Gesprekken over onderwijsvernieuwing en ict met drie leraren en een hoogleraar
Wat vinden onderwijskrachten van ict in het onderwijs? Wat voor rol moet ict in het onderwijs spelen. Kennisnet ging in gesprek met enkele leraren en een hoogleraar om op die vraag een antwoord te krijgen in de serie Filosofen over onderwijsvernieuwing en ict.
Kennisnet is de publieke ict-partner voor het onderwijs en voorziet het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs van onafhankelijk advies over inzet en uitvoering van ict.
Het eerste gesprek is met Hester IJsseling, filosoof, groepsleerkracht, middenbouwcoach op een basisschool en eindredacteur van het in december 2014 gelanceerde nieuwe tijdschrift De nieuwe leraar.
Over ict vertelt zij onder meer: “Hoe je het ook wendt of keert, die digitalisering lijkt een onomkeerbaar feit, met positieve en negatieve effecten. Wat ik er mooi aan vind is dat het een democratiserend effect lijkt te hebben. Iedereen kan persoonlijk bij vrijwel alle informatie komen. Mensen zijn niet meer afhankelijk van bemiddelaars daarin. Digitalisering lijkt zo de mogelijkheid te vergroten om een onafhankelijk oordeel te vormen. Al kun je dat oordeelsvermogen zelf niet in je eentje ontwikkelen louter door op internet te grasduinen.
Daarin is voor het onderwijs een belangrijke rol weggelegd. Oordeelsvermogen is geen technische vaardigheid die je uit een boekje of via een tutorial op YouTube kunt leren. Daar heb je leraren voor nodig die zelf oordeelkundig en verstandig zijn, en die dat zijn geworden doordat ze zelf goed zijn opgeleid, veel hebben gelezen en gezien en ervaren en daarover hebben nagedacht en met anderen over hebben gesproken.
Naast programmeren zou ik ook meer willen weten over de zogenaamde ‘captology’, de psychologie van de manipulatie die makers van applicaties toepassen om ons maximaal te beïnvloeden. Daar zouden idealiter leraren hun leerlingen ook inzicht in moeten bijbrengen. Ik ben van mening dat mensen die van het manipuleren van anderen hun beroep maken slecht zijn opgevoed en geen manieren hebben geleerd. Daar ligt ook een taak voor scholen: om met kinderen in gesprek te gaan over wat deugt en wat niet. Wat ons terugbrengt tot het belang en de rol van filosofie in het onderwijs. Leer mensen na te denken over wat ze doen. En dat kun je anderen alleen leren als je het zelf, als leraar, ook doet: nadenken.”
“We geloven niet in revolutie”
Het tweede gesprek was een dubbelgesprek met Simon Verwer en Eke Rebergen, beiden filosoof en docent voor de klas. Rebergen doceert communicatie en multimedia design, Verwer logica en argumentatieleer. Samen hebben zij een onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling van het Nederlandse onderwijs opgericht, De Denkfiguren geheten.
De discussie over digitalisering op school is voor De Denkfiguren eigenlijk al achterhaald. Zij voeren een veel fundamentelere discussie over het schoolcurriculum 2030 waarop wordt aangestuurd door staatssecretaris Sander Dekker.
Verwer: “Er wordt iets geschetst van keuzes en vrijheid, maar het wordt gegoten in de infrastructuur die al bestaat. Zoveel natuurkundedocenten, bepaalde methodes, bepaalde resultaten. Maar als je alleen denkt vanuit die infrastructuur kom je er niet.”
Rebergen: “Wij horen niet bij de groep die van het huidige onderwijssysteem afwil, we geloven niet in revolutie. Love the system, dat is ook ons motto. Maar dat betekent niet dat het systeem niet zou moeten veranderen. Daarom is vandaag de dag onderzoek nodig, moeten we ruimte zoeken bínnen het systeem.”
De Denkfiguren hebben onlangs het voorstel gedaan op elke school een ‘creatief directeur’ in te voeren. Verwer: “Dat is goed ontvangen maar de vraag is: blijft het lippendienst of wordt er echt wat mee gedaan? Mensen zien de potentie wel, maar in de praktijk heb je andere ijkpunten, je moet het belang van zo’n directeur hard kunnen maken. Je moet er een rekenformule bij aanbieden die duidelijk maakt hoe dat in de planning kan worden opgenomen. Maar dat is niet een rekensom van tien euro erin, tien euro eruit. Het aanstellen van een creatief directeur staat voor een bepaalde visie op het onderwijs.”
“Het ontbreekt aan gezond onderwijspedagogisch denken”
De derde gesprekspartner van Kennisnet is Ger Biesta, onderwijspedagoog, lid van de Onderwijsraad en auteur van verschillende boeken over onderwijs w.o. The beautiful risk of education dat in februari 2015 in een Nederlandse vertaling verschijnt: Het prachtige risico van onderwijs.
Volgens Biesta “wordt er vergeten dat onderwijs niet alleen een machine is om kennis en vaardigheden over te dragen, maar ook een taak heeft kinderen en jongeren te helpen een plek in de wereld te verwerven en op een volwassen manier in de wereld te staan.”
Met technologie in het onderwijs is in principe niets mis, aldus Biesta: “Onderwijs heeft altijd een technologische component gehad en kan niet zonder: de lei en de griffel, het schoolbord, het schoolboek enzovoorts. Maar technologie dient altijd ten dienste te staan van wat wij – als mensen, als opvoeders, als docenten – met het onderwijs willen bereiken. Pas wanneer we daarover voldoende helderheid hebben, kunnen we kijken hoe bepaalde technologie daarbij kan worden ingezet. Wat dat betreft zie ik toch veel situaties waar de wereld op haar kop is gezet en technologie als ‘feit’ wordt gezien en er dan vervolgens de vraag is wat we er in het onderwijs mee moeten. Vanuit mijn optiek ontbreekt het in de discussie over technologie in het onderwijs aan gezond onderwijspedagogisch denken.”
Voor lezen van de interviews, ga naar site van Kennisnet: Filosofen over onderwijsvernieuwing en ict, januari 2015 (interviews niet meer beschikbaar op site van Kennisnet: https://www.kennisnet.nl).