Skip to main content

Christiaan van Kasteel

Lars Tummers over beleidsvervreemding van professionals in de publieke sector

lars tummers policy alienation 2Lars Tummers legt in het kort uit wat hij bedoelt met beleidsvervreemding. Tummers is universitair hoofddocent Public Management aan het Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (Universiteit Utrecht) en onderzoeker aan de Arizona State University in de VS. Tummers houdt zich al jaren intensief bezig met de relatie publieke sector-professional-overheid en heeft een model ontwikkeld om beleidsvervreemding onder professionals te peilen. Professionals in de publieke sector zijn vervreemd geraakt van overheidsbeleid en dat belemmert hen hun werk goed uit te voeren. Als een leraar bijvoorbeeld een onderwijsprogramma moet invoeren dat hij slecht vindt voor de leerlingen en de samenleving, kan hij zich daarmee niet identificeren.

Tummers noemt drie problemen waarmee professionals worden geconfronteerd. Ten eerste is er een constante toestroom van veranderingen en hervormingen. Elke nieuwe minister wil zijn eigen beleid doorvoeren. Een tweede probleem is dat de waarden van nieuw beleid niet altijd stroken met de eigen waarden. Een voorbeeld is een overheidsmaatregel gericht op bezuiniging in de gezondheidszorg. Een arts daarentegen wil de best mogelijk zorg leveren. Een derde punt is dat veel overheidsbeleid gericht is op meetbare doelen in plaats van op meer holistische, kwalitatieve doelen.

Tummers biedt een aantal oplossingen: de professionals betrekken bij het maken van nieuw beleid, beter onderzoek doen naar de effecten, beleid ontwikkelen dat zinvol is en professionals de ruimte geven het nieuwe beleid aan te passen aan de omstandigheden van hun cliënten. Van belang is vooral dat professionals het gevoel hebben dat ze gewaardeerd worden door de maatschappij, dat er naar hen wordt geluisterd en dat ze serieus worden genomen.

Het proefschrift van Lars Tummers, getiteld Policy alienation – Analyzing the experiences of public professionals with new policies is te downloaden op https://repub.eur.nl/pub/31615/

Voor dit proefschrift heeft Tummers in 2014 de Studieprijs van Stichting Praemium Erasmianum ontvangen.

(Video is in het Engels)

Jelmer Evers over autonomie en vakmanschap van de leraar en een internationaal lerarennetwerk

jelmer evers 4Leraar en onderwijsactivist Jelmer Evers zet zich al jaren in voor onderwijsvernieuwing en professionele autonomie van de leraar, zowel op nationaal als internationaal niveau. In plaats van ons alleen maar te richten op cijfers, resultaten, automatisering en standaardisering is het beter ons te concentreren op het vakmanschap van de leraar en het kweken van vertrouwen. Flip the system noemt hij dat, het systeem omkeren waardoor de leraar en zijn professionaliteit in plaats van onderaan, bovenaan de piramidevormige ladder komt te staan.

In mei 2017 was Evers aanwezig op de conferentie Unite for quality education and leadership in Rotterdam waaraan 300 leraren en onderwijskundigen uit 50 landen deelnamen. De conferentie bood een platform voor de presentatie van momenteel in ontwikkeling zijnde initiatieven en strategieën op onderwijsgebied. Een belangrijk thema was het definiëren van professionele onderwijsmaatstaven, onderdeel van de campagne Unite for Quality Education die Education International momenteel voert. Education International (EI), organisator van de conferentie, is een internationale federatie van vakbonden van leraren en onderwijsmedewerkers bestaande uit meer dan 400 organisaties met in totaal 30 miljoen leden in 172 landen en regio’s.

Evers is sinds 2016 bezig met het opzetten van een internationaal netwerk van individuele leraren en lerarenorganisaties, het Teacher/Educator Network (Global TEN) voor versterking van de professionaliteit van de leraar. De bedoeling is een authentiek platform voor de internationale discussie over kritieke aspecten van het lerarenberoep, de professionele ontwikkeling en de onderwijsopleiding alsook voor verspreiding van onderwijs-innovaties en bescherming van het lerarenberoep. Gestreefd wordt naar een collectieve autonomie van de leraar en het wereldwijd met elkaar in verbinding staan van leraren en hun organisaties.

(Video is in het Engels)

Een strikt protocol versus vertrouwen in de arts

In De Volkskrant van 20 maart 2017 schrijft Ellen de Visser over het recent gepubliceerde proefschrift van arts-onderzoeker Maartje Schouten1). De vragenlijsten die alle eerstehulpafdelingen en huisartsenposten sinds een paar jaar moeten gebruiken om kindermishandeling op te sporen zouden niet goed werken. Deze vragenlijst, ofwel het SPUTOVAMO-protocol bestaat uit acht vragen die de arts verplicht moet stellen aan kinderen die binnenkomen. De toepassing van een screeningsmethode is sinds 2011 verplicht op alle huisartsenposten en spoedeisende hulp afdelingen.

Het voordeel van deze lijst is dat er maar 1 op de 100 kinderen gemist wordt wanneer de vragenlijst is afgewerkt. Het nadeel is echter dat het leidt tot onterechte verdenkingen in meer dan 90% van de gevallen. Schouten concludeert in haar onderzoek dat de vragenlijst niet accuraat genoeg is. De test is bovendien nooit wetenschappelijk onderzocht. De validiteit ervan is dus bewezen. Ook internationaal is er geen dergelijke vragenlijst getoetst en blijkt Nederland het enige land te zijn dat een verplichting heeft tot screening op kindermishandeling.

Onderzoek naar kindermishandeling in Canada2) vond dat kinderen het vaakst in aanraking komen met child protective services wanneer ze alledrie de soorten kindermishandeling ervaren: fysiek, seksueel en interpartner geweld. Het SPUTOVAMO protocol focust echter alleen op het fysieke deel. Dit is maar één voorbeeld van het gebrek aan onderzoek naar deze vragenlijst. Een ander onderzoek naar kindermishandeling stelt dat de sensitiviteit, specificiteit en de mate van voorspelbaarheid niet bekend zijn bij het SPUTOVAMO protocol3).

In hoeverre moet je vertrouwen op de uitkomst van een vragenlijst terwijl deze niet wetenschappelijk is getoetst? Op dit moment gebeurt dat klakkeloos. Dat leidt tot nare situaties waarin onterechte verdenkingen ‘een enorme emotionele impact hebben op ouders en kind’. Geef liever de ruimte voor de arts om zelf te beslissen of er iets gebeurt met de uitslag van de test en maak het niet verplicht. Het vertrouwen in de beroepsgroep moet er zijn. Test bovendien uitvoerig het huidige protocol. Een handvat is altijd welkom, mits wetenschappelijk getoetst en correct gebruikt.

1) Schouten, M. C. M. (2017). Systematic screening of child abuse in out-of-hours primary care (Doctoral dissertation, Utrecht University).
2) Afifi, T. O., MacMillan, H. L., Taillieu, T., Cheung, K., Turner, S., Tonmyr, L., & Hovdestad, W. (2015). Relationship between child abuse exposure and reported contact with child protection organizations: Results from the Canadian Community Health Survey. Child abuse & neglect, 46, 198-206.
3) Teeuw, A. H., Derkx, B. H., Koster, W. A., & van Rijn, R. R. (2012). Educational paper. European journal of pediatrics, 171(6), 877-885.

Verkeerde vragenlijst leidt tot veel onterechte verdenkingen van kindermishandeling, door Ellen de Visser, de Volkskrant, 20 maart 2017: www.volkskrant.nl