Skip to main content

Specialist Schaper wil persoonlijker behandeling in de zorg

Op managementsite.nl staat een interview met prof.dr. Nicolaas Schaper, hoogleraar Interne Geneeskunde aan het Maastricht Universitair Medisch Centrum over regelzucht, regelruimte, de positie van de professional en wat het betekent voor de rol van de arts als de patiënt centraal komt te staan. Schaper is gespecialiseerd in diabetes mellitus.
Guido van de Wiel vroeg hem allereerst iets te vertellen over de manier waarop momenteel de diabetesbehandeling in Nederland is geregeld.

Schaper: “Wij zijn in Nederland heel goed in het organiseren van de zorg en ik denk dat we het in veel opzichten ook goed geregeld hebben. De kwaliteit van de diabeteszorg is veel beter dan zo’n dertig jaar geleden. Maar we hebben door de cultuur van spreadsheetmanagement een systeem ontworpen waar iedere patiënt in moet passen. We persen de patiënt als het ware door dat systeem en denken vervolgens dat we de diabeteszorg goed geregeld hebben. Maar als je een gehaktmolen hebt en je draait er allerlei verschillende soorten vlees doorheen, dan krijg je toch maar één ding: gehakt. Dat is de fase waar we in Nederland beland zijn. Vroeger hadden we helemaal niks, toen konden we zelfs het vlees niet bereiden, dus dat is weliswaar een enorme verbetering, maar toch.
Door regels op te stellen en structuren te ontwerpen, is het probleem nog niet opgelost. Wij hebben binnenkort 1 miljoen mensen met diabetes in Nederland en diabetes lossen we voorlopig niet op. Diabetes is een chronische aandoening: iemand heeft het en houdt het, levenslang. Het is een uitdaging voor de komende tijd om de zorg zo te organiseren dat deze kosteneffectief is, maar dat die tegelijkertijd recht doet aan de individuele patiënt en zorgverlener. One size does not fit all.”

Het gevaar is dat bureaucratische handelingen een doel op zich worden

Wat betekent dit spreadsheetmanagement voor de patiënten in de praktijk?
Schaper: “Wij hebben onderzoek gedaan naar consultvoering en veel gesprekken opgenomen. Een mooi voorbeeld is de patiënt die overstuur binnenkomt en begint te vertellen over de echtscheiding waar hij of zij in is verwikkeld. Je hoort de praktijkondersteuner dan zeggen: Ja, dat is heel vervelend voor u. Maar wilt u nu even komen zitten, want ik moet uw bloeddruk meten en ik moet naar uw voeten kijken, want dit is uw jaarcontrole. Aan de ene kant geweldig, vroeger keek men maar zelden naar de voeten en jaarcontroles werden vaak niet gedaan, maar of die procedurele gang op dat moment koste wat kost moest worden gevolgd? Deze patiënt zit met een heel ander verhaal, maar die praktijkondersteuner blijft zich richten op het vullen van de spreadsheet. Dat afvinkgedrag wordt beloond: anders krijgt hij een geïrriteerde huisarts tegenover zich. Dat is verklaarbaar, want de zorgverzekeraar vindt dat er slechte zorg wordt geleverd als de spreadsheets niet zijn ingevuld.
Het gevaar ligt op de loer dat de bureaucratische handelingen een doel op zich worden. Checklists kunnen helpen, maar het wordt een probleem als we allerlei gegevens onder het mom van kwaliteitsindicatoren moeten aanleveren”.

Wat er nodig is

Tegen het eind van het interview vraagt Van de Wiel aan Schaper wat er nodig is?
Schaper: “Wij moeten als professionals meer vrijheidsgraden krijgen om per patiënt een individuele afweging te mogen maken. Nu wordt er vaak een te restrictief beleid gevoerd, waarin het protocol, geschreven voor de gemiddelde patiënt, centraal staat in plaats van de individuele patiënt. Het opzetten van proeftuinen waarin nieuwe medicamenten of andere interventies geïntroduceerd worden en nauwkeurig gevolgd worden, kan hierbij helpen. Tegelijkertijd mag de zorgverzekeraar in zo’n systeem van integrale bekostiging vragen dat het totale budget niet stijgt. Zo worden de zorgverleners gestimuleerd tot bezuinigingen in zorguitgaven die vervolgens weer gebruikt kunnen worden voor innovaties.

Het formuleren van richtlijnen heeft ons gebracht waar we nu staan in de diabeteszorg. Dat is in veel gevallen een heel goed uitgangspunt. Maar ik denk dat een richtlijn een leidraad moet zijn. We zijn nu op het punt gekomen dat we meer tailormade, geïndividualiseerde therapieën zouden moeten kunnen aanbieden. Het is daarvoor nodig om minder veeleisend te zijn als het gaat om het invullen van spreadsheets. De tijd die we daarmee winnen, dienen we in verdere ontwikkeling van een kwaliteitssysteem te steken, waarin professionals doen waar ze goed in zijn en ze verantwoording over de inhoud van zorg moeten afleggen aan hun cliënten en aan hun collegae. Ook de zorgverzekeraars moeten hierbij betrokken worden”.

Lees het hele interview met prof. Schaper: Ons zorgsysteem is soms de grootste vijand van de patiënt, 10 juni 2014, Management site: www.managementsite.nl

In augustus 2014 verschijnt het boek Organiseren met toekomst – van agile tot zelfsturing, onder redactie van Guido van de Wiel, uitg. Academic Service.