelijke omgevingen deze vakontwikkeling stimuleren of juist ondermijnen;
  • Wat het effect is op de kwaliteit van beleid, besluitvorming en het publieke vertrouwen.
Samen met o.a. gemeenten, ministeries, hogescholen, belangenverenigingen en NGO’s werken we aan praktische strategieën om het democratisch en moreel handelen van politici duurzaam te versterken. 📚 Meer informatie: https://www.nwo.nl/en/news/fourteen-consortia-receive-funding-in-the-nwa-orc-round-2024  Fourteen consortia receive funding in the NWA ORC round 2024 (2 July 2025) https://vu.nl/en/news/2025/funding-for-research-projects-within-the-nwa-orc-round-2024?utm_source=chatgpt.com  Within the Research on Routes by Consortia (ORC) program line of the National Science Agenda (NWA), fourteen consortia will receive funding in the 2024 round. Vrije Universiteit Amsterdam and Amsterdam UMC, location VUmc are leading three projects and participating in four. (2 July 2025)

Read more

Factcheck: “zorg naar de overheid is valse nostalgie, en populisme”

Factcheck: “zorg naar de overheid is valse nostalgie, en populisme”

Er is een merkwaardige reflex in het debat over de zorg: zodra burgers pleiten voor meer publieke sturing, wordt dat al snel weggezet als “nostalgisch geweeklaag” of “populistisch verlangen naar het ziekenfonds”.

Maar is die framing terecht?

In dit stuk onderzoek ik twee hardnekkige frames:

  1. Dat de wens naar meer overheidsregie teruggrijpt op een geromantiseerd verleden.

  2. Het is een populistische roep die voorbijgaat aan “de complexiteit van dit zorgstelsel” .

De werkelijkheid blijkt namelijk een stuk genuanceerder.

Het ziekenfonds als utopie?

Laten we eerlijk zijn: het ziekenfonds had zijn tekortkomingen.

Lange wachttijden (die anno 2025 mogelijk NOG langer zouden zijn trouwens), beperkte keuzevrijheid en een inkomensgrens waardoor niet iedereen er automatisch onder viel.

Maar dat het geen “walhalla” was, betekent niet dat het verlangen naar meer publieke regie louter op sentiment is gebaseerd.

Uit langdurig onderzoek door onder andere het SCP en Nivel blijkt dat Nederlanders waarde hechten aan:

  • Duidelijke dekking

  • Voorspelbare kosten

  • Solidariteit

Het ziekenfonds — met zijn eenvoud en inkomensafhankelijke bijdrage — belichaamde dat voor veel mensen, ook al had het praktische gebreken.

Opvallend: Sinds de invoering van het huidige stelsel in 2006 is de keuzevrijheid toegenomen, maar ook de keuzestress.

Premies zijn fors gestegen, zorgverzekeraars worden laag gewaardeerd (slechts 28% vertrouwen volgens de Nivel-barometer), en het systeem voelt voor veel burgers ontoegankelijk en bureaucratisch.

De behoefte aan eenvoud en collectiviteit is dus niet “sentimenteel”, maar rationeel gevoed.

Zijn voorstanders populisten?

Nog zo’n kwalificatie: wie pleit voor meer overheid, is blijkbaar al snel een populist.

Maar de cijfers vertellen een ander verhaal:

Uit opiniepeilingen van EenVandaag, I&O Research, Nivel en het Radar-panel blijkt dat de wens voor publieke regie breed leeft onder Nederlanders: van links tot rechts, onder hoog- en laagopgeleiden, jong en oud.

Niet alleen burgers laten dit geluid horen.

Instanties als het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit riepen in een gezamenlijke brief (2023) op tot “minder marktprikkels en meer samenwerking”.

De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) stelde in haar rapport van juli 2023 ondubbelzinnig:

Het door sommigen verboden “S-woord” (stelseldiscussie) moet een serieus onderwerp van gesprek worden.

In een Kamerbrief uit maart 2025 geeft minister Agema toe dat “marktwerking zijn grenzen heeft bereikt” en spreekt zij zich uit voor structurele wijzigingen richting centrale sturing.

Populisme impliceert simplificatie, anti-elitisme of emotionele tegenstellingen.

Maar de roep om meer regie wordt vaak onderbouwd met systeemkritiek, realistische observaties en sociaal-economische zorgen.

Het gaat hier niet om zwart-witdenken, maar om het herijken van balans.

Een signaal, geen zwaktebod

Wanneer burgers aangeven dat het huidige zorgstelsel hen niet voldoende beschermt, verdienen zij geen karikatuur maar aandacht.

De wens om opnieuw publieke waarborgen in te bouwen is geen zwaktebod of vlucht naar het verleden.

Het is een krachtige oproep om het fundament van onze zorg — solidariteit en toegankelijkheid — serieus te nemen.

Wie deze oproep wegzet als “valse nostalgie” of “populisme”, mist het grotere plaatje: een samenleving die niet terugverlangt, maar vooruit wil — met meer zekerheid, minder versnippering en een overheid die durft te sturen waar marktwerking tekortschiet.

Wie werkelijk wil begrijpen waarom zoveel burgers verlangen naar meer publieke regie in de zorg, doet er goed aan verder te kijken dan gemakzuchtige etiketten.

En wie wil begrijpen van wie de frames van “valse nostalgie” en “populisme” afkomstig zijn?

Follow the money.

Ter herinnering: Er zijn wereldwijd 195 landen; slechts 3 of 4 daarvan hanteren een marktgereguleerde zorg, waaronder de VS en Nederland.

Zijn wij nou zo slim, of…?

Niet als romantici of populisten, maar als kritische ervaringsdeskundigen laat de meerderheid anno 2025 horen dat toegang tot zorg niet gereduceerd mag worden tot een markt.

Dat is geen stap terug — het is een stap richting herwaardering van wat zorg werkelijk betekent: onderlinge verbondenheid in kwetsbaarheid.

Over de auteur

Edward Kriek, gepensioneerd huisarts, en kritische volger van de zorg.

Read more

Herziene paper over ambtelijk vakmanschap in de democratische rechtsstaat

Herziene paper over ambtelijk vakmanschap in de democratische rechtsstaat

De afgelopen jaren is de noodzaak van goed ambtelijk vakmanschap indringend duidelijk geworden. De Toeslagenaffaire, maatschappelijke crises en ambtelijk activisme vragen om meer dan incidentele programma’s. Ze vragen om structurele, normatieve én juridische borging van vakmanschap. Daarom presenteren wij nu een herziene en uitgebreide versie van het paper Ambtelijk vakmanschap voor de democratische rechtsstaat (2024), in het kader van het project Van woorden naar daden – een initiatief van het A+O fonds Rijk, Stichting Beroepseer en CMHF Overheid.

Wat biedt dit paper?

  • Een vernieuwde definitie van ambtelijk vakmanschap als het vermogen om macht om te zetten in gezag.
  • Het viervoudig recht op vakmanschap: burgers, volksvertegenwoordigers, bestuurders én ambtenaren hebben recht op professioneel ambtelijk handelen.
  • Een herbronning in het denken van Hobbes, Rousseau, Kant en Montesquieu.
  • Sterke nadruk op rechtsstatelijke kaders en behoorlijk bestuur als professioneel kompas.
  • Een constructief-kritische beschouwing van rijksbrede programma’s zoals Grenzeloos Samenwerken, Dialoog en Ethiek en initiatieven als introductie van de nieuwe ambtseed. Deze hebben onmiskenbaar waardevolle bijdragen geleverd aan reflectie en cultuurverandering, maar er is tegelijkertijd te lang onvoldoende voortgang geboekt in de structurele juridische en organisatorische verankering van het recht op ambtelijk vakmanschap. Het is verheugend dat er nu echt werk lijkt te worden gemaakt van de verplichte basisopleiding democratisch en rechtsstatelijk ambtelijk vakmanschap (Motie Oostenbruggen/Palmen van 17 april 2024 en het regeerakkoord van het huidige, demissionaire kabinet).
  • Zes richtinggevende uitgangspunten voor structurele professionalisering van ambtelijk vakmanschap.

Voor wie?

Dit paper is relevant voor beleidsmakers, topambtenaren, opleiders, en iedereen die betrokken is bij de versterking van de democratische rechtsstaat via professioneel ambtelijk handelen. De hoofdstukken kunnen afzonderlijk worden geraadpleegd, maar vormen samen een geïntegreerde visie op het ambtelijk vakmanschap in Nederland.

Project van woorden naar daden

Dit paper is de eerste stap van het project ‘Van woorden naar daden’, een initiatief van het A+O fonds Rijk in samenwerking met Stichting Beroepseer en de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF). Dit project heeft als doel om de ruimte voor ambtelijke vakmanschap te vergroten en duurzaam te verankeren binnen de Rijksoverheid. Het vakmanschap van ambtenaren is cruciaal om een verantwoordelijke overheid te onderhouden, waarin burgers vertrouwen hebben. Download hier het herziene paper Ambtelijk vakmanschap voor de democratische rechtsstaat.  

Read more

Onderzoek van Stichting Het Vergeten Kind en Stichting Beroepseer: “Meer aandacht, minder regels: nieuwe koers noodzakelijk voor residentiële jeugdzorg.”

Onderzoek van Stichting Het Vergeten Kind en Stichting Beroepseer: “Meer aandacht, minder regels: nieuwe koers noodzakelijk voor residentiële jeugdzorg.”

Kinderen die niet thuis kunnen wonen, krijgen in de residentiële jeugdzorg niet dat wat ze écht nodig hebben: echte aandacht, stabiliteit en professionals die hen zien, horen en waarderen. Dit blijkt uit onderzoek van Stichting Het Vergeten Kind en Stichting Beroepseer. Dit onderzoek brengt in beeld waarom aandachtsvolle residentiële zorg zo moeilijk van de grond komt, terwijl vrijwel iedereen binnen de sector het belang ervan onderschrijft. Het onderzoek wijst op urgente systeem- en werkvloerproblemen én biedt hoopvolle oplossingsrichtingen. Het onderzoek baseert zich op gesprekken met 45 deskundigen: ervaringsdeskundigen, professionals, bestuurders van instellingen, beleidsmakers en wetenschappers. Drie concrete vragen worden beantwoord: Wat is aandachtsvolle residentiële jeugdzorg? Welke blokkades staan aandachtsvolle residentiële jeugdzorg in de weg? Hoe kunnen deze blokkades worden doorbroken? Wat is aandachtsvolle residentiële jeugdzorg? Een belangrijke constatering is dat aandachtsvolle residentiële jeugdzorg over veel meer gaat dan de schaal van de leefgroep of de organisatie. Op basis van de gesprekken met deskundigen stelt het onderzoek de volgende definitie vast: Aandachtsvolle residentiële jeugdzorg houdt in dat een pedagogisch medewerker vanuit professionele nabijheid het kind oprechte positieve aandacht geeft binnen een duurzame vertrouwensrelatie. Het kind voelt zich gezien, gehoord en gewaardeerd. Er zijn 6 onmisbare voorwaarden om tot deze aandachtsvolle residentiële jeugdzorg te komen: 1) een positieve grondhouding: het kind zien als uniek individu met talenten en mogelijkheden, 2) een stabiel team van professionals, 3) een stabiele woonplek waar het kind kan blijven zolang het nodig is, 4) aandacht voor de ondersteuning van de professional, 5) de actieve betrokkenheid van het sociale netwerk, in het bijzonder de ouders, 6) een kleinschalige leefgroep dat voelt als een thuis midden in de wijk, in ‘het normale leven.’ Grote blokkades in systeem en praktijk Het rapport signaleert ernstige systeemblokkades zoals:
  • het veelvuldig doorplaatsen van kinderen, wat duurzame relaties ondermijnt;
  • een financieringssysteem gericht op kostenbeheersing in plaats van kwaliteit;
  • een gebrek aan overkoepelende visie en samenwerking tussen gemeenten en aanbieders;
  • en een overdaad aan administratie die ten koste gaat van tijd en aandacht voor kinderen.
Daarnaast zijn er professionele blokkades die het werk van jeugdzorgprofessionals bemoeilijken:
  • een gebrekkige reflectie- en leerstructuur binnen teams;
  • een hoge werkdruk en personeelsverloop;
  • te weinig zeggenschap voor kinderen en ouders;
  • Professionals die niet durven te handelen terwijl dat wel nodig is.
Tijd voor verandering Over de volle breedte van het veld – van ervaringsdeskundigen tot bestuurders – zijn er betrokken mensen die het eens zijn over de noodzaak van verandering. En er zijn goede voorbeelden van praktijken waarin wél volop ruimte is voor aandacht, nabijheid en samenwerking. De oplossingen zijn voorhanden maar vragen om bestuurlijk lef. Het onderzoeksrapport laat op basis van de groepsgesprekken en interviews met deskundigen zien wat er concreet nodig is om de blokkades te doorbreken. Een aantal van deze verbeterpunten zijn:
  1. Zorg voor langjarige en stabiele financiering (bijvoorbeeld via beschikbaarheidsfinanciering);
  2. Ontwikkel een gedeelde inhoudelijke visie en betere samenwerking tussen gemeenten en aanbieders;
  3. Faciliteer een cultuur van reflectie: intervisie en supervisie;
  4. Herwaardeer het werken in de residentiële jeugdzorg.
Het onderzoek is een uitnodiging aan iedereen die betrokken is bij de residentiële jeugdzorg om samen de randvoorwaarden te creëren waardoor aandachtsvolle zorg vanzelfsprekend wordt. Want kinderen mogen niet de dupe zijn van systeem- en werkvloerproblemen. Als we het voor de relatief kleine groep kinderen die echt niet meer thuis kunnen wonen goed doen, dan hebben ze daar hun hele leven profijt van.”, aldus Margot Ende-van den Broek, directeur Het Vergeten Kind. Heb je vragen of wil je meer informatie over het onderzoek? Stuur een bericht naar Gerard van Nunen (g.vannunen@beroepseer.nl). Download hier het onderzoeksrapport.

Read more