Goed Werk Gereedschap
Schulden innen volgens de regels. Inspectie JenV treedt op als incassodienstverleners buiten hun boekje gaan
Geschreven door Redactie Beroepseer op . Geplaatst in Blogs, Financiële sector
Incassodienstverleners hebben sinds april van dit jaar negen maanden de tijd gekregen om te zorgen dat ze schulden volgens de regels innen. De Inspectie Justitie en Veiligheid gaat vanaf 1 januari 2025 over tot handhaven als ze dit niet doen. De markt heeft dan genoeg tijd gehad om te kunnen voldoen aan de Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki).
Deze wet moet ervoor zorgen dat mensen met een schuld beter beschermd worden en dat schuldeisers beter weten wat incassodienstverleners voor hen kunnen doen.
Resultaten inspecties
De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft inmiddels zeventien incassodienstverleners bezocht. Het gaat om zowel grote spelers als eenmanszaken. Geen van de bezochte incassodienstverleners voldeed tijdens de inspectie aan de kwaliteitseisen van de Wki. Zij geven bijvoorbeeld niet altijd heldere en volledige informatie of gaan niet correct om met mensen met een schuld. Ook benadert de incassodienstverlener mensen met een schuld niet altijd op de juiste manier. Zo wordt contact met hen opgenomen buiten de toegestane tijdstippen en dreigen incassodienstverleners met rechtsmaatregelen zoals een dagvaarding of een strafblad. In die gevallen kan er sprake zijn van het uitoefenen van oneigenlijke druk.
Van informeren en stimuleren naar handhaving
De Inspectie JenV heeft sinds 1 april 2024 bewust nog geen sancties opgelegd aan overtreders. Dit is in lijn met haar toezichtstrategie waarin informeren en stimuleren de eerste maanden centraal stond. Wel hebben alle bezochte incassodienstverleners een brief ontvangen waarin staat welke overtredingen de inspectie heeft geconstateerd, dat deze overtredingen zo snel mogelijk beëindigd moeten worden en op welke manier de incassodienstverlener dit moet doen.
“Incassodienstverleners moeten voldoen aan de wettelijke eisen. De tijd van informeren en stimuleren is voorbij. Mensen met een schuld krijgen ook niet veel tijd om te betalen. Daarom gaan we vanaf 2025 over tot handhaven”, aldus Hans Faber, hoofdinspecteur van de Inspectie Justitie en Veiligheid. “Als een incassodienstverlener zijn zaken niet op orde heeft, kan een sanctie volgen zoals een boete of een last onder dwangsom. Bij een last onder dwangsom moet het bedrijf concrete verbeteringen laten zien. Zodat mensen met een schuld netjes worden behandeld en niet verder in de problemen raken.” Dit is ook expliciet de bedoeling van de nieuwe wetgeving.
Meldpunt
Bedrijven waar signalen over binnenkomen bij de Inspectie JenV kunnen sneller een bezoek verwachten dan bedrijven waarover geen signalen binnenkomen. Daarom is het belangrijk dat mensen, die problemen hebben met een incassodienstverlener, dit melden bij de Inspectie JenV: Meldpunt Wet kwaliteit incassodienstverlening.
Register
Incassodienstverleners, die al voor 1 april 2024 actief waren, dienen zich zich vóór 1 april 2025 te registreren in het register incassodienstverlening. Nieuwe incassodienstverleners zijn verplicht zich direct in te schrijven om hun incassodienstverlening te kunnen uitvoeren. Screeningsautoriteit Justis is verantwoordelijk voor de beoordeling en registratie van incassodienstverleners in het register. De Inspectie JenV kijkt naast de kwaliteitseisen uit de wet ook nadrukkelijk of een bedrijf in het register staat opgenomen.
Inspectie JenV gaat optreden als incassodienstverleners buiten hun boekje gaan, Ministerie van Justitie en Veiligheid, 17 dececember 2024: https://www.inspectie-jenv.nl
Meldpunt Wet kwaliteit incassodienstverlening: www.inspectie-jenv.nl
Het vakmanschapsmodel: De professional en de cliënt als uitgangspunt voor transformatie in het sociaal domein
Geschreven door Alexandra Gabrielli op . Geplaatst in Blogs, Welzijn, Zorg
Sinds de decentralisaties in 2015 hebben Nederlandse gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen om jeugdzorg (Jeugdwet), maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en participatie (Participatiewet) te organiseren. Hoewel deze decentralisaties gepaard gingen met een forse taakuitbreiding, moesten gemeenten dit binnen beperkende financiële kaders realiseren.
Na tien jaar is het resultaat een stelsel dat zich vaak kenmerkt door bureaucratie en starre contracten. Gemeenten blijven worstelen met de vraag hoe zij zorg en ondersteuning van hoge kwaliteit kunnen organiseren zonder te vervallen in complexiteit en inefficiëntie.
Dit artikel verkent een alternatieve benadering, die vakmanschap en samenwerking tussen professional en cliënt centraal stelt, en bijdraagt aan de transformatie die het sociaal domein nog steeds dringend nodig heeft. Daarnaast belicht het artikel de kaderstellende rol van de gemeenteraad in het bewaken van de speelruimte van zowel professionals als cliënten. Een democratisch gelegitimeerde verordening biedt de noodzakelijke kaders, terwijl professionals en cliënten samen de zorg vormgeven binnen die kaders.
De kok als metafoor voor de professional
De uitdaging van maatwerk in het sociaal domein is te vergelijken met het runnen van een restaurant. Iedere gast heeft zijn eigen voorkeuren en behoeften. Sommigen eten geen vlees of vermijden bepaalde allergenen, terwijl anderen een specifieke voorkeur hebben voor zoet of pittig. De kok in een restaurant moet met deze uiteenlopende wensen omgaan. Dit vraagt meer dan alleen het volgen van standaardrecepten; het vraagt om vakmanschap.
Een kok die alleen recepten uitvoert, kan gerechten bereiden zoals voorgeschreven. Maar zodra de omstandigheden afwijken – bijvoorbeeld door ontbrekende ingrediënten, beperkte keukencapaciteit of onverwachte verzoeken – schiet deze aanpak tekort. Een vakman onderscheidt zich door improvisatievermogen en het vermogen om gerechten te creëren die aansluiten bij de individuele behoeften van gasten. Cruciaal hierbij is dat de kok de gast actief betreft. Een ervaren kok stemt af met de gast, luistert naar zijn voorkeuren en creëert samen met hem een maaltijd die past bij de smaak en wensen van de gast.
In het sociaal domein geldt hetzelfde principe. De professional en de cliënt vormen samen het hart van de zorg en ondersteuning. De cliënt levert niet alleen input over zijn situatie en wensen, maar speelt ook een actieve rol in het vormgeven van de zorg en ondersteuning. De professional fungeert als gids, die met expertise en vakmanschap de mogelijkheden binnen de gestelde kaders ontsluit.
Transformatie in het sociaal domein
De term “transformatie” komt erg vaak voor in documenten en gesprekken in het sociaal domein, maar wat betekent het concreet? In essentie gaat het om het vereenvoudigen van de dienstverlening en het systeem waarin deze dienstverlening is ingebed. Dit maakt het mogelijk voor professionals en cliënten om samen invulling te geven aan zorg en ondersteuning die aansluit bij de behoeften van de cliënt of jeugdige, binnen de kaders die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Deze kaders, opgenomen in een democratisch gelegitimeerde verordening, bepalen de speelruimte waarin professional en cliënt zorg en ondersteuning kunnen inrichten.
Het onderscheid tussen kaderstelling door de gemeenteraad en uitvoering door professional en cliënt is fundamenteel. De raad bepaalt welke activiteiten en middelen binnen de publieke opdracht vallen en waar grenzen liggen. Hij verdeelt de schaarste. Dit zorgt ervoor dat professionals zich duidelijk kunnen richten op hun werk en cliënten weten wat zij mogen verwachten. Binnen duidelijke kaders ontstaat ruimte voor interactie en co-creatie tussen professional en cliënt.
Het Vakmanschapsmodel: ruimte voor co-creatie
Het Vakmanschapsmodel biedt een kader waarin professionals en cliënten gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor het vormgeven van zorg en ondersteuning. Dit model stelt niet het systeem, maar de samenwerking tussen professional en cliënt centraal. Tegelijkertijd waarborgt het model dat de gemeenteraad duidelijke kaders stelt over wat binnen de professionele en cliëntgerichte ruimte valt.
Het Vakmanschapsmodel werkt met gedefinieerde deskundigheden (bijvoorbeeld gedragswetenschappers, psychologen, jeugdwerkers, ervaringsdeskundigen, enzovoort) op bekende deskundigheidsniveaus (bijvoorbeeld MBO, HBO en WO), die zijn te koppelen aan transparante tarieven. Deze tarieven zijn gebaseerd op cao’s en redelijke kostprijselementen. Het model geeft professionals de ruimte om binnen deze kaders zelfstandig te handelen en samen met cliënten oplossingen voor zorg en ondersteuning te ontwerpen die aansluiten op individuele behoeften.
De toegang tot zorg en ondersteuning speelt een sleutelrol in dit model. Zij vormt de toegangspoort tot zorg en ondersteuning en werkt samen met cliënten om de intensiteit, duur en inhoud van de zorg en ondersteuning te bepalen. Tegelijkertijd bewaakt de gemeenteraad in de verordening dat de middelen rechtvaardig verdeeld blijven. Door deze verdeling op democratische wijze te legitimeren, ontstaat een stevig fundament waarin zowel de belangen van de gemeenschap als die van individuele cliënten is te waarborgen.
Stimulering van kwaliteit als aanvulling op het model
Een waardevolle aanvulling op het Vakmanschapsmodel is de mogelijkheid om niet-afdwingbare normen te introduceren die (jeugdzorg)aanbieders stimuleren om kwaliteit te leveren. Deze normen kunnen zich richten op het behalen van resultaten bij cliënten of cliëntpopulaties, waarbij de nadruk ligt op concrete doelen zoals zelfredzaamheid of participatie of doelen die cliënten zélf stellen.
Een voorbeeld van zo’n norm kan zijn dat aanbieders streven naar een succesratio van 95% bij eenvoudige casussen en 85% bij complexe situaties. Deze normen kunnen gemeenten koppelen aan andere indicatoren zoals een minimale cliëntervaring en naleving van veiligheidsnormen. (Jeugdzorg)aanbieders die deze doelen behalen, kan de gemeente dan bijvoorbeeld erkennen met een keurmerk dat hun prestaties zichtbaar maakt. Dit keurmerk biedt niet alleen een vorm van publieke waardering en erkenning, maar stimuleert ook gezonde concurrentie op basis van kwaliteit.
Door dergelijke prikkels in te zetten, kunnen gemeenten niet alleen transparantie vergroten, maar ook een cultuur van continue verbetering bevorderen. Bovendien biedt het cliënten en professionals inzicht in welke (jeugdzorg)aanbieders het meest succesvol zijn in het leveren van maatwerk en het behalen van resultaten. Deze inzichten dragen bij aan een systeem dat zowel cliëntgericht als resultaatgericht is.
Conclusie
Het Vakmanschapsmodel biedt een alternatief voor vigerende modellen in het huidige sociaal domein, waarin bureaucratie en starre systemen vaak nog steeds de boventoon voeren. Door vakmanschap centraal te stellen en ruimte te bieden voor samenwerking tussen professional en cliënt, kunnen gemeenten effectievere hulp organiseren die aansluit bij de behoeften van inwoners. Tegelijkertijd onderstreept het model het belang van een kaderstellende gemeenteraad, die de speelruimte van professionals en cliënten definieert en de democratische legitimiteit van het systeem borgt.
De toevoeging van niet-afdwingbare normen en kwalitatieve prikkels laat zien dat er ruimte is voor innovaties die de betrokkenheid van (jeugdzorg)aanbieders, professionals en cliënten vergroten. Dit versterkt niet alleen de kwaliteit van de zorg en ondersteuning, maar ook het vertrouwen in het systeem. Gemeenten kunnen deze inzichten benutten om het sociaal domein toekomstbestendig te maken.
Zoals een vakman in de keuken gerechten creëert in samenspraak met zijn gasten, zo kunnen professionals en cliënten samen zorg en ondersteuning vormgeven die past bij hun unieke situatie. Democratische kaders bieden hierbij een veilige en rechtvaardige basis waarin ruimte ontstaat voor maatwerk, co-creatie en stimulering van kwaliteit
Tim Robbe is voortrekker en bestuurslid van Stichting Beroepseer
Dit artikel verscheen eerder op Sociaal web: https://sociaalweb.nl
Arbodiensten zien stijging van aantal stressgerelateerde klachten op het werk in 2024
Geschreven door Redactie Beroepseer op . Geplaatst in Algemeen, Blogs
Een commentator schrijft op internet naar aanleiding van berichten over het stijgende aantal stressgerelateerde klachten op het werk: “Ik betwijfel dat stress gerelateerde klachten louter en alleen voortkomen door druk op het werk. We denken vaak in hokjes. Maar het is een samenspel van problemen in de privé omgeving; slechte relatie, niet op je plek zitten, de wens tot ander werk, ontevredenheid over de algehele situatie. Je eigen behoeftes en gevoelens”.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meet overigens regelmatig de redenen van het ziekteverzuim van werknemers. In 2023 blijken de klachten van 22 procent van de verzuimende werknemers voor een deel (14 procent) of hoofdzakelijk (8 procent) het gevolg te zijn van hun werk. Het CBS hanteert vier categorieën bij verzuiming:
1. Ja, hoofdzakelijk werkgerelateerd
2. Ja, voor een deel werkgerelateerd
3. Nee, niet werkgerelateerd
4. Weet niet
Pieken en afwijkende trends van 2024
Uit cijfers van de arbodiensten ArboNed en HumanCapitalCare, beide onderdeel van HumanTotalCare en gezamenlijk werkzaam voor circa 1 miljoen medewerkers, blijkt dat het jaar 2024 pieken en afwijkende trends vertoont.
Het kortdurend verzuim werd in 2024 sterk beïnvloed door griepachtige klachten. Redmer van Wijngaarden, directeur medische zaken bij ArboNed: “De oorzaken hiervan zijn divers. Dat kan bijvoorbeeld om een flinke verkoudheid gaan, een griep veroorzaakt door het influenzavirus of om corona. Het begin van 2024 kenmerkte zich met een piek in het verzuim door dit soort griepachtige klachten. Een opvallende start, omdat deze piek meestal een maand eerder in december ligt. Vanaf februari namen de ziekmeldingen wel weer snel af. De daling in de zomermaanden was juist minder uitgesproken, toen griepachtige klachten zorgden voor relatief meer verzuim dan gebruikelijk is in deze periode. Dat viel destijds ook samen met een toename van het aantal corona-deeltjes in de rioolwatermetingen van het RIVM. Het najaar kende een opvallende stijging in september. In deze maand nam het aantal ziekmeldingen door griepachtige klachten met maar liefst 67% toe. Deze trend zette door in oktober, maar maakte in november onverwachts plaats voor een daling.
Stressgerelateerde klachten blijven stijgen
Het kortdurend verzuim door griepachtige klachten schommelt door het jaar heen. Kijken we naar het langdurend verzuim (langer dan 6 weken) door stressgerelateerde klachten, dan zien ArboNed en HumanCapitalCare een duidelijke stijging. In de periode juli 2023 tot juli 2024 nam het stressgerelateerd verzuim met 8% toe ten opzichte van het jaar daarvoor. Over de afgelopen vijf jaar bedraagt de toename zelfs 30%. Momenteel wordt één op de vier verzuimdagen veroorzaakt door stress. Hoewel ook hier de oorzaken verschillen, kregen steeds meer mensen te maken met stressklachten en vielen medewerkers hierdoor gemiddeld ook iets langer uit.
Snelle hulp bedrijfspsycholoog maakt verschil
“Stressklachten zijn vaak hardnekkig”, benadrukt Van Wijngaarden. “Hoe langer je wacht met aanpakken, hoe groter de impact. En dat is zonde, want je kunt hier zelf iets aan doen. Onder andere door op tijd aan de bel te trekken en als werkgever en werknemer met elkaar in gesprek te blijven hierover. Kom je er samen niet uit, schakel dan op tijd professionele hulp in, bijvoorbeeld van een bedrijfspsycholoog. Daar kun je via de bedrijfsarts vaak al binnen twee weken terecht, terwijl de reguliere zorg kampt met lange wachtlijsten. Gelukkig weten steeds meer werkgevers en werknemers deze weg te vinden.”
Griepachtige klachten én stress boosdoeners van verzuim in 2024, Human Capital Care 19 december 2024. www.humancapitalcare.nl
Ziekteverzuim naar bedrijfstak: ontwikkelingen en verschillen, door Willem Gielen, Ilham Malkaoui, CBS, 19 juli 2024: www.cbs.nl/
Ereveer uitgereikt aan Digitale Bibliotheek – Uitnodiging voor bijwonen DBNL achter de schermen
Geschreven door Redactie Beroepseer op . Geplaatst in Blogs, Informatie en communicatie
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) kreeg een ereveer uitgereikt op voordracht van de Academie De Gouden Ganzenveer. Dat gebeurde op 8 november 2024, de dag waarop DBNL haar 25-jarig bestaan vierde. De ereveer bestaat uit een kunstwerk waarin een metafoor van schrijver en Academielid Abdelkader Benali is verwerkt. Het is voor het eerst dat een dienst deze prijs ontvangt.
De Academie prijst DBNL in de woorden van Abdelkader Benali als volgt “Een waarlijke grot van Ali Baba met originele teksten, literaire tijdschriften, gedichtenbundels, romans, biografische schetsen en oude geschriften. De no-nonsense website biedt snel toegang tot gezochte bronnen en is een feest om in rond te snuffelen. Een dan weer stille dan weer onstuimige zee om door te varen. Een onmisbaar instrument voor eenieder die het naadje van de kous wil weten van onze Nederlandstalige literatuur. DBNL verdient de onderscheiding voor visie, volledigheid en toegankelijkheid”.
Miljoenen bezoekers per jaar
DBN is opgericht in 1999, toen nog als zelfstandige stichting. In 2015 is de bibliotheek ondergebracht bij de Koninklijke Bibliotheek (KB). Tegenwoordig is het de best bezochte KB-dienst: de site DBNL.org werd in 2023 maar liefst 7,2 miljoen keer bezocht. Samen met Delpher en de online bibliotheek bereikt de KB zo 1 op de 3 volwassen Nederlanders.
DBNL is een samenwerking tussen de Taalunie, de Vlaamse Erfgoedbibliotheken en de KB. In de collectie vind je duizenden boeken en tijdschriften uit het gehele Nederlandse taalgebied, fulltext gedigitaliseerd. Anders gezegd: de teksten zijn woordelijk doorzoekbaar. Van de correspondentie van Erasmus tot een artikel over Jip en Janneke, en van het tijdschrift Onze Taal weer terug naar een middeleeuws kookboek.
Reactie KB
Algemeen directeur van de KB Wilma van Wezenbeek is trots: “Wat een mooie prijs voor deze waardevolle dienst. DBNL is een schatkamer die wereldwijd fans heeft: van datawetenschappers en studenten Nederlands tot scholieren en liefhebbers van literatuur. Een goed voorbeeld van wat we kunnen bereiken door netwerksamenwerking. Ik feliciteer alle collega’s die zich elke dag inzetten voor deze bibliotheek. Hun harde werk wordt vandaag beloond”.
Nieuwe vorm van informatievoorziening
Digitale tekstcollecties worden in toenemende mate gebruikt als data, voor machine learning of andere vormen van text- en data- mining. Dat vraagt om een nieuwe vorm van informatievoorziening. Het team DBNL-backend houdt zich bezig met de technologie die nodig is voor het digitaliseringsproces, zoals de applicaties voor gebruikers. Fulltextdigitalisering levert een verrijkt eindproduct van hoge kwaliteit op. Team DBNL-frontend houdt zich bezig met de technologie, functionaliteit en het UX-design – of user experience design – de eerste stap bij het ontwerp van een website of applicatie. De technologie achter de website wordt vernieuwd en er worden grondige verbeteringen aan de gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid gedaan.
Uitreiking van de ereveer
Academielid Arendo Joustra reikte samen met bestuursvoorzitter Caroline Reeders de ereveer uit aan Gunther Van Neste, algemeen secretaris van de Taalunie, Mathijs Lamberigts, voorzitter Vlaamse Erfgoedbibliotheken en Karin Eggink, producteigenaar DBNL bij de KB.
De Gouden Ganzenveer is een culturele prijs die jaarlijks door de Academie de Gouden Ganzenveer, onder voorzitterschap van Jet Bussemaker, wordt toegekend aan iemand voor haar of zijn belangrijke bijdrage aan de Nederlandse geschreven taal of taalcultuur. In 2024 is de Gouden Ganzenveer uitgereikt aan spoken word-dichter Babs Gons. Sinds 2022 wordt jaarlijks ook een Jonge Veer uitgereikt aan een talentvolle jonge schrijver van fictie, non-fictie, toneel of poëzie.
Referenties
Prijs voor 25-jarige DBN, KB, 7 november 2024: www.kb.nl
Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren wint prestigieuze prijs, Computable, 12 december 2024: www.computable.nl
BNL krijgt ereveer van Stichting De Gouden Ganzenveer, Taalunie, 8 november 2024: https://taalunie.org
DBNL: www.dbnl.org KB: www.kb.nl De Gouden Ganzeveer: www.goudenganzenveer.nlUitnodiging DBNL achter de schermen
Het DBNL-team nodigt op vrijdag 21 februari 2025 belangstellenden uit om de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beter te leren kennen. Iedereen is van harte welkom op deze informatieve en inspirerende middag voor een kijkje achter de schermen. Vanaf 13.00 uur is er ontvangst in de historische Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen, België, en vanaf 13.30 uur begint het inhoudelijke programma. Gestart wordt met een korte introductie en stilstaan bij het vijfentwintigjarige bestaan van DBNL. Dan volgt een diepe kennismaking met DBNL aan de hand van lezingen over het digitaliseringsproces en de toekomstige nieuwe DBNL-website. Er zijn ludieke intermezzo’s en een Q&A met DBNL-medewerkers. Brandende vragen zijn welkom. Aansluitend is er in een rondleiding in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience die al jaren een belangrijke partner is voor DBNL. Voor wie erbij wil zijn, hier aanmelden tot en met 7 februari 2025. Meer info in de Nieuwsbrief van DBNL: www.dbnl.org Nottebohmzaal: https://consciencebibliotheek.be/nl/pagina/nottebohmzaal Afbeelding helemaal bovenaan is van Mohamed Hassan