Inspectie roept op tot dialoog
Inspectie gaat bestuurders afrekenen op zorgkwaliteit
Raden van bestuur en raden van toezicht moeten kwaliteit en patiëntveiligheid meer als kernactiviteit gaan beschouwen. Ze worden daar na 2010 ook op afgerekend. Dat stelt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in het rapport ‘De vrijblijvendheid voorbij’.
In het rapport De Vrijblijvendheid voorbij doet de inspectie verslag van een onderzoek onder instellingen waar besturen – vaak noodgedwongen – zich meer zijn gaan richten op de kwaliteit van zorg. In veel gevallen zijn ernstige calamiteiten aanleiding geweest voor bestuurders om het onderwerp kwaliteit en veiligheid hoog op de agenda te plaatsen.
De tijd is voorbij dat bestuurders vooral oog hadden voor budgetten en financiën en de zorg voor kwaliteit en veiligheid overlieten aan de werkvloer. Althans, als het aan de inspectie ligt:
‘Kwaliteit en veiligheid is een kerntaak van bestuurders, minstens zo belangrijk als de zorg voor de financiën’, zegt Wim Schellekens, hoofdinspecteur Curatieve Gezondheidszorg bij de IGZ.
De patiënt is er de dupe van als bestuurders kwaliteit niet als kerntaak zien. Ze moeten de dialoog met zorgprofessionals op gang houden. Wanneer de veiligheid van de patiënt in het geding is, moeten ze hard en tijdig ingrijpen.
Voor de geestelijke gezondheidszorg doet de inspectie in het rapport nog een extra oproep: er heeft in de ggz weliswaar een professionaliseringsslag plaatsgevonden, maar de autonomie van de professionals lijkt er te zeer ingeperkt. En dat is weer niet goed voor de intrinsieke motivatie om verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit en veiligheid.
‘In de GGZ zie je dat bestuurders te veel zijn gaan bepalen’, zegt Wim Schellekens: ‘Er is te weinig dialoog met de zorgprofessionals. Die laatsten moeten zich meer laten horen, meer een countervailing power zijn.’
Bron: Psy, 27-11-’09