Het omslagpunt naar betere zorg in het verpleeghuis ligt bij de leefwereld
Wanneer we spreken over de leefwereld op een afdeling in een verpleeghuis dan denk ik aan een levendmakende wereld waar mensen elkaar ontmoeten, werkelijk ontmoeten. Allerlei mensen met uiteenlopende culturele en religieuze achtergronden. Allemaal mensen met hun levensgeschiedenis en levenservaring. Allemaal mensen die deze leefwereld levend maken, ongeacht wie of wat ze zijn: de bewoners, mantelzorgers, verzorgenden, behandelaren, langskomende bezoekers. Een wereld waartegen ik, mocht dat nodig zijn, niet met alles wat ik dan nog in me heb, zal verzetten.
Ik denk ook aan een doodmakende wereld waar mensen elkaar nauwelijks ontmoeten, met goddank uitzonderingen, die wel willen ontmoeten. Die weten, beseffen, dat een leefwereld geen werkvloer behoort te zijn.
Voor mij zegt het het woord werkvloer al wat het betekent: werken op de vloer van een bepaalde werkplek. De leefwereld verlaagd tot een werkplek waar verzorgenden niet verzorgen en begeleiden maar werken. Hoe denigrerend klinkt het woord werkvloer wanneer we het hebben over een afdeling binnen een verpleeghuis. Het is denigrerend voor de bewoners en voor allen die zich op de bewoners betrokken weten. Toch wordt dit woord gehandhaafd.
Bevindt de bewoner in een verpleeghuis zich nu op de werkvloer van de verzorgende, of de verzorgende zich in de leefwereld van de bewoner? Binnen het verpleeghuis zien we al hoe er gescheiden werelden zijn tussen de leefwereld – waar geleefd wordt – en de wereld van de managers – de wereld waar gedacht en beslist wordt over de leefwereld. Is de leefwereld ook al verdeeld in een leefwereld voor de bewoners en de werkvloer voor hen die werkzaamheden verrichten, of is de leefwereld een onderdeel van de werkvloer waar alles op de juiste wijze dient te verlopen vanuit een hospitalisatiefilosofie?
Wanneer we stellen dat op een verpleegafdeling de verzorgenden dienen te verzorgen en te begeleiden, is er toch sprake van relatie? Een relatiegebeuren dat voor de bewoners van essentieel belang is om zich goed te voelen, zich als een volwaardig mens te ervaren? Een relatiegebeuren dat ook de verzorgende aanraakt. Wie intens in relatie staat met zijn medemens laat sporen in deze mens na. Dan wordt de inhoud van werken een beroep.
De kwetsbare mens doet een beroep op jou, de verzorgende, en appelleert daardoor op jouw mensbeeld, zowel ten aanzien van jezelf als degene die jou roept. Het gevormde mensbeeld bepaalt ook de kijk op hoe het beroep uit te oefenen van verzorgende.
Je wordt geroepen, laat je roepen om in het gelaat te zien van de ander met al zijn kwetsbaarheid, en jouw reageren op het roepen van die ander zegt wie jij bent. Twee mensen die elkaar ontmoeten. Twee mensen die elkaar nodig hebben. De een om verder tot mens uit te groeien en de ander om diens leven menswaardig te voltooien. Daar past het woord werkvloer niet.
In de verpleeghuizen ligt een enorme nadruk op productie, efficiëntie en protocollen: het werkvloerdenken. Het omslagpunt naar betere zorg ligt bij de leefwereld: het leefwerelddenken. Als het werkvloerdenken heerst over het leefwerelddenken, hoe kan de kwaliteit van zorg en begeleiden dan echt verbeterd worden?