Lopen wij hetzelfde pad? Over Plan van aanpak kwaliteit verpleeghuizen
Goede zorg voor ouderen in de verpleeghuizen draait in essentie om maximaal behoud van zelfrespect en kwaliteit van leven. Zorg die aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt, met warme betrokkenheid van familie en naasten: waardigheid. Zorg die met plezier wordt geleverd door gemotiveerde verzorgenden, verpleegkundigen en behandelaars. Zorg die voldoet aan
hun beroepsstandaard geleverd in een beschermde woningomgeving, waar sprake is van: (beroeps)trots. Dat zijn de sleutelelementen voor liefdevolle zorg voor onze ouderen.
Mooie woorden uit het Plan van aanpak kwaliteit verpleeghuizen (VWS 10-2-2015). Het probleem is duidelijk en waar we naar toe willen ook. De vraag is hoe gaan we dit aanpakken?
Zoals VWS terecht aangeeft is een attitudeverandering noodzakelijk van alle mensen betrokken bij de zorg voor ouderen, van de ouderen zelf (en hun naaste), de zorgprofessionals, bestuurders, inspectie en overheid. Maar hoe verander je een attitude? Door, zoals in het plan van aanpak staat beschreven, allerlei regels en procedures te maken en aan te scherpen? Mijns inziens krijg je een attitudeverandering door zaken transparant te maken, met elkaar in gesprek te blijven over wensen, verwachtingen en verbeteringen en vooral door onze energie te steken in verbeteringen en positief voorbeeldgedrag. De vraag is: welk pad kunnen we het best lopen op weg naar een liefdevollere zorg voor onze ouderen?
Eenieder betrokken bij de zorg voor ouderen kan en zou zijn/haar bijdrage moeten leveren aan een verbetering van de zorg. Ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid. Mijn overtuiging is dat de verandering bottom-up tot stand moet komen. Waardigheid, trots, respect en liefdevolle zorg zijn niet te vangen in (maat)regelen, procedures en sancties. Dat zijn waarden die vanuit de intrinsieke motivatie van mensen betrokken bij de zorg voor ouderen vorm moeten krijgen. Regels en instrumenten van bovenaf (top down) mogen alleen kaders/hulpmiddelen zijn, waarbij moet worden gewaakt voor het demotiverende effect ervan.
Het plan van aanpak van VWS bevat veel vanzelfsprekendheden, waardoor het bij mij een gevoel van wantrouwen oproept. Zo wordt bijvoorbeeld beschreven dat “er meer moet worden geluisterd naar de wensen van bewoners”, en dat “bij slecht functioneren verpleeghuisdirecties harder op de vingers worden getikt door de Inspectie of op non-actief gezet”. Waarom gebeuren deze zaken niet allang? En door deze top down benadering, is het de vraag of het gewenste resultaat wordt bereikt. Het lijkt een plan geschreven uit onmacht en wantrouwen, vol met maatregelen die we kunnen controleren en sanctioneren, de vraag is of hiermee niet een gevoel van ‘schijnveiligheid’ wordt gecreëerd?
Het behoort toch tot de taakstelling van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om (hoog-risico)instellingen (verpleeghuizen) te bezoeken en monitoren en bij slecht functioneren bestuurders hierop aan te spreken? En de IGZ neemt klachten/meldingen van burgers over slechte verpleeghuiszorg toch allang mee in hun besluit om eventueel een toezichtonderzoek te doen. En is het niet logisch dat de zorgverlener in (regelmatig te houden) gesprekken met de cliënt (en zijn naaste) bespreekt welke zorg of ondersteuning iemand wenst? En logisch toch dat dan ook onderwerpen aan bod komen zoals de spanning die kan bestaan tussen het vermijden van risico’s en de kwaliteit van leven?
Deze noodzakelijke professionalisering en attitudeverandering zal door de professionals en hun beroepsorganisaties zelf in gang moeten worden gezet. Daarbij is het de verantwoordelijkheid van de bestuurders van de zorgorganisaties (verpleeghuizen) hun professionals passend te (blijven) scholen, aansturen en aanspreken. Een bestuurder van een zorgorganisatie moet toch als vanzelfsprekend de beste zorg willen leveren ten bate van de gezondheid en welzijn van zijn klanten? Dit is de verantwoordelijkheid van de betreffende bestuurder, en als dit onvoldoende uit de verf komt is het de taak en verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht op hem hierop aan te spreken.
Als het goed is blijft de IGZ op afstand, want deze grijpt alleen in als het misgaat of dreigt te gaan.
Wat inderdaad zou helpen, zoals VWS aangeeft, is dat er meer informatie over de geleverde zorg of nog liever over de gezondheid en het welzijn van de ouderen beschikbaar komt (inclusief klantervaringen). Benchmarks (op verschillende punten) op brancheniveau zouden hierbij zeer behulpzaam zijn. Dat zou bestuurders bewust kunnen maken van waar zij verbeteringen kunnen aanbrengen en zij anders scoren dan collega-organisaties, het zou raden van toezicht helpen meer inzicht te krijgen in de zorg die in hun instelling wordt geleverd (waardoor de goede vragen kunnen worden gesteld) en het zou ouderen en hun naasten inzicht geven in welke organisatie het best passend is.
Een lastig punt bij het inzichtelijk maken van klantervaringen is de kwetsbare positie waarin deze groep zit. Dit is een niet te onderschatten probleem. Zelf mag ik ervaren hoe lastig het is om een zorgorganisatie aan te spreken op verbeterpunten in de zorgverlening, laat staan het te hebben over “het in gebreke blijven”. Nadrukkelijk wil ik dit punt noemen, omdat de kwetsbare ouderen die zorg krijgen in een afhankelijke positie zitten t.o.v. hun zorgverleners. Door het uiten van onvrede is er niets menselijkers denkbaar dan dat dat wordt afgewenteld op de kwetsbare ouderen. Een situatie die nog onwenselijker is, waardoor ongenoegen met wollen handschoenen worden geventileerd. Wat het nog lastiger maakt is als de instelling geuite onvrede niet begrijpt en oppakt en vindt dat ze het prima doen. Je komt dan in een vicieuze cirkel terecht waar je lastig uitkomt. Het voelt als geketende zorg.
Verbetering van zorg voor mensen met dementie e/o verpleeghuiszorg moeten we zien als een doorontwikkeling van zorg waarbij alle betrokkenen hun rol en verantwoordelijkheid moeten nemen. Door transparant te zijn en respectvol met elkaar in gesprek te gaan en blijven over wensen, verwachtingen en verbeteringen, moet het toch mogelijk zijn dat we met elkaar hetzelfde pad gaan lopen ten bate van de gezondheid en welzijn van onze ouderen?
Waardigheid en trots – Liefdevolle zorg. Voor onze ouderen. Plan van aanpak kwaliteit verpleeghuizen, VWS, 10 februari 2015: www.rijksoverheid.nl
Foto: Hetzelfde pad lopen van Frank van Beloois: https://www.fotovanbeloois.nl/