Promotie Wilma Boevink: Ervaringsdeskundigheid moet GGZ naar een nieuw plan tillen
Op 13 april 2017 promoveert Wilma Boevink aan de Universiteit Maastricht. Met haar proefschrift HEE! Over herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid in de psychiatrie kan de GGZ er niet meer omheen. Mensen die ernstig en aanhoudend psychisch lijden zijn deskundig.
Wilma Boevink is sociaal wetenschapper en sinds 1991 als onderzoeker verbonden aan het Trimbos Instituut, het landelijk Nederlands kennisinstituut voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke zorg. Sinds januari 2017 werkt Boevink aan de ontwikkeling van het User Research Center, een netwerk van ervaringsdeskundige onderzoekers waarin de Universiteit Maastricht en het Trimbos-instituut partner zijn. Zij is tevens bestuurslid van de Vereniging voor Ervaringsdeskundigen en van Psychosenet, een online platform op het gebied van psychosegevoeligheid.
Met Jim van Os, Philippe Delespaul en Michael Milo werkt Boevink aan de opbouw van De Nieuwe GGZ, waarover in 2016 het boek Goede GGZ! verscheen.
Ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid
Mede op basis van haar eigen ervaringen als patiënt in de GGZ betoogt Boevink dat de kennis van ‘psychiatrische patiënten’ onontbeerlijk is om de hulpverlening naar een nieuw plan te tillen.
Mensen die worstelen met psychische problemen en daardoor psychiatrisch patiënt worden, doen belangrijke ervaringen op. Ze ervaren aan den lijve hoe het is om hun wens om een goed leven te leiden te combineren met de last van ernstig psychisch lijden. Ze ervaren ook als geen ander wat daarbij wel en niet helpt. Ze leren omgaan met de reacties op dat psychisch lijden in onze samenleving en in de GGZ, waarin we klaar staan met stigmatiserende beelden en labels voor ‘ziek’ of ‘afwijkend gedrag’. En ze ervaren wat nodig is om de schuld en schaamte die dat met zich mee brengt, plaats te laten maken voor hoop en vertrouwen. Al die ervaringen vormen een potentiële bron van een nieuwe vorm van kennis en kennisontwikkeling in de samenleving, de GGZ en de wetenschap: ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid.
Boevink pleit niet voor een ‘tegenbeweging’. Ze pleit juist voor verbinding van persoonlijke en collectieve cliëntervaringen en wetenschappelijke kennis. Deze kruisbestuiving wil Boevink niet beperken tot het terrein van de ervaringsdeskundigheid, maar verbreden naar andere kennisdomeinen. Uitwisseling van ervaringskennis, wetenschappelijk kennis én professionele kennis is van belang voor het herstel van mensen die ernstig psychisch lijden en voor een goede ondersteuning daarbij.
In de GGZ wordt al lang gesproken over vraaggestuurde zorg, herstelondersteunende zorg en zorg waarin ‘de cliënt centraal staat’. Toch ervaren nog steeds veel GGZ-cliënten onvoldoende aansluiting en een grote afstand tussen de professionele zorg en de eigen belevingswereld en ondersteuningsbehoeften. Alleen de verdere ontwikkeling en erkenning van ervaringskennis, in gelijkwaardige dialoog met professionele en wetenschappelijk kennis, kan die kloof overbruggen en de GGZ daadwerkelijk naar een nieuw plan tillen, aldus Boevink.
Wilma Boevink promoveert op donderdag 13 april 2017 om 14.00 uur. De promotie is te volgen via een livestream van de Universiteit Maatricht en via psychosenet.nl: www.maastrichtuniversity.nl
Proefschrift van Wilma Boevink: HEE! Over Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid in de psychiatrie: https://assets.trimbos.nl
Ervaringsdeskundigheid moet GGZ naar nieuw plan tillen, Trimbos Instituut, 30 maart 2017: https://www.trimbos.nl
De nieuwe GGZ: www.denieuweggz.nl