Skip to main content

Conflict en botsende belangen: kans voor ambtenaren om lokale democratie te versterken

omslag sprank december2015In Sprank, het tien keer per jaar verschijnende vakblad voor professionals op het terrein van participatie, werk en inkomen staat een interview met Guido Rijnja en Nanke Verloo door Jaap Hoeve over het omgaan met conflict, weerstand en botsende belangen. Overheden hebben er dagelijks mee te maken. Het behoort zelfs tot de kerntaken van de overheid.

Groningers die demonstreren tegen gasboringen, buurtbewoners die een inspraakavond over de komst van een asielzoekerscentrum verstoren: conflicten tussen burgers en beleidsmakers. Ook de wereld van werk en inkomen heeft er geregeld mee te maken. En hoewel weerstand de besluitvorming vaak lijkt te verlammen, kunnen conflicten ook veel positieve energie losmaken, stelt politicologe Nanke Verloo die dit jaar cum laude promoveerde op het onderwerp conflicten in de stad. Door drie verschillende conflictsituaties te onderzoeken, kwam Verloo erachter dat conflict een kans is voor het versterken van de lokale democratie. De stad is volgens haar een theater van sociale interactie. De straten, speelplaatsen en overheidsgebouwen zijn de laboratoria waar mensen onderhandelen over de toekomst van hun buurt, schrijft ze in haar proefschrift. De participatiesamenleving in optima forma dus.

“Iedereen heeft een verhaal”, legt Verloo uit. “En als het doel een democratische samenleving is waarin iedereen een rol speelt, dan is de eerste stap dat je naar alle verhalen luistert”. Ontstaat er een conflict – tussen burgers onderling, tussen burgers en de overheid of bijvoorbeeld welzijnswerkers –, dan betekent dat meestal dat bepaalde verhalen niet gehoord worden. Dat zet mensen aan om naar andere middelen te grijpen”. Er zijn veel meer vormen van participatie dan alleen inspraak, aldus Verloo. “Conflict is een kans om je te verdiepen in de verhalen, in die kleine, alledaagse interacties die leiden tot iemands positie in het debat. Welk relaas zit achter de daden van mensen? Zijn ze ergens boos over? Is er sprake van angst? Of zijn ze misschien kwaad dat ze eerder niet gehoord zijn?”

‘Maar in plaats daarvan kun je ook meebewegen’

Rijnja benadrukt het belang van communicatie bij conflicten en botsende belangen. Rijnja is communicatiewetenschapper en werkt als coördinator algemeen communicatiebeleid bij de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). Hij promoveerde in 2012 op het proefschrift Genieten van weerstand.
Volgens hem is de overheid er om schaarse middelen te verdelen, niet voor de leuke dingen. De slogan van de Belastingdienst luidt niet voor niets ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’. En niet zomaar staat er op de gevel van het Haagse stadhuis ‘Zelfs Jupiter kan het niet iedereen naar de zin maken’ – Ne Iupiter Quidem Omnibus.
Rijnja doet, zeker voor een Rijksvoorlichter, gepeperde uitspraken over beleidsmakers. “Mensen die bij de overheid werken houden van problemen. Ze zouden het liefst de hele dag puzzelen”.

In lastige situaties zijn er twee mogelijke reacties, doceert Rijnja: “Fight or flight. Fight is het doordrukken van een besluit, de aandacht afleiden, spindoctoring. Flight wil zeggen: doorschuiven of vluchten in procedures. De klassieke theorie zet freeze daar nog tussenin: niets doen. Maar in plaats daarvan kun je ook meebewegen en de weerstand tegemoet treden. Wie ergens tegen is, is ook ergens voor. En als je weet wáár iemand voor is, dan weet je ook wat je voor die persoon kunt doen als je je daarvoor openstelt”. Succesvolle ambtenaren genieten van weerstand, ontdekte Rijnja tijdens zijn onderzoek. “Ze hebben bijna altijd door waar mensen naar zoeken”.
Het draait allemaal om communicatie – het Latijnse communicare betekent letterlijk verbinden. “Dat is iets anders dan nog maar weer eens uitleggen waarom je doet wat je doet. Het gaat veel meer om luisteren. Bewoners van het aardbevingsgebied in Groningen snappen best wat het belang van aardgasboringen is. Wat we nu zien is een enorme coming out van de Groningers, ze laten eindelijk van zich horen. Dat is het gevolg van vele jaren waarin ze kennelijk niet in staat zijn geweest om te zeggen wat ze wilden zeggen”.

Van procesdesign een democratisch proces maken

Als de belangen bekend zijn, is het ontwerpen van een proces waarin iedereen gehoord wordt en waarin niet direct over de oplossing wordt nagedacht, maar over de inrichting van dat proces, volgens Verloo de eerste stap die moet worden gezet: “Je kunt van het procesdesign ook een democratisch proces maken, waarbij ook de overheid stakeholder of belanghebbende is en niet alleen de beslisser. Als al vastligt wat de uitkomst wordt – ‘dat asielzoekerscentrum komt er hoe dan ook’ – doe dan niet alsof burgers kunnen participeren in de besluitvorming”.
Rijnja adviseert: “Probeer het eens met kleine tafels. En trek eens een hele middag uit in plaats van de bijeenkomst in anderhalf uur te proppen. We hebben altijd gedacht dat de verhouding tussen overheid en publiek verticaal was, maar het is juist de horizontale relatie die het ‘m doet: hoe praten mensen met elkaar? Je zou het ook een ‘tussenheid’ kunnen noemen.”

Lees het hele interview met Rijnja en Verloo: ‘Wie ergens tegen is, is ook ergens voor’, door Jaap Hoeve, Sprank, 16 december 2015: www.divosa.nl

In Sprank van 16 december 2015 wordt de vraag gesteld: “Durven gemeenten te vertrouwen op andere partijen?” Met eindejaarsdebat over de toekomst van het sociaal domein: www.divosa.nl