Mantelzorgers willen meer zeggenschap
Vandaag las ik een artikel in dagblad Trouw met als titel: Mantelzorgers willen meer zeggenschap. “Formele zorg moet aansluiten op de informele zorg”, aldus Annie Kamp van Mezzo, de organisatie van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg. Zij redeneert als volgt: “Formele zorg moet aansluiten op de informele zorg en niet andersom”, want: “Mantelzorgers zijn gericht op het welbevinden van diegenen die zij verzorgen. De hulpverlener redeneert vanuit de indicatie: welke hulp nodig is, ook vanuit medisch oogpunt”.
Van een verpleegkundige/verzorgende kan niet verwacht worden dat die voor de zorgvrager boodschappen gaat doen of een stukje gaat wandelen terwijl er nog voor anderen gezorgd moet worden. Dat betekent natuurlijk niet dat de verpleegkundigen/verzorgenden niet gericht zouden zijn op het welbevinden van diegenen die zij verzorgen. Dat zij wel degelijk gericht zijn op het welbevinden van de zorgvrager en inderdaad binnen hun mogelijkheden, is voor mij een open deur.
Dat mantelzorgers meer specifieke, aanvullende, zorg kunnen verlenen aan degenen waarvoor zij willen zorgen, staat buiten kijf. Eveneens staat buiten kijf dat deze aanvullende zorg geen luxe is en deze behoefte alleen maar zal toenemen. Wanneer mevrouw Kamp echter stelt dat formele zorg moet aansluiten op de informele zorg, slaat zij de plank in mijn visie, volkomen mis. Het lijkt mij zinniger om te pleiten voor medezeggenschap binnen de gezondheidszorgorganisaties.
Binnen de gezondheidszorgorganisaties roepen alle betrokkenen: Het welbevinden van de zorgvrager staat centraal. Dat roepen de mantelzorgers, de professionals, de behandelaren, de managers, leden van de raad van bestuur, leden van de raad van toezicht. Wanneer je de websites bekijkt van zorginstellingen is het overal fantastisch. In de ene zorginstelling staat de zorgvrager nog centraler dan de andere.
De realiteit is anders want ook in de zorg gaat het om macht: macht behouden en bij voorkeur uitbreiden en de marktwerking draagt daar het nodige toe bij. De eigen bolwerken worden verdedigd en ‘buitenstaanders’ worden op veilige afstand gehouden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat niet de zorgvrager centraal staat, maar het verdedigen van het eigen bolwerk.
Het roepen om meer zeggenschap voor mantelzorgers lost dat probleem niet op en lijkt mij daarom geen zinvolle oproep. Het lijk mij zinvoller dat zorgvragers, mantelzorgers, professionals, behandelaren, managers en leden van de raad van bestuur om de tafel te gaan zitten en komen tot een samen-werkende, samen-lerende en samen-verantwoording dragende organisatie.
In het boek De beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden wordt daar nader op ingegaan. Hierin pleit ik voor een beroepsgroep voor optimale zorg- en dienstverlening waar ook zeker mantelzorgers bij horen te zijn: https://beroepseer.nl