Skip to main content

Maatschappelijk onbehagen en het openbaar bestuur. Een strategische verkenning

omslag maatschappelijk onbehagen openbaar bestuurIn Westerse democratieën wordt een brede discussie over het maatschappelijk onbehagen in de samenleving gevoerd. De consequenties van dit onbehagen zijn vergaand. Zo wordt gesteld: het onbehagen zet de legitimiteit van het overheidshandelen onder druk, het leidt tot grote(re) maatschappelijke tegenstellingen tussen burgers en het is de oorzaak voor de opkomst van populistische partijen. Een perspectief dat daar tegenover kan worden gesteld is dat dit onbehagen de politiek en de overheid ook scherp houdt. Het onbehagen leidt ertoe dat de macht van het openbaar bestuur niet vanzelfsprekend is, het leidt ertoe dat (nieuwe) maatschappelijke thema’s ook daadwerkelijk worden opgepakt. Waar er veel over de consequenties van maatschappelijk onbehagen wordt gesproken, is feitelijk weinig bekend over wat dit maatschappelijk onbehagen precies is, bij welke burgers dit onbehagen het meest te vinden is en welke oorzaken aan dit onbehagen ten grondslag liggen.

In de strategische verkenning Maatschappelijk onbehagen en openbaar bestuur, gaan de auteurs Boudewijn Steur, Ellen van Doorne en Thomas Zandstra in op de aard en de betekenis van het maatschappelijk ongenoegen bij burgers. Ze brengen de wetenschappelijke stand van het denken over maatschappelijk onbehagen in kaart en benoemen de implicaties van het maatschappelijk onbehagen voor het functioneren van het openbaar bestuur.
Met deze verkenning willen zij een bijdrage leveren aan de discussie over dit maatschappelijke fenomeen. De verkenning is daarmee ook niet zozeer een eindproduct, maar een startdocument voor verdere verdieping.
De auteurs zijn werkzaam bij de afdeling KIEM van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en hebben deze strategische verkenning op persoonlijke titel geschreven.

Zes richtlijnen voor beleid

Maatschappelijk onbehagen blijkt een ingewikkeld en omstreden fenomeen. In het dagelijks gebruik wordt gedoeld op het gevoel van mensen dat de achteruitgang van de samenleving onbeheersbaar en daardoor ook niet te stoppen is. Het gevoel wordt vaak in verband gebracht met de vraag of mensen geloven dat zij het net zo goed krijgen als hun ouders of dat hun kinderen het nog net zo goed krijgen als zijzelf.
Aan het slot geven de auteurs zes perspectieven – richtlijnen voor beleid. Kan de overheid het maatschappelijk onbehagen tegengaan? Wat is goed om te doen, of juist niet?
De zes richtlijnen gaan over verbindingen tussen openbaar bestuur en samenleving; bejegening van burgers; reële problemen aanpakken; schijnoplossingen; alertheid; meer onderzoek

Maatschappelijk onbehagen en het openbaar bestuur, door Boudewijn Steur, Ellen van Doorne en Thomas Zandstra, uitgave van Ministerie van BZK, februari 2017: www.researchgate.net/publication/329521329_Maatschappelijk_onbehagen_en_het_openbaar_bestuur