Skip to main content

De meeste mensen deugen. Nu de macht nog

Europees parlement interieur Brussel

Voor mijn eerstegraads moest ik het grootste deel van Psychology in Education lezen van Anita Woolfolk-Hoy. Het boek weegt zoveel als een gezinsauto en lijkt op een glossy telefoongids. Je kunt er alleen met tegenzin aan beginnen maar al snel blijkt het bizar goed geschreven te zijn en een trucje te flikken met je hersenen. Alles wat er in dat boek staat weet je eigenlijk allang.

Het boek schudt je hersenen als een pak kaarten. Als je een hoofdstuk uit hebt is een stuk van je brein opgeruimd. Je Klavers liggen keurig van A’s tot Koning op een rijtje. In het volgende hoofdstuk zullen je Ruiten geordend worden… 15 keer… er komt geen eind aan maar wat knap je er van op! Je leert niks nieuws, je leert de chronologie, de verbanden, de logica, maar alles wist je eigenlijk wel en dat maakt het lezen van deze gezinsauto een genot. Je voelt je super intelligent en aan het eind ben je beslist virtuoos op het gebied van Psychologie van het onderwijs.

Hetzelfde overkwam me met de pil van Rutger Bregman. De meeste mensen deugen, een nieuwe geschiedenis van de mens. Ook daar begon ik aan met een zekere wanhoop. Het boek is dik en onhandig en als je de band niet wilt knakken kun je er niet ontspannen mee zitten. Het is vlotjes geschreven en refereert constant aan evenementen waar je ooit wel eens van had gehoord in meer of mindere mate. Je stapt er in als een warm bad, Bregman schudt je hersens lekker op en aan het eind van ieder hoofdstuk heb je iets hoopvols goed begrepen en kun je met frisse moed naar het volgende. Hij maakt de titel waar. De meeste mensen deugen. Ik had verwacht dat de titel cynisch was maar nee. De meeste mensen deugen.

Ik was ontzettend toe aan een boek met dergelijke strekking. Ik ben inmiddels vijftig en eigenlijk zo ver dat in mijn ogen de politiek corrupt, het milieu naar de haaien, de mensheid gedoemd en het onderwijs irrelevant is. Ik wil dat hij gelijk heeft en zal hem een rondje het voordeel van de twijfel geven. Vooral zijn mensen met vertrouwen benaderen is een goed idee. Ik ben eigenlijk meer van even kat uit boom kijken, maar inderdaad, wat riskeer je als je vanaf dag één alle vertrouwen geeft? Niks waarmaken. Uitgaan van. Veel slimmer en in het ergste geval loop je een keer tegen de muur, nou dat is dan maar zo. Heb je toch mooi vol vertrouwen en open in de wereld gestaan, en als Alfred Lord Tennyson te denken «better to have loved and lost than never to have loved at all». Wijze woorden en uiteindelijk is dat gewoon een kwestie van een knop omzetten. Ik oefen dat ondertussen een paar weken en tot nu toe gaat het prima. Het is nog een beetje eng en onwennig, maar ik kan niet zeggen dat het tegenvalt.

Wat ik mis in het boek van Bregman is de link naar de huidige politiek. Er staat wel een hoofdstuk 11 in over hoe macht corrumpeert maar dat is te kort en te subliminaal toegesneden op hoe het nu gaat in Den Haag en Brussel. Ik merk in het echte leven dat voor een te belangrijk deel onze politiek vanaf de kop rot is en dat slechts nog het recht van de sterkste geldt. De wetgeving is in Nederland sinds een paar decennia verworden tot slechts een richtlijn. Iets dat je in je achterhoofd kunt houden maar dat altijd ondergeschikt blijkt aan ‘belangen’, een lobby voor iets dodelijks of een handigheidje ter bevordering van de rust van een ambtenaar.

Ouderwetse kernwaarden worden verbluffend gemakkelijk terzijde geschoven. Dit maakt dat integriteit, ruggengraat, betrouwbaarheid en moreel besef gevaarlijke eigenschappen zijn geworden in een maatschappij die niet langer rust op de vertrouwde solide schouders van de Rechtsstaat:

«Dit houdt in dat de overheid al haar handelen baseert op de bevoegdheden die zij van de wet heeft gekregen. De overheid moet zich dus net als de burgers aan de wet houden. Elke beperking van de vrijheid van burgers en elke verplichting die de overheid aan haar burgers oplegt moet berusten op de wet.»1)

Dat waren nog eens tijden. Het is knap verwarrend want ik verkeerde eigenlijk in de veronderstelling dat het goed Burgerschap was als je opstond tegen onrecht, je een kik gaf als je kennis had van misstanden, dat je een mens in nood als vanzelfsprekend verdedigde. Tegenwoordig is het de bedoeling dat je er alles aan doet om geen Klokkenluider te worden, dat je wegkijkt als duizenden verdrinken in onze Middellandse Zee, dat je fotorolletjes verstopt, bonnetjes dieper nog verstopt, ministerieel liegt, 70 burgerdoden vergeet, je dat dan niet kunt herinneren, draait, wegkijkt en als regering moties naast je neerlegt, kinderhandel faciliteert, er vervolgens van wegkijkt, toeslagen onterecht terugeist op inhumane manier, klokkenluiders sloopt, vervolgt en eigenlijk in alles de maffia incarneert.

Geen wonder dat de politiek het vak Burgerschap wil introduceren binnen het funderend onderwijs. Dat lijkt me in deze essentieel. Het is niet iedereen gegeven om weg te kijken, de wet als vage richtlijn te zien, niet te helpen als iemand in nood is en hersenloos te gehoorzamen aan je meerderen.

Bregman’s boek mist dus een hoofdstuk dat ik eigenlijk wel dringend nodig heb… Misschien komt dat in deel 2. De titel van het nieuwe boek? Ongetwijfeld De bestuurlijke uitzondering…

Noot
1)  https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi7hh3726wvo/rechtsstaat

Charlotte Goulmy is lerares Frans

Foto bovenaan gemaakt door Florian Pircher: Europees parlement in Brussel

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.