De mythe van zelfredzaamheid ontmaskerd

omslag wie wil er nou niet zelfredzaam zijn 2Richard de Brabander doet onderzoek bij het lectoraat Dynamiek van de stad van Hogeschool Inholland Rotterdam. Hij heeft een artikel geschreven voor Sociale Vraagstukken over zelfredzaamheid, gebaseerd op zijn zojuist verschenen boek Wie wil er nou niet zelfredzaam zijn. De mythe van zelfredzaamheid:

Zelfredzaamheid, eigen regie en eigen verantwoordelijkheid zijn inmiddels verheven tot normen waaraan iedereen in principe en naar vermogen moet willen voldoen. Richard de Brabander plaatst vraagtekens bij de manier waarop deze centrale begrippen van de participatiesamenleving op zelfgenoegzame manier als vanzelfsprekend worden gebruikt.

In beleidsstukken en in de media, overal kunnen we het lezen: Nederland gaat van een verzorgingsstaat over in een participatiesamenleving ‘waarin burgers verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen omgeving en hun eigen leven’. De participatiesamenleving is het medicijn dat de overheid voorschrijft tegen de zieke verzorgingsstaat, die niet alleen veel geld kost, maar bovenal burgers afhankelijk en lui maakt. Met bijbehorende waarden als zelfredzaamheid en eigen regie biedt zij een even noodzakelijk als wenselijk antwoord op het falen van de verzorgingsstaat dat breed wordt omarmd.

Participatiesamenleving’ is geen neutraal begrip en behoeft wel degelijk uitleg

Dat het begrip populair is (in de zin van gewoon), wil nog niet zeggen dat het daarmee werkelijkheid is geworden en geen rechtvaardiging meer nodig heeft. De overgang van een verzorgingsstaat in een participatiesamenleving is een waardevooronderstelling (value assumption) die ongemerkt wordt voorgesteld als een feitelijke beschrijving van onze samenleving. Daardoor wordt de indruk gewekt dat participatiesamenleving een neutraal begrip is dat vanzelf spreekt en geen nadere rechtvaardiging of uitleg nodig heeft. De vanzelfsprekendheid waarmee de participatiesamenleving als panacee wordt opgediend maakt een onbelemmerd spreken en kritiekloze identificatie mogelijk.

De populariteit van de participatiesamenleving is het resultaat van een discourscoalitie. Beleidmakers bij gemeenten en instellingen, onderzoekers, trainers, docenten, sociaal werkers en ook critici nemen als verteller én personage deel aan het verhaal dat zij niet op hun naam kunnen zetten. En dit verhaal (re)construeert een werkelijkheid die het slechts lijkt te beschrijven. Binnen dit verhaal is het onmogelijk om sociale vraagstukken in andere termen dan zelfredzaamheid, eigen regie en participatie te bespreken. Dit betekent niet dat er geen discussie is, maar wel dat elk ander verhaal bij voorbaat in het defensief is gedrongen. Wie een ander verhaal wil vertellen heeft heel wat uit te leggen, terwijl degenen die het populaire verhaal doorvertellen het gelijk bij voorbaat aan hun kant hebben.

Achter zelfredzaamheid en eigen regie schuilt onverschilligheid

Ik ben niet tegen zelfredzaamheid en eigen regie of participatie. Wel zet ik vraagtekens bij de manier waarop deze begrippen op zelfgenoegzame manier als vanzelfsprekend worden gebruikt. Want gewoon of vanzelfsprekend, zo zegt de vermaarde Nederlandse essayist Cornelis Verhoeven, ‘zijn alleen de dingen waarover wij hebben besloten niet meer na te denken’. In het gedachteloos herhalen van wat vanzelf spreekt gaat onverschilligheid schuil. Niet het beroep op zelfredzaamheid en eigen regie, maar het ritueel waarmee dit beroep op ons wordt gedaan leidt tot onverschilligheid. Wie onverschillig is, heeft geen oog voor verschil, voor het andere dat niet binnen het verhaal past. Dat werd een wethouder in Deventer verweten toen zij voorstelde om vrijwilligers en werklozen in te zetten bij de persoonlijke verzorging van mensen. Niet haar voorstel, maar de laconieke manier waarop zij dat onverstoorbaar verdedigde door enkel een beroep te doen op ‘de kanteling die de gemeente voorstaat’ wekte enorm veel wrevel. Maar dit verwijt treft misschien niet zozeer de persoon van de wethouder als wel het beleid als zodanig. Beleid is in de kern onverschillig, omdat het zich in algemeenheden uitspreekt en geen uitzondering toelaat. Het realiseren van beleidsdoelen vraagt ook steeds vaker om eenduidigheid.

Wie zichzelf redt krijgt respect, wie afhankelijk is verliest het

De rituele herhaling waarmee wordt gezegd dat we van een verzorgingsstaat overgaan in een participatiesamenleving ontneemt ons het zicht op een andere mogelijkheid. Een vraag die we volgens mij moeten stellen is: waarom wordt de crisis van de verzorgingsstaat gediagnosticeerd als een gebrek aan eigen regie en eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid en niet bijvoorbeeld in termen van gebrek aan betrokkenheid of geluk. Het antwoord op deze vraag is volgens de Britse socioloog Richard Sennett …

Lees de volledige tekst van De mythe van zelfredzaamheid ontmaskerd, door Richard de Brabander, website Sociale Vraagstukken, 10 mei 2014: www.socialevraagstukken.nl

Meer info over boek Wie wil er nou niet zelfredzaam zijnDe mythe van zelfredzaamheid ontmaskerd, door Richard de Brabander, 2014: https://www.academia.edu/26191843/De_mythe_van_zelfredzaamheid_ontmaskerd_1

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer