Resultaten onderzoek naar mening leden Britse onderwijsvakbonden
In 2010 hadden de Britse onderwijsvakbonden de meeste leden van alle vakbonden*). De verklaring was dat leraren zich aansluiten bij bonden vanwege bescherming tegen onjuiste beschuldigingen. Maar dat was niet de hele verklaring. De onderwijsstaking van november 2011 had tot gevolg dat twee derde van de scholen dicht ging. Zouden de leraren dan die linkse “ideologen” zijn, voor wie de Britse – conservatieve – Minister van Onderwijs Michael Gove had gewaarschuwd? Als dat zo zou zijn, waarom had dan slechts 40 procent van de leden van de onderwijsvakbonden NASUWT en NUT gestemd voor een staking? Bent u daarover verbaasd?
Loic Menzies was wel verbaasd. Hij is directeur van LKMco, een in het Engelse Cambridge gevestigde “denk-en actietank” voor onderwijs en jeugd. Menzies besloot in 2012 na te gaan waar deze tegenstrijdigheid vandaan kwam. LKMco doet onderzoek naar beleid, voert actie en werkt voor scholen, leraren en onderwijs- en jeugdinstellingen.
Een groots project werd gelanceerd voor onderzoek naar wat leraren en schoolhoofden vinden van onderwijsvakbonden. De opzet was een degelijk, accuraat en onpartijdig onderzoek. Onderdeel daarvan was het verzamelen van video’s waarin leraren konden vertellen waarom ze lid zijn van een vakbond, te zien op de website van LKMco.
De vragen van LKMco:
– Waarom worden leraren en schoolhoofden lid van een vakbond?
– Op grond waarvan maken zij hun keuze van welke vakbond ze lid willen worden?
– Wat verlangen ze vooral van hun vakbond?
– Zijn ze tevreden met de manier waarop de vakbonden te werk gaan?
Daarnaast zouden ook onderzocht worden:
– De visies van schoolhoofden over de interactie met de vakbonden
– De visies en ervaringen van leraren die geen lid zijn van een vakbond
– Pf recente gebeurtenissen hebben geleid tot verandering van mening over vakbonden
In april 2012 verscheen er een 96 pagina’s tellend rapport met de resultaten van het onderzoek, getiteld Collectivists, Functionalists & Critics: What do teachers think of their unions?
Een greep uit de resultaten:
– De algemene tevredenheid met de vakbonden is erg hoog. Tevredenheid is afhankelijk van de taken van de bonden. De minst gewaardeerde taken zijn die welke de leraren het minst belangrijk vinden, zoals geïnformeerd worden over onderwijs, opvoedkunde en beleid. Ongeveer driekwart van de ondervraagde leraren is tevreden over de vakbond.
– Hoewel de tevredenheid onder de respondenten over het algemeen hoog is ten aanzien van taken die te maken hebben met persoonlijke steun en hulp, is de waardering lager ten aanzien van collectieve zaken zoals brede onderwijsthema’s (49% van de respondenten) en het verbeteren van de positie van de leraar (57% van de respondenten).
– Leraren zijn verdeeld in hun mening over het beter worden van het onderwijs als gevolg van inspanningen van vakbonden. Eenenvijftig procent van de ondervraagden gelooft dat onderwijs beter af is door toedoen van de vakbonden. Vijfenveertig procent vindt dat lid worden van een vakbond de plicht is van elke leraar.
– De leraren die vinden dat de Conservatieve Partij het meest aansluit bij hun ideeën, neigen ertoe minder tevreden te zijn met het actievoeren van de vakbonden (slechts 40% is tevreden). Ze vinden dat de bonden het onderwijs niet verbeteren (slechts 17% vindt dat onderwijs beter is geworden door toedoen van de bonden). Maar, meer dan zestig procent van de conservatieve respondenten is over het algemeen nog steeds tevreden met de bonden, als de voor hen geldende belangrijkste taken worden uitgevoerd.
– De meeste leraren – bijna driekwart van de respondenten – vindt lidmaatschap “waardevol en de moeite waard”, maar neigt ertoe dat eerder te beschouwen als “noodzakelijk dan wenselijk” (tweederde van de respondenten). Een kwart van de ondervraagde leraren geeft er de voorkeur aan geen lid te zijn van een bond als er een alternatief zou zijn.
– De gebeurtenissen van het afgelopen jaar**) hebben een polariserende werking gehad op de mening van leraren over de vakbonden. Een kwart van de respondenten staat positiever tegenover de bonden en een kwart minder positief.
Collectivisten, functionalisten en critici
De ondervraagden waren ingedeeld in drie categorieën: collectivisten, functionalisten en critici. De indeling is uitsluitend gebaseerd op de houding jegens de bonden.
Collecitivisten hebben sterke gevoelens jegens de bonden. Ze geloven dat vakbonden het onderwijs verbeteren en dat lid zijn een plicht is van elke leraar.
Functionalisten zijn tevreden met de vakbonden maar vinden niet dat ze het onderwijs verbeteren. Ze weten wat zij willen van hun bonden en krijgen het ook. Zij willen deel uitmaken van een organisatie die hun steunt, strijd voert en hen beschermt. Bonden kunnen dat en doen dat. Zoals een leraar het verwoordde: “De enige reden waarom de meeste leraren lid zijn van een vakbond is vanwege juridische bescherming en aansprakelijkheid voor als ze in moeilijkheden raken inzake gebeurtenissen in de klas of een arbeidscontract. Het heeft niets te maken met politieke onderwerpen”. De meeste functionalisten vonden campagne of actie voeren voor het onderwijs “niet erg belangrijk”.
De critici vinden niet dat het onderwijs beter is geworden door toedoen van de bonden. De meesten zijn lid van een vakbond, maar als er een alternatief was, zouden ze het lidmaatschap opgeven. Iemand merkte op dat “ze het beroep nogal schade toebrengen”. Sommigen zijn geen lid van een vakbond maar overwegen een alternatief. Hoewel ze critici zijn, zijn deze leraren niet allemaal ontevreden. Zoals bij de functionalisten, is voor velen de hoofdzaak steun krijgen, en die krijgen ze ook. Ze neigen tot kritiek op die aspecten van het vakbondswerk die niets te maken hebben met steun en bescherming; van staken houden ze niet zo erg. Critici maken ongeveer 15% van de ondervraagden uit
De indeling in drie categorieën leraren noemen de onderzoekers archetypen. Maar, leraren zijn uiteraard niet volledig in te delen en de onderzoekers benadrukken dan ook dat veel leraren zich bewegen tussen de categorieën in. Met deze indeling hopen de onderzoekers verder onderzoek te vergemakkelijken.
Noten:
*) Volgens de Ofice of National Statistics was 27 procent in 2010 van alle werknemers in Groot-Brittannië lid van een vakbond. In het onderwijs was dat bijna het dubbele. Het ledenbestand betreft niet alleen leraren, maar ook ander onderwijspersoneel.
**) Bedoeld zijn de grote stakingen van de publieke sector in 2011 in Groot-Brittannië.
Download hier het volledige rapport: Collectivists, Functionalists & Critics: What do teachers think of their unions? door Loic Menzies, LKMco Ltd., 2012: https://www.edapt.org.uk
Website van LKMco met video’s van leraren over hun lidmaatschap van een onderwijsvakbond: www.lkmco.org
Misschien is het aardig, in een tijd van beschimpen van vakbonden – of meewarig het hoofd over hen schudden – het artikel in het tijdschrift Red Pepper te lezen: Mythbuster: The truth about the unions (november 2011). Zie www.redpepper.org.uk
Ook te downloaden als pdf: https://www.redpepper.org.uk/unionsmythbuster.pdf
In het Nederlands vertaald – Acht mediamythes over de vakbond ontkracht – op de site van DeWereldMorgen.be (14 november 2012): www.dewereldmorgen.be