Tussenrapport ʻHet roer gaat omʼ: wat is er bereikt, en wat niet? Actiecomité ʻHet roer moet omʼ is kritisch

omslag tussenrapportage het roer gaat om april 2016Op de door meer dan vierduizend huisartsen en praktijkmedewerkers bezochte Huisartsbeurs van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) op 2 april 2016 is de tussenrapportage van Het Roer gaat om gepresenteerd waarin de balans wordt opgemaakt én nieuwe veranderingen aangekondigd op het gebied van meer gelijkwaardigheid, minder bureaucratie en kwaliteit.

Onder de noemer Het roer gaat om dragen huisartsen, huisartsenorganisaties, zorgverzekeraars, toezichthouders en overheid samen oplossingen aan voor knelpunten in de huisartsenzorg. De actiegroep van huisartsen Het roer moet om maakte deze knelpunten in het voorjaar van 2015 aanhangig in het Manifest van de bezorgde huisarts.
Het roer ging om. Op 1 oktober 2015 presenteerden huisartsen, eerstelijns-­ en patiënten­organisaties, zorgverzekeraars, toezichthouders en de overheid concrete voorstellen om de knelpunten aan te pakken. Resultaat: Bureaucratie en administratieve lasten zijn teruggedrongen, er is meer ruimte gemaakt voor samenwerking en er is hard gewerkt aan een nieuw kwaliteitsbeleid.

In de tussenrapportage staat: “We blikken terug op de veranderingen in de afgelopen periode. Het wederzijdse vertrouwen is gegroeid, de onderlinge relaties zijn verbeterd. Dat creëerde ruimte voor intensievere samenwerking en stemt positief voor het vervolg”.

Actiecomité blijft kritisch

Het Actiecomité Het roer moet om (HRMO) blijft evenwel kritisch. Huisarts Bart Meijman zegt in een interview met redacteur Carina van Aartsen van Zorgvisie.nl: “Wij zijn wel tevreden in vergelijking met de situatie een jaar geleden, maar we willen de zelfgenoegzaamheid temperen. Gelijkwaardigheid wordt wel met de mond beleden maar sijpelt nog maar langzaam door in het onderhandelproces”.

Meijman hoort van collega’s dat zij moeilijkheden ondervinden aan de onderhandeltafel met de accountmanagers van zorgverzekeraars. Over het basissegment hoeft niet te worden onderhandeld, dat is door de NZa1) grotendeels dichtgetimmerd. De problemen ontstaan in segment drie, de innovatie. Daar zijn huisartsen teleurgesteld over. Huisartsen die een voorstel voor innovatie doen, wordt om een uitgebreide onderbouwing gevraagd. Zij gaan vervolgens hard aan het werk en uiteindelijk volgt toch een afwijzing. Meijman: “Zorgverzekeraars vragen om een businesscase, maar dokters zijn van de inhoud. Juist zorgverzekeraars hebben verstand van financiële onderbouwing. We zouden innovatieve ideeën samen vorm moeten geven. Door op deze manier te reageren, ontnemen zorgverzekeraars huisartsen alle lust tot vernieuwing”.

Schijnkwaliteitskenmerken

Minstens zo ingewikkeld blijkt het kwaliteitsvraagstuk. Daarvoor is een basisconcept ontwikkeld dat nadere invulling behoeft. Zorgverzekeraars willen zich onderscheiden en op vermeende kwaliteitsverschillen kunnen inkopen. Daar hebben zij gereedschap voor nodig, in de vorm van indicatoren. Maar dat is in de huisartsenzorg bijna onmogelijk, zegt Meijman: “Huisartsenzorg is zo breed, dat werkt niet. Veel is niet transparant te maken. Ook de NPCF2) is warm voorstander van kwaliteitsscores van huisartsen ‘zodat je als patiënt kunt zien welke huisarts beter is’. Het is een uiterst taaie discussie om te voorkomen dat er toch weer allerlei administratieve tijd gevraagd wordt om te voldoen aan deze schijnkwaliteitskenmerken”.

Het Actiecomité is voorstander van het verhogen van de eigen kwaliteit door huisartsen. Supervisie, intercollegiale toetsing. Huisartsen moeten zich rekenschap geven van hun handelen en zich toetsbaar opstellen. Het houden van interviews met patiënten in de eigen praktijk is belangrijk om daarvan te kunnen leren. Maar het plan van de NPCF om deze gesprekken openbaar te maken, vindt bij het Actiecomité geen weerklank. Het publiek openbaar maken van informatie vindt het comité een perverse prikkel.
De NPCF is nu in gesprek met de huisartsen over keuze-informatie waarvoor wel draagvlak schijnt te zijn.

In het tussenrapport staat dat er… “Natuurlijk pittige discussies waren tussen huisartsen, zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties en de overheid. En op sommige thema’s hadden we verder willen zijn. Maar het belangrijkste is dat we resultaten geboekt hebben die we een jaar geleden niet durfden hopen. Daarom gaan we door en komen we eind dit jaar opnieuw met een tussenrapportage”.

1) Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

2) Patiëntenfederatie  NPCF

Klik hier voor de Tussenrapportage Het roer gaat om, april 2016.

Tussenstand Het Roer Gaat Om, 2 april 2016: https://hetroergaatom.lhv.nl

Het roer gaat maar langzaam om, door Carina van Aartsen, Zorgvisie, 6 april 2016: www.zorgvisie.nl
Zorgvisie.nl is het online Platform voor Beleid en Management in de Zorg.

U P D A T E

Huisartsen van HRMO hebben het stokje overgedragen aan een nieuwe lichting roergangers uit andere beroepsgroepen. De jonge roergangers zijn apotheker Aris Prins (38), fysiotherapeut Marije de Leur (39) en medisch specialist in opleiding Viola Verhoef (32).
Zie: Nieuwe lichting ‘Het roer moet om’, Arts en auto, 7 april 2016: www.artsenauto.nl

 

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer