Skip to main content

Verpleegkundige over: “Beste sociale status in de huidige samenleving”

Jij en ik moeten even met elkaar praten…
Het is een gegeven dat we een nijpend tekort hebben aan basisverpleegkundigen en gespecialiseerde verpleegkundigen. Denk bijvoorbeeld aan Spoed Eisende Hulp (SEH), Intensive Care (IC), of de Corony Care Unit (CCU), oftewel de hartafdeling.

De uitspraak van Pieter Derks op NPO radio 1 op 1 juni 2017 over een tekort aan vakmensen en wel 17 managers per verpleegkundige laten mij maar moeilijk los.
Want deels is dit beangstigend waar. Managers zijn in mijn beleving nodig om randvoorwaarden te scheppen binnen een afdeling zodat deze kan functioneren volgens de geldende kwaliteitsnormen en dat zorgprofessionals zorg op niveau kunnen leveren. De basis van iedere verpleegkundige.

Ik denk vaak na over het nijpend tekort dat ons te wachten staat. Recent heb ik deelgenomen aan een carrière-café in het hartcentrum om studenten te motiveren en interesseren voor een baan binnen het ziekenhuis. Daar vertelde een aantal studenten HBO Verpleegkunde mij dat zij met 390 leerlingen in de groep zijn gestart en dat daar nog 210 van over zijn. Dat betekent dat bijna de helft is gestopt.
Het is eng te horen dat in verhouding zo weinig mensen daadwerkelijk in de zorg gaan werken. Maar ik snap het ook, heel goed zelfs.

Toen ik m’n man, Berend Andringa ontmoette, was hij net klaar met z’n MER opleiding (Management Economie en Recht),en werkte hij bij Deloitte, inclusief een lease-auto en laptop van de zaak plus bonussen voor het behalen van targets. Ik, met een afgeronde opleiding HBO Verpleegkunde, in opleiding voor CCU (gespecialiseerd verpleegkundige) had een mountainbike. Deze had ik gekregen van m’n lieve ouders. Voor mij bestond geen fietsplan, mijn ouders waren mijn fietsplan.

Samen gingen wij vaak naar netwerkfeestjes, waar werkelijk een wereld voor deze naïeve verpleegkundige open ging. Kaviaar op m’n bord, wijn in kristallen glazen en dresscodes waar ik nog nooit van had gehoord. Tijdens het eten kwamen dan de grote verhalen over bedrijfsovernames van zoveel miljoen euro, advocaten die oreerden over zaken, en wanneer men dan zijn dagelijkse beslommeringen had geventileerd vertelde ik dat ik verpleegkundige was… dus… en de stilte daalde neder…
Verfrissend vond men mijn beroep. Feitelijk had men eenvoudigweg geen idee wat ik deed want binnen de zakenwereld wordt je niet dagelijks geconfronteerd met top verpleegkundigen 😉

En om onder het genot van de kaviaar (niet te nassen) een enigszins smerig uit de praktijk gegrepen verhaal te vertellen leek mij niet gewenst.
Binnen de voedselketen van sexy en aantrekkelijke beroepen bungelt verpleegkundige, vrees ik, eenzaam en alleen ergens onderaan. Misschien nog net boven de leerkracht die er tegenwoordig ook niet goed op staat en waar de komende jaren eveneens grote tekorten dreigen te ontstaan.

Ik kan, met mijn salaris als gespecialiseerd verpleegkundige, inclusief vergoeding voor het werken op onregelmatige tijden (ORT), goed rondkomen en ik heb niets te klagen. Maar… een vette auto, huis of vakanties zou ik van mijn salaris alleen nooit kunnen betalen. En aangezien status tegenwoordig steeds belangrijker lijkt te worden, zou je denken dat de verpleegkundige het aardig moeilijk heeft. En soms ervaar ik dat ook zo, wanneer ik voor de zoveelste nacht m’n bed uitrol, tijdens de kerstdagen moet werken of een patiënt los moet laten die nog niet mocht gaan. Of wanneer ik, zoals gisteren, word gevraagd om een infuus te prikken bij een moeilijk te prikken patiënt bij wie inmiddels al twee pogingen zijn gedaan. Bij het blijkbaar pijnlijk aanprikken, wat overigens in een keer lukt, hoor ik een familielid tegen de patiënt zeggen “je mag haar slaan hoor als ze klaar is…” Dat vind ik niet normaal en staat voor mij symbool voor het gebrek aan respect en waardering voor het werk dat ik en mijn collega’s dagelijks doen.

Maar… inmiddels heb ik de nodige ervaring en realiseer ik me vaak dat mensen pas de waarde van ons beroep zien wanneer men daar in aanraking mee komt. Of je als patiënt nu directeur van een grote onderneming bent of van een uitkering rond moet komen, zodra je binnen de muren van een instelling stapt maakt dat niets meer uit en word je behandeld op basis van lichamelijke klachten en niet op basis van je sociale status.

Geld, het is prettig om er genoeg van te hebben, zeker als je er mooie kleding van kunt kopen. Maar aan het eind van zo’n werkdag waarbij een moeder van jonge kinderen overlijdt, een patiënt wacht op een harttransplantatie of een papa terminale longkanker heeft dan kom ik altijd terug op de basis. Met geld is bijna alles te koop, maar datgeen dat voor ons de meeste waarde heeft en wat ons grootste goed is, dat is het leven en dat is niet te koop. Dat is nooit zo geweest en het gaat ook nooit gebeuren.

Wanneer ik als verpleegkundige de patiënt in z’n darkest hour bijsta dan realiseer ik me dat geld er niet toe doet, geen invloed heeft en dat kwaliteit van zorg door de mensen aan je bed wordt bepaald en niet door het geld op een bankrekening.

Terug naar het tekort aan verpleegkundigen. Ik heb mezelf voorgenomen om voorzichtig iets meer een uithangbord te zijn voor onze toekomstige zorgtoppers. Ik heb ideeën genoeg om het vak van verpleegkundige innovatief, hip en aantrekkelijk te maken.
We hebben inmiddels een nieuwe CAO, waarmee ons salaris iets omhoog gaat, maar we zijn er nog niet. Deze verhoging is leuk, maar daar kan niemand de huur mee betalen en zolang ik in vergelijk met andere HBO-afgestudeerden geen lease-bakkie, laptop, bonus laat staan een vergelijkbaar salaris heb, staat ons nog een hoop te doen.

Ik ben mijn carrière als opgeleid MBO-verpleegkundige lang geleden in het verpleeghuis gestart. Gisteren trok ik m’n uniform aan en was ik stiekem heel even trots op waar ik ben begonnen en waar ik nu sta. Ondanks die hele spannende status die ik niet heb, heb ik een fantastisch spannende baan waarvan de echte waarde niet met geld te koop is en nooit zal zijn…

Rebecca Hoekstra, verpleegkundige Eerste Hart-Long Hulp (EHLH) Isala ziekenhuis, Zwolle