Skip to main content

“Maar van dit soort dingen word ook ik een boze burger”. Over het eindverslag van formateur Tjeenk Willink

Op de blog Beste Jaap, Beste Leike van de site Organisatievragen voeren ene Jaap en Leike regelmatig een dialoog over het vak en de wereld. Op 2 juli 2017 schreef Jaap zijn blog De Tjeenk. Die begint zo:

Beste Leike, Jij maakte je boos over het getut in de kabinetsvorming in je laatste brief; ik heb met bewondering de bijlage bij het eindverslag van formateur Tjeenk Willink gelezen. De man wordt alom bewonderd in Den Haag en ik snap waarom. In gortdroge ambtenarentaal maakt hij een messcherpe analyse van dertig jaar Haags beleid.
Vlak voor het eind staat: “Want hoe legitiem is een openbaar bestuur waarin alleen de meest competente burgers, en dan nog soms met moeite, zelf hun weg kunnen vinden en niet diegenen waarvoor de democratische rechtstaat juist ook was bedoeld? Hoe legitiem is een openbaar bestuur waarin deskundige uitvoerders van publieke taken steeds minder tijd aan hun eigenlijke werk kunnen besteden maar als het mis gaat toch als eersten verantwoordelijk worden gesteld?”

In de paar A4-jtes daarvoor maakt hij een verhaal over beleid en uitvoering. Ik vat de highlights samen in mijn woorden.

• De enorme aandacht voor nieuw beleid terwijl het nieuwe beleid van het vorige kabinet nog niet eens gestalte heeft kunnen krijgen. Uitvoeringsorganisaties komen niet toe aan het ontwikkelen van routines door voortdurende beleidswijzigingen.
• Het onderscheid tussen ‘politieke tijd’ en ‘tijd voor uitvoering’ waarbij de eerste het in de besluitvorming steeds wint. De politiek heeft altijd haast en trekt zich er weinig van aan dat het koken van een ei niet sneller gaat als je het gas hoger zet.
• De saneringen op de publieke sector van 61 miljard zijn in hoge mate bezuinigingen op apparaatsuitgaven. De organisaties worden steeds meer gefragiliseerd zoals zou Taleb zeggen, steeds kwetsbaarder.
• Daarbovenop worden die organisaties fiks door de war gegooid met reorganisaties, schaalvergrotingen, uitbreiding van taken, personele bezuinigingen en digitalisering. En of u dan ook nog alstublieft in ketens en netwerken wilt gaan werken met shared service-organisaties en allerlei andere transactionele relaties.
• Er is een tussenlaag van onbekende omvang gevormd tussen bestuur en uitvoering van ambtenaren en deskundigen, rekenmeesters en onderzoekers, communicatiedeskundigen en toezichthouders, (commerciële) adviseurs en (proces)managers. Een tussenlaag van – volgens de Tjeenk – gelijk denken, gelijk spreken en gelijk doen. Tegenspraak en countervailing power tussen de professionals en beslissers is alleen al onmogelijk omdat het ondoorzichtig is.
• Een ander aspect is het sturen op cijfers, op kwantiteiten dus. Niet gek dat kwaliteit uit beeld verdwijnt. Kwaliteit is volgens Tjeenk een saldo-begrip: het verschil tussen verwachtingen en uitkomsten. Maar we zijn door al die sturing met DBC’s, managementmodellen en targets het zicht op de kwaliteit van de dokter, de leraar en de politieagent uit het oog verloren.

Lees de hele blog van Jaap: De Tjeenk, Organisatievragen, 2 juli 2017: www.organisatievragen.nl/de-tjeenk

Eindverslag van informateur Tjeenk Willink, Kabinetsformatie 2017: https://eerstekamer.nl/9370000/1/j4nvi0xeni9vr2l_j9vvkfvj6b325az/vkfgh4d1iwzf/f=/vkfgg3dulwzu.pdf