Zorgverleners zijn trots op hun werk, maar missen waardering van directie
Het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de gezondheidszorg, NIVEL, heeft ruim duizend zorgverleners uit het Panel Verpleging & Verzorging van het NIVEL ondervraagd. Het panel bestaat uit ongeveer 1800 verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders, helpenden en praktijkondersteuners. De zorgverleners werken in ziekenhuizen, de GGZ, de gehandicaptenzorg en de thuiszorg, verpleeg- en verzorgingshuizen en huisartsenpraktijken. Het panel wordt gesubsidieerd door het Ministerie van VWS. Sinds 2001 monitort het NIVEL om de twee jaar de werkbeleving van deelnemers aan het panel.
In Nederland zijn ongeveer 300.000 verpleegkundigen en verzorgenden werkzaam. Samen vormen ze de grootste groep zorgverleners binnen de gezondheidszorg.
Uit Nivels onderzoek blijkt dat de zorgverleners uitermate tevreden zijn over hun contacten met patiënten en leidinggevenden en zich door hen gewaardeerd voelen.
De meeste ondervraagde verpleegkundigen, verzorgenden en andere professionals zijn trots op hun werk in de zorg (87%). Dit is een toename ten opzichte van een peiling vier jaar geleden. Vrijwel iedereen (92%) vindt het werk inhoudelijk leuk en slechts 11 procent denkt er wel eens over om op korte termijn een beroep buiten te zorg te zoeken. De meesten zijn ook tevreden over hun contacten met patiënten en collega’s. Zij zijn daarover meer te spreken, dan over bijvoorbeeld promotiemogelijkheden.
Waardering
Vrijwel iedereen (97%) voelt zich door patiënten gewaardeerd. Ook vindt 82% van de ondervraagde zorgverleners dat hun leidinggevende hen waardeert. Minder vaak ervaren zij waardering vanuit de directie (50%) en ruim de helft (53%) geeft aan dat de directie niet of nauwelijks weet heeft van de feitelijke problemen in de verpleging en verzorging. Dit is laag, maar het is de laatste jaren duidelijk verbeterd.
Thuiszorg
Vooral de verpleegkundigen in de thuiszorg (97%) zijn trots op hun werk. Met 97% zijn zij nog ‘trotser’ dan hun collega-verpleegkundigen in andere sectoren in de zorg. Meer dan anderen ervaren zij in sterke mate de waardering van hun patiënten. Maar ook op andere aspecten beleven zij hun werk anders dan andere groepen zorgverleners. Méér dan de anderen kunnen zij hun werk zelf bepalen, bijvoorbeeld de tijdsbesteding en werkinhoud. Ondanks dat zij vaker overwerken zijn zij relatief tevreden over hun werkdruk. In vergelijking met andere groepen zorgverleners zijn zij het meest tevreden over de groeimogelijkheden en de kwaliteit van zorg. In grote lijnen geldt dit ook voor verzorgenden in de thuiszorg, van wie 91% trots is op het werk.
Beroepstrots
NIVEL-onderzoeker Anke de Veer: “Trotse zorgverleners zijn ook gemotiveerd om goede zorg te geven. Andersom is het ook zo dat je beroepstrots juist kunt ontlenen aan het feit dat je goede zorg kunt geven. Beroepstrots kan versterkt worden door te vertrouwen op de professionaliteit van de zorgverlener en deze meer verantwoordelijkheid en regelmogelijkheden te geven.”
Zie: Verpleegkundigen in thuiszorg meest trots op hun werk, NIVEL, 19 maart 2014: www.nivel.nl