Skip to main content

Dag Premier & Ministers & aspirant Tweede Kamerleden

Dag Premier & Ministers & aspirant Tweede Kamerleden,

Zo in de aanloop naar de verkiezingen is de zorg een dankbaar onderwerp voor discussie. Avond aan avond wordt er georeerd, gedebatteerd en gesproken over de zorg in de vele talkshows. Termen als het moet “beter”, de “vergrijzing” en “wel of geen eigen risico” worden veelvuldig gebruikt.
De zorg, het organiseren ervan en de budgetten kennen grote verantwoordelijkheden U kent dat hoogstwaarschijnlijk ook; verantwoordelijkheden.

Als verpleegkundige met vijftien jaar ervaring wil ik u iets vertellen over mijn verantwoordelijkheden, over mijn werk in het ziekenhuis als verpleegkundige op een spoedeisende hulp voor hart & long patiënt…
In de eerste plaats staat Nederland al jaren in de Top Tien van landen met de beste gezondheidszorg. Zonder twijfel is dat fantastisch! Maar toch verontrust mij iets, namelijk de steeds groter wordende hoeveelheiid verantwoordelijkheden van mij als verpleegkundige.

Ik zal het voor u proberen te schetsen.

Rapportage
Een rapportage is vrij vertaald een manier om de (klinische) toestand van de patiënt aan de hand van een bepaald systeem te rapporteren. Mijn manier van rapporteren is van de ABCD, snel, efficiënt en bondig. A staat bijvoorbeeld voor ademweg. Is deze vrij, dan ben ik blij. Rapportage is voor mij een onderdeel van de kwaliteit van zorg, feitelijk, relevant en objectief.
Wanneer ik u aan tafel fronsend zie zitten omdat u hoort dat er gemiddeld 40% van de tijd wordt besteed aan verslaglegging en notitie ben ik verbaasd. Want tegenwoordig is rapportage niet voldoende, ik moet noteren. Vanuit de overheid, zorgverzekering en de steeds mondiger wordende patiënt is administratiedrift ontstaan. Alles wat ik doe, informeer of verricht, noteer ik.
Ik noteer 30 minuten na binnenkomst de pijnscore in een systeem. Score hoger dan 4? Dan noteer ik wat ik heb gedaan om dit te verlagen. Gaat de patiënt naar huis, dan noteer ik de score opnieuw, logischerwijs is dat 0. Echter, ik noteer.
Ik noteer dat ik de patiënt heb voorgelicht, dat deze de informatie heeft begrepen en dat er verder geen vragen zijn.
Ik noteer de handelingen die standaard zijn en vink de verrichtingen aan.
Ik noteer dat de patiënt naar huis mag, dat hij geïnformeerd is en of hij met/zonder recept naar huis gaat. Dit is alles, noteer ik naast m’n rapportage, die de feitelijke weergave is van de toestand van mijn patiënt.

Al het bovenstaand noteer ik en probeer ik te noteren, ook wanneer de patiëntenstroom maar blijft komen, wanneer ik twee patiënten tegelijk moet opstarten, ook wanneer ik door een patiënt met influenza mij continu moet inpakken in andere kleding, wanneer er een reanimatie tussen m’n opnames doorkomt, wanneer een patiënt instort en patientenbellen blijven gaan. Ook wanneer ik eet, werk ik soms m’n notities bij.

Dus ik noteer…

En vraag me tijdens zo’n dienst voor de zoveelste keer af…
Rapporteren doe ik voor de kwaliteit van zorg, toch?

Noteren doe ik. Tja voor wie eigenlijk? Doe ik dit voor de overheid, de zorgverzekering of de steeds mondiger wordende patiënt…
Soms, soms maakt zich dan een angstig gevoel van mij meester… Dat ik iets ben vergeten te noteren. Want drukte geeft wachttijden en wachttijden geven een ontevreden patiënt.

Dankbaar werk, zeker hoor, maar zodra de patiënt moet wachten omdat er een spoed tussendoor komt, is die dankbaarheid snel verdwenen. En een ontevreden patiënt kan leiden tot een klacht en wanneer ik dan iets niet heb genoteerd, kan dat leiden tot wat… tja daar denk ik liever niet aan
Want wat de patiënt wil is dat hij zo snel en kundig mogelijk wordt geholpen, de overheid wil dat ik efficiënt werk en de zorgverzekeraar wil dat ik alles noteer.
Dus wees alstublieft niet verbaasd wanneer er 40% van m’n dienst wordt besteed aan noteren onder invloed van de opgelegde administratiedrift.

De beste zorg wordt nog altijd geleverd aan bed, in de thuiszorg of in de verpleeghuizen. Wij zijn de mensen die de zorg maken. Die zich laten leiden door passie, innovatie en empathie voor hun patiënten.
Dat is niet te vangen in regels.
Dat gaat vanuit het hart.

De beste zorg wordt niet geleverd door de mensen die achter een bureau allerlei plannen voor de zorg bedenken. Want wanneer het bureau een probleem heeft wil het bureau ook graag direct geholpen worden en niet op de tweede plek worden gezet omdat er genoteerd moet worden.
Het bureau moet er zeker zijn om randvoorwaarden te creëren, maar niet om m’n werk in regels vast te leggen. Want dan verlies ik mijn flexibiliteit en, gelooft u mij, dan is het werken op een spoed en in de zorg echt onmogelijk.
Wanneer u vijf minuten over heeft, zou ik graag eens met u mee willen denken, over een aantal terechte “zorgen” die u en mij te wachten staan en wellicht vinden we een passende oplossing.
Tot die tijd wens ik u veel succes in de aanloop naar de verkiezingen.

Een fijne avond gewenst en wanneer u straks naar bed gaat, verleen ik zorg en pas ik ook een beetje op ons landje.

Rebecca Hoekstra, verpleegkundige Eerste Hart-Long Hulp (EHLH) Isala ziekenhuis, Zwolle