De jeugd-GGZ dreigt te desintegreren. Hoe voorkomen we dat?
In een ingezonden brief in de Veenendaalse Krant geeft Machteld van Zijp commentaar op een bericht in de krant van 2 juni 2016 over hoe trots de gemeente van Veenendaal is dat ze 4,5 miljoen euro hebben overgehouden van de ontvangen Wmo-gelden. Ze is boos, machteloos, teleurgesteld en verdrietig tegelijk schrijft ze, temeer daar de gemeente overweegt het overgebleven zorggeld te besteden aan andere zaken zoals “pimpen van het winkelcentrum en gratis parkeren”.
Van Zijp is moeder van een een zoon met drie psychiatrische stoornissen en schrijft wat zij sinds de invoering van de nieuwe Wmo-wet per januari 2015 heeft meegemaakt. Het is een triest verhaal. Het gezin Van Zijp heeft een extra hindernis te verduren, moet alleen srtrijden voor het welzijn van hun kind, maar ook voor hun eigen welzijn. Gemeenten doen te weinig, gezinnen ontberen noodzakelijke zorg. Wmo-loketten laten overbelaste mantelzorgers in de kou staan en schrappen louter op financiële gronden. Volgens Van Zijp creëren gemeenten een steeds groter maatschappelijk probleem: “Met als resultaat dat mensen met een baan ook steeds vaker bij hun werkgever in de problemen komen omdat ze zo vaak moeten verzuimen. Met steeds vaker ontslag als gevolg, omdat zij vanwege hun privésituatie te regelmatig zorgverlof hebben moeten nemen”.
Een geweldig plan
Jeugdpsychiater Menno Oosterhoff vraagt zich in zijn blog op Medisch Contact van 22 juni 2016 af waar ze gebleven zijn, al die mensen die de transitie van alle jeugdhulp naar de gemeente zo’n geweldig plan vonden? En die transitie was nog maar het begin. Daarna zou de transformatie komen. Het lelijke eendje zou zich tot een prachtige zwaan ontwikkelen: “Dat de jeugd-ggz behoorde tot de beste van de wereld werd voor het gemak even vergeten. ‘Er zijn soms wel zeven hulpverleners bij een kind betrokken’, werd er geroepen. ‘Dat zal na de transitie tot het verleden behoren.’
Ik moet toegeven: díe belofte is uitgekomen. Daar is namelijk helemaal geen geld meer voor. Want om een kind nu nog één hulpverlener te geven zijn er zeven boekhouders nodig. De transitie heeft ons in het Walhalla van de bureaucratie gebracht. 18 miljoen extra voor de administratie in 2016.
Er was overigens bij het merendeel van de kinderen helemaal geen sprake van meerdere hulpverleners in een gezin. Er werd wel meer geroepen om de transitie erdoor te duwen. Allemaal gestoeld op niks, zonder één praktijkproef.
Van de tweede naar de dertiende plaats
We hebben het uitentreuren geroepen. ‘Dit kan zo niet. Er is geen land ter wereld waar ze gezondheidszorg voor kinderen met een psychische aandoening inrichten als een gemeentelijke voorziening. De privacy is niet goed geregeld, dit wordt een bureaucratisch moeras, er ontstaat postcodegeneeskunde, de kwaliteit zal achteruit lopen, de toegang naar de specialistische hulp is niet gegarandeerd.’ Het werd allemaal weggewuifd. Het was allemaal stemmingmakerij. We preekten voor eigen parochie. Wij waren immers degenen die normale problemen medicaliseerden. Er was een veel beter alternatief dan al die medische zorg. Ontzorgen en normaliseren. Gewoon het gezin in eigen kracht zetten in de wijk en de jongere naar de voetbalclub.
Ook heel veel ouders zagen de bui al hangen. Keukentafelgesprekken waarin je moet bepleiten dat je kind de noodzakelijke zorg krijgt. Waarin met een iPhone foto’s gemaakt worden van de brieven over je kind. Oplopende wachtlijsten, instellingen die dreigen om te vallen, toename van het aantal crisisplaatsingen, omdat er te lang op goede hulp moet worden gewacht. En een daling voor Nederland van de tweede plaats op de KidsRights Index naar de dertiende plaats.
Een jeugd-ggz die dreigt te desintegreren. En nu al een roep om meer centrale aansturing. Nog geen anderhalf jaar na de decentralisatie. Maar centraal aansturen kan dus nu niet meer”.
Oosterhoff zou het liefst de transitie terugdraaien. In een reactie op zijn blog schrijft huisarts Rovers uit Dordrecht dat het tij het best gekeerd kan worden binnen de kaders van de nieuwe regelingen.
Uit een enquête van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onder 42 jeugdhulpregio’s blijkt dat gemeenten kampen met grote tekorten op jeugdhulp. In mei bleek nog dat gemeenten zo’n 310 miljoen euro overhielden op de Wmo. Op het gehele sociale domein, inclusief Wmo en jeugdhulp kijken gemeenten evenwel aan tegen een tekort van 150 miljoen.
De regio’s maken zich het meest zorgen over de tijdsdruk en de financiële druk die speelt bij de totstandkoming van de transformatie van de jeugdzorg. Daardoor moeten nog veel dingen ad hoc gebeuren. Onder de druk van de transitie zijn de beleidsvisies, inkoop en administratie niet op elkaar afgestemd. Gemeenten denken er nog zeker een paar jaar voor nodig te hebben om alles soepel te laten verlopen.
Lees de hele blog van Menno Oosterhoff: Eén kind en zeven boekhouders, Medisch Contact, 22 juni 2016: www.medischcontact.nl
Deze blog is ook als podcast te beluisteren.
Ingezonden brief: Dit kan zo niet langer!, Veenendaalse Krant, 22 juni 2016: http://veenendaalsekrant.nl (Veenendaalse krant is opgeheven). De brief van Machteld van Zijp is te lezen op site Mantelzorgelijk: Open brief van een boze mantelzorger, 1 juli 2016: https://mantelzorgelijk.nl/gelezen-open-brief-van-een-boze-mantelzorger/
Gemeenten verwachten tekort jeugdhulpbudget, Skipr, , 23 juni 2016: www.skipr.nl
VNG constateert tekorten op jeugdhulp, Zorgvisie, 23 juni 2016: www.zorgvisie.nl