Het nieuwe stadmaken
De manier waarop onze steden worden gemaakt is grootschalig en van bovenaf gepland door overheden, coöperaties en projectontwikkelaars. Door de economische crisis gingen bouwplannen niet door en kwam veel werk stil te liggen. Als reactie daarop ontstonden er op lokaal niveau allerlei initiatieven van burgers waarvan er vele in de afgelopen vijf jaar zijn gerealiseerd. Organische gebiedsontwikkeling in de stad bijvoorbeeld, het aanbrengen van maatschappelijke voorzieningen zoals een door bewoners beheerde leeszaal of herbestemming van leegstaand vastgoed.
Maar, deze burgerinitiatieven waren niet alleen een reactie op de crisis, er was al eerder de behoefte bij bewoners aan het zelf bepalen van de eigen leefomgeving, vaak vanuit een gevoel van onbehagen over de inbedding van publiek belang in onze samenleving.
Nu de economie weer wat aantrekt is de vraag: hoe nu verder? Kunnen de initiatieven waarin mensen veel energie hebben gestoken gecontinueerd worden?
De laatste jaren is er iets gebeurd dat waardevol is. Er is een wat we kunnen noemen stadmakersbeweging ontstaan. De initiatieven hebben kwaliteiten toegevoegd waarvoor in het top-down beleid van de overheid nooit plaats zou zijn geweest en niet zouden hebben gepast in het overheidsbeleid.
Burgerprofessionals
Je ziet gebeuren dat mensen die als vrijwilliger in hun eigen wijk actief zijn een professionele achtergrond hebben. Vaardigheden waarmee iemand professioneel zijn geld verdient, kunnen ook als vrijwilligerswerk ingezet worden in de eigen wijk of buurt. Architecten, ontwerpers, stedebouwkundigen, mensen in sociale vakken en mensen die goed kunnen organiseren of van geld verstand hebben.
Zij zijn burgerprofessionals, ze maken een combinatie van vrijwilligerswerk en betaalde arbeid. Ze zijn vaak zzp’ers die de ruimte hebben hun tijd zelf in te delen, in hun vrije tijd actief zijn en hun leefomgeving willen verbeteren.
Er is hier weerstand tegen. Mensen zien deze ontwikkeling als een antwoord op een bezuinigende overheid. Domme mensen gaan onbetaald werk verrichten dat de overheid niet wil betalen.
Volgens Simon Franke is deze reactie een soort koudwatervrees. Franke is uitgever en mede-redacteur van de bundel Het nieuwe stadmaken, waaraan professionals een bijdrage hebben geleverd over hun ervaringen als pionier in de stadmakersbeweging. Hij vertelt dat veel initiatieven niet automatisch een antwoord zijn op de bezuinigende overheid. Burgers willen wel een buurthuis runnen maar ze doen het niet op de manier waarop de overheid dat bij hen gaat bestellen.
Mensen willen hun omgeving inrichten op een andere manier dan door gemeentelijk beleid uitgestippeld wordt. Dat is het waardevolle: “Dat geeft nieuw élan aan dit soort dingen. Er wordt een nieuwe dynamiek op gang gebracht”, aldus Franke. Het antwoord op de vraag hoe het nu verder moet met burgerinitiatieven is dat er een nieuw soort verhouding ontstaat tussen overheid en burger. De overheid kan op de juiste manier ruimte geven aan de burgerprofessional om het nieuwe stadmaken mogelijk te maken.