Skip to main content

Wat is er nodig om toekomstige politici voor te bereiden op hun ambt?

Jan Bransen, hoogleraar Filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, schrijft in een artikel op de site van Vers beton – “tijdschrift voor de harddenkende Rotterdammer”- over de opvoeding van toekomstige politici. Zijn uitgangspunt is Erasmus, de in Rotterdam geboren filosoof, theoloog, pedagoog en augustijner kanunnik die leefde van 1466 – 1536.

“Stel dat Desiderius Erasmus met 21e-eeuwse ogen naar ons huidige politieke bestel zou kunnen kijken”, vraagt Bransen,“en zich zou afvragen wat er nodig is om toekomstige politici voor te bereiden op hun ambt. Dan zou hij een ander boek schrijven dan hij in 1515 schreef en dat beroemd is geworden onder de titel De opvoeding van de christenvorst. Erasmus schreef dit boek voor kroonprins Karel, die voorbestemd was om keizer van het grote Franse rijk te worden. De kanselier van Brabant, Jean le Sauvage, had bedacht dat het misschien een goed idee zou zijn om Erasmus te benoemen tot raadsheer van de jonge Karel, en met dit geschrift solliciteerde Erasmus naar de gunst van deze aanstaande christenvorst. Het is een erg aardig en wijs boek geworden waarin Erasmus op een boeiende manier zijn humanistische ideeën uiteenzet over de karakterontwikkeling die een toekomstige leider moet doormaken om een goede vorst te kunnen worden.

Karakter

Maar wat voor boek zou Erasmus schrijven als hij vandaag de dag zou solliciteren naar de gunst van toekomstige politici? Hoe zouden zijn humanistische ideeën over opvoeding er op dit moment uitzien? Welke karakterontwikkeling zou hij bij onze toekomstige leiders willen zien? En hoe zou hij menen dat die karakterontwikkeling tot stand gebracht zou kunnen worden?

Over die vragen heb ik lopen filosoferen tijdens een mooie lange stadswandeling die ik onlangs door Rotterdam heb gemaakt. En hoe langer ik door die straten liep, hoe meer ik ervan overtuigd raakte dat Erasmus op straat zou willen leven en zijn 21e-eeuwse opvoedende geschrift in de taal van de straat zou willen schrijven.

Hoezo dan?

Braafheid

We kennen Erasmus vooral als pedagoog avant la lettre, als een wijsgeer die erop hamert dat alle kwaliteiten van alle mensen (en dus ook die van de vorst) het resultaat zijn van vorming, opvoeding, scholing. We kennen hem daarmee ook als de voorvechter van de studie van het Grieks en het Latijn, iets waarmee kinderen volgens Erasmus niet vroeg genoeg kunnen beginnen.

Waarom? Omdat ons denken en ons karakter gevormd moeten worden, en omdat we daar een vorm voor nodig hebben, een gestalte of structuur waarin dat denken en dat karakter tot hun recht kunnen komen. Die vorm trof Erasmus in zijn tijd uitsluitend en bij uitstek aan in de schone letteren, in wat geschreven stond. Vandaar Erasmus’ pleidooi voor scholing, voor klassiek onderwijs, voor het oprichten van gymnasia, waarin de kinderen zich zouden moeten bekwamen in het lezen van Dimedes, Lucianus, Aristophanes, Valla, Aristoteles, en ga zo maar door.

Maar vandaag de dag zou Erasmus ongetwijfeld heel anders reageren. In zijn tijd ging immers niemand, of nagenoeg niemand, naar school. Tegenwoordig iedereen! In zijn tijd deden de mensen maar wat: ze ploeterden zich lukraak een slag in de rondte en beulden op goed geluk zichzelf en anderen af. Maar tegenwoordig is het één en al schoolse disciplinering, één en al instrumentele efficiëntie, van deeltoets naar deeltoets, in kleine behapbare brokjes.

In zijn tijd hadden kinderen de klassieke literatuur nodig om buiten de vanzelfsprekende kaders te leren denken, om met deugdzaamheid als een menselijk ideaal geconfronteerd te kunnen worden. Maar tegenwoordig heb je heel iets anders nodig om out of the box te leren denken, om te ontdekken dat menselijke deugdzaamheid iets anders is dan schoolse braafheid.

Vandaag de dag zou Erasmus zich vooral zorgen maken over de vitaliteit van onze jeugd, over hun intrinsieke gedrevenheid. Hij zou als werkelijk onafhankelijke denker vermoedelijk al lang geleden van school geschopt zijn, of zelf zijn weggebleven. Hij zou een rapper geworden zijn, vermoed ik, in zijn badjas in Zuid naar de snackbar gaan, net als Jordy Dijkshoorn van De Likt, of tussen zijn trouwe fans in het Schollebos zoeken naar zijn eigen geluid, net als Ronnie Flex, of als Raw Roets overal schijt aan hebben en van vroeg tot laat werken tot hij zoveel shit te delen zou hebben dat iedereen zou willen connecten.

Dit klinkt natuurlijk wel stoer en ongerijmd, maar het klinkt ook zó onwaarschijnlijk en zó onverenigbaar met wat Erasmus in zijn De opvoeding van de christenvorst zelf opgeschreven heeft, dat ik dit beslist verder moet uitleggen en moet onderbouwen”.

Lees het hele betoog van Jan Bransen, De opvoeding van toekomstige politici, Vers beton, 2 juni 2016: https://versbeton.nl
Het artikel is rijk geïllustreerd door Krzysztof Soroka, Nederlands-Pools visueel artiest.

Vers Beton is het online tijdschrift voor de harddenkende Rotterdammer: “We duiden de stad, hebben het beste met haar voor, en richten ons op politiek, kunst & cultuur, stedelijke ontwikkeling, wetenschap, economie en human interest. Vers Beton is geen platform voor snel nieuws of uitgaanstips, maar een plek voor diepgang en reflectie.

vers beton jan bransen opvoeding toekomstige politici