Jos Lamé
Jos Lamé (1948) is psycholoog en organisatie-adviseur. Hij was 31 jaar bestuurder van Riagg Rijnmond. In diezelfde periode kreeg hij twintig jaar lang van de hoogleraren Aad de Roo en Jan Moen de ruimte om binnen TIAS (Tilburgs Instituut voor Academische Studies) en de Universiteit van Tilburg met gastdocenten als de professoren Frank Ankersmit, Paul Frissen, Hans de Bruyn, de architect Lars Spuybroek, de filosoof Ger Groot, de bioloog Thijs Goldsmit en anderen een unieke managementopleiding te ontwikkelen: De Stolte Leergang.
Zijn referentiekader is de semiotiek en het procesmanagement. Semiotiek gaat over (de grammatica van) kijken en interpreteren, van “zin” geven. Hij is geïnteresseerd in de sociale dimensie van organiseren. Hoe komen groepen professionals tot betekenisvol handelen in complexe situaties? Hoe verhoudt zich dat tot andere groepen, die langs andere invalshoeken tot andere betekenissen komen? Hoe los je eventuele verstoringen in dat proces op? Hoe verhoudt die manier van kijken zich tot de klassieke, dominante management routines van – wat hij noemt – het “a-sociaal” organiseren?
Het kenmerk van het a-sociale organiseren is volgens Lamé dat de besluitvorming over de vorm en de inhoud van het werk is losgeweekt uit de lokale context waarin de activiteiten plaatsvinden. Zowel de klanten – gebruikers, patiënten, burgers, leerlingen – als de professionals en hun direct leidinggevenden hebben steeds minder invloed op hun eigen situatie. Besluiten worden in dit tijdperk van globalisering op steeds grotere afstand van de werkplek genomen en vervolgens gecommuniceerd in een discours waarin zaken systematisch worden gepresenteerd als: onvermijdelijk, door iedereen gewenst, onbetwistbaar het beste en evidence based.
De implementatie van die besluiten gaat vervolgens op basis van overmacht die steeds meer kan toenemen door de afbraak van de sociale zekerheid. Wie niet meegaat in het discours verliest zijn/haar positie in het systeem. De situatie van het individu, van zowel de klant als van de professional is daardoor toenemend “precair”.
Geert van Istendael wees in zijn Huizinga lezing van 2012 nog eens op de Latijnse oorsprong van dat woord. Precarius betekent onder meer: “door bidden en smeken verkregen” en “van een anders wil afhankelijk”. Istendael waarschuwt voor de relatie tussen de crises waarin we in Europa telkens weer verkeren en de niets ontziende afbraak van een belangrijke Europese kernwaarde: de onderlinge solidariteit.
Als Riagg-bestuurder kwam Lamé een aantal keren volop in de landelijke publiciteit. Thema’s waren o.m.: het doorbehandelen van chronisch psychiatrisch zieke Nederlandse Marokkanen tijdens hun verblijf in Marokko, het niet tekenen van de zogenaamde “Rotterdamse meldcode tegen huiselijk geweld” en het niet gehoor geven aan het overheidsbeleid dat indertijd fusies tussen instellingen verplicht stelde. Algemene noemer was steeds de botsing met het contextloze, a-sociale organiseren. Marokkanen moesten van de Rotterdamse politiek “vergeten” dat zij deels Marokkaan waren en de banden met hun familie verbreken. Voor Lamé is de essentie van sociale psychiatrie juist dat de zorg geboden wordt in de context van de patiënt. Dat bleek voor een klein bedrag in een aantal gevallen zelfs internationaal heel goed mogelijk te zijn.
De zogenaamde Rotterdamse meldcode tegen huiselijke geweld stond voor het omgekeerde. De Rotterdamse politiek suggereerde dat het hier ging om een regionaal initiatief met een inbedding in een lokale context terwijl het hier ging om een vanaf buitenaf opgelegd Amerikaans model dat in heel Europa ingevoerd moest worden. Kritiek op dit model door lokale partijen werd hard de kop ingedrukt door onder meer het ontslag van een bestuurder van Jeugdzorg en de weigering van de gemeente om de Riagg verder te subsidiëren.
Goed professioneel werken kan volgens Lamé alleen in een setting waarin de balans tussen invloeden van buiten en de ruimte voor interne ontwikkelingen door betrokkenen doorgaans als “gezond” worden ervaren. Voor het gezond maken van dat werkklimaat zet hij zich graag op allerlei manieren in.
(foto gemaakt door Tessa Posthuma de Boer)