De nieuwe leraren doen het zelf
In het artikel De nieuwe leraar doet het zelf door Anja Vink staat dat steeds meer leraren hun onderwijs verbeteren door met elkaar te overleggen, elkaar te coachen en vernieuwende projecten te bedenken, zonder bemoeienis van bovenaf.
Aan het woord komt Arjan van der Meij, leraar natuurkunde aan het Christelijke College De Populier in Den Haag over het verbeterproject leerKRACHT, waarbij – zonder overheidssubsidie – coaches op de werkvloer leraren ondersteunen. Op elke deelnemende school aan het project werd weer een nieuwe coach opgeleid, die met een volgende groep leerkrachten op een nieuwe school aan het werk ging.
Inmiddels, anderhalf jaar later, hebben alle leerkrachten, ondersteunende medewerkers en directieleden van de school het project doorlopen. In de lerarenkamer en lokalen van De Populier hangen nu whiteboards met todo-lijstjes, waar-zijn-we-mee-bezig-lijstjes en smileys.
Van der Meij: “Als eerste staan we elke donderdag in de tweede pauze even met elkaar rond dit bord en bespreken de week. Hoe voel je je? Wat ga je doen? Heb je vragen of zie je ergens tegenop? Vandaar die smileys. Soms komt het neer op simpele zaken als besparing van tijd. Een collega wil een les over elektriciteit geven en een ander heeft daar dan al een les over klaarliggen. Het heeft veel veranderd in de school: we praten weer over ons onderwijs en dat komt de lessen en de leerlingen ten goede”.
Over de leraren Jelmer Evers en René Kneyber, redacteuren van het boek Het Alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs, schrijft Vink dat ze na het verschijnen van het boek in oktober 2014 als het ware worden doodgeknuffeld. Ze doen hun zegje bij schoolbesturen, bij de vakbond en de onderijsinspectie. Maar, aldus Kneyber: “We laten ons niet inpakken. We knuffelen gewoon terug”.
Afgelopen najaar, tijdens het debat over de onderwijsbegroting, toonde ook onderwijsminister Jet Bussemaker zich enthousiast over het boek van Evers en Kneyber. “Ik vind het een uitdagende visie dat het ministerie en de Inspectie dienend moeten zijn aan de leraar en niet andersom. Ik zou zeggen: neem het initiatief en ga ermee aan de slag”, aldus Bussemaker. Niets, zo lijkt het, staat die nieuwe leraar meer in de weg.
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Vink merkt op dat de praktijk weerbarstig is. Al meer dan twintig jaar staat de leraar op de politieke agenda. In 1992 constateerde de commissie-Van Es dat de professionalisering van de leraren achterbleef, leraren te weinig mobiel zijn, hun taakbelasting te hoog is en hun maatschappelijke status te laag. De oorzaak lag met name in het ‘koninkrijk van het klaslokaal’ en het gebrek aan samenwerking met collega’s. Daarnaast hield de kwaliteit van de leraar zelf ook niet over, en dat kwam weer door zwakke beroepsopleidingen en te lage eisen. Negen jaar later, in 2001, concludeerde de commissie-Van Rijn ongeveer hetzelfde. Maar in 2007 stelde de commissie-Rinnooy Kan vast dat er sinds 1992 bar weinig was gebeurd met alle mooie aanbevelingen en de vele miljoenen die daarvoor waren vrijgemaakt.
Klik hier voor volledige tekst van De nieuwe leraar doet het zelf, door Anja Vink, Vrij Nederland, 17 april 2014: www.vn.nl