Skip to main content

KNAW in standpuntennota: Meer leraren met universitair diploma nodig op de middelbare school

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) maakt zich zorgen over het afnemende aandeel academisch geschoolde leraren in het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). In een standpuntnota
onderbouwt de KNAW de zorgen en doet aanbevelingen om meer academisch geschoolde leraren in het voortgezet onderwijs te krijgen en te behouden.

Academisch geschoolde leraren zijn nodig om leerlingen voor te bereiden op de universiteit. De komende jaren gaan juist veel van deze universitair geschoolde leraren met pensioen, terwijl de nieuwe aanwas grotendeels bestaat uit hbo-geschoolde leraren. Tegelijk worden er steeds minder afgestudeerden van universiteiten leraar. Deze instroom moet weer gaan stijgen.

Daling instroom

In 2012 studeerden er circa 1000 mensen af aan de universitaire lerarenopleidingen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verwacht dat dat er in 2020 nog 800 zullen zijn. Voor de exacte vakken studeren er zelfs bijzonder weinig leraren af. In 2015 waren dat slechts enkele tientallen per vak.

Vak aantrekkelijker maken

Het leraarschap kan op meerdere manieren aantrekkelijker worden. Bijvoorbeeld door een lager collegegeld voor het extra jaar dat mensen moeten studeren. Ook kunnen studenten tijdens de reguliere studiejaren alvast educatieve vakken krijgen. Dat vinden ze vaak aantrekkelijker dan achteraf een heel jaar vrijwel alleen vakdidactiek te studeren. Omgekeerd kunnen studenten tijdens hun extra studiejaar ook vakken krijgen die juist gaan over de onderwerpen waarin ze later les gaan geven. Bovendien zouden studenten tijdens dat jaar onderzoek kunnen doen naar vakdidactiek. Verder zouden lerarenopleidingen ook afgestudeerden moeten toelaten van brede universitaire studies; denk aan het geven van Duits door iemand die Europese studies heeft gedaan en het Duits voldoende beheerst.

Universitair opgeleide docenten stromen vaker uit dan hbo-opgeleide docenten. Het salaris is daarvoor waarschijnlijk geen reden. Wel moeten startende leraren een soepele start kunnen maken in het onderwijs. Daarvoor is er goede begeleiding nodig vanuit de scholen en vanuit de lerarenopleidingen. Op de lange termijn kan het leraarschap aantrekkelijker worden door leraren meer te betrekken bij de universiteit. Dan horen ze meer over actuele ontwikkelingen in hun vakgebied. Daarnaast kunnen universiteiten extra benadrukken dat het leraarschap interessant en waardevol is.

Klik hier voor de standpuntennota in PDF: Academisch gevormde leraren in het voortgezet onderwijs, KNAW, 13 p., augustus 2017