Skip to main content

Blogreeks in ESB over in de praktijk werkende economen en over wat nodig is aan hervorming in de economie-opleiding

ESB, het vakblad voor economen, is begonnen met een serie artikelen over Economen in de praktijk. In deze blogreeks geeft ESB het woord aan Rethinking Economics NL Zij interviewen economen die werkzaam zijn in de praktijk om inzichtelijk te krijgen wat nodig is in economieopleidingen om economen gedegen te equiperen. Rethinking Economics NL is een netwerk van studenten, academici en gepassioneerde denkers, die samenkomen om het economisch denken te diversifiëren en te vernieuwen.

De eerste aflevering behelst een interview met Hans Stegeman. Door zijn werkzaamheden bij vakbond FNV, het Centraal Planbureau en het economisch bureau van de Rabobank heeft Stegeman jarenlange ervaring als econoom in het veld. Op dit moment werkt Stegeman als Head of Research and Investment Strategy bij Triodos Investment Management, de beleggingstak van de Triodos Bank, terwijl hij ook werkt aan een proefschrift aan de Radboud Universiteit.

Eerste vraag: Kunt u iets vertellen over wat u doet als econoom?

Stegeman: “Naast het leiding geven aan een team en bijwonen van vele vergaderingen en andere ontmoetingen, doe ik als econoom voor ons beleggingsfonds reguliere updates over de macro-economische ontwikkelingen. Dan gaat het over standaardzaken als groeicijfers, en inflatie- en renteverwachtingen. Daarnaast schrijven we diepgaandere studies over verschillende onderwerpen. Wat zijn bijvoorbeeld de relevante ontwikkelingen in de landbouw- en voedselsector vanuit het perspectief van duurzaamheid? Bovenop dit soort vragen lichten we verschillende beursgenoteerde bedrijven door waar mogelijk in belegd gaat worden. We kijken dan naar wat ze doen, en of hun activiteiten bij onze missie passen — of ze effectief bijdragen aan de transitie naar een groene economie.

Wat mij betreft is dit allemaal onderdeel van economie. Wat economie dan precies is, is een lastige vraag om als econoom te beantwoorden. Ik heb zoveel met economen samengewerkt dat je soms niet helemaal meer ziet welk deel van je gedachtes en analyses typisch economisch is, en welke niet. Als je economie definieert als het maximaliseren van welvaart in een context van schaarste, dan kom je denk ik een heel eind.

Let wel: dit kan in sommige situaties over micro-economie gaan, en in andere gevallen juist over grote macro-economische vraagstukken. Economie is per definitie heel breed, maar economie is vooral een lens, een manier om naar de wereld te kijken — nog niet eens zozeer een instrumenten dat je gebruikt. Dat laatste is een afgeleide daarvan”.

Kwaliteiten van een econoom

Volgens Stegeman bestaat de ideale econoom niet, ook niet voor Triodos. Maar er zijn volgens hem wel enkele kwaliteiten die een econoom moet hebben om in de praktijk goed te functioneren: “Allereerst moet een econoom de vaardigheden bezitten om in de praktijk goed uit de voeten te kunnen […] Daarnaast benodigt een goede econoom — in de praktijk maar ook op de universiteit — reflectief vermogen op de normativiteit van zijn of haar eigen aannames […] Tenslotte dient een Triodos-econoom een brede kijk op economie te hebben. Economen die alleen nadenken over marktwerking en externaliteiten, en externaliteiten ook blijven benoemen als externaliteiten en die dus niet als heel belangrijk zien, die moet je dus niet bij Triodos hebben. We zijn bij Triodos hartstikke normatief over wat het doel van economische ontwikkeling zou moeten zijn — wij als economen trekken vervolgens onze gereedschapskist open waarmee we analyseren wat hiervoor nodig is. Door het zo normatief te maken, is dit in ieder geval glashelder. Dat zouden meer economen moeten doen”.

Een andere vraag betreft de opleiding economie. Wat zou er moeten verschuiven om goede praktische economen af te leveren?

Stegeman: “Een aantal dingen. In aanvulling op wat ik net zei, zou er, aanvullend aan geavanceerde micro-economie, meer aandacht besteed moeten worden aan simpele praktische zaken. Zo zou er aandacht moeten zijn voor instituties. Economen die na afstuderen bij een ministerie of bank gaan werken, weten, mede door de dominantie van Amerikaanse tekstboeken, nauwelijks hoe de Nederlandse institutionele context in elkaar zit. Daarnaast is een behandeling van de geschiedenis noodzakelijk. Waarom is Nederland bijvoorbeeld zo schokgevoelig? En hoe zijn we op dat punt gekomen?

Bovendien vind ik aandacht voor verschillende economische scholen belangrijk, zodat je laat zien dat neoklassieke economie niet per definitie de waarheid is. Dit moet standaard onderdeel van het curriculum worden, geen weggestopt keuzevak. Als je dit combineert met geschiedenis van het economisch denken, zie je hoe de economische theorie geëvolueerd is met hoe de economie eruit ziet. Als je dit als student leert herkennen, kan je een visie vormen op welke zaken vandaag belangrijk zijn, en hoe dit bestudeert en aangepakt kan worden. Uiteindelijk moet je het zelf bedenken — je moet economie snappen, maar niet iets opgelegd krijgen. Het opleiden van economen tot kritische, onafhankelijke denkers bereiken we onder andere door verbreding — zonder nuttige elementen van de opleiding af te wijzen zoals ze nu zijn.”

Lees het hele interview: Economen in de praktijk (1) Hans Stegeman: “Een echte econoom word je pas in de praktijk”, ESB, 9 maart 2018: https://esb.nu

Rethinking Economics NL: www.rethinkingeconomics.nl

economen in de praktijk esb rethinking economics