Personeelsonderzoek wijst uit: ambtenaren zijn negatief over zichzelf en hun leidinggevende
Ambtenaren bij gemeenten, provincies en het rijk vinden zichzelf minder vakbekwaam, minder bevlogen en minder betrokken dan andere medewerkers in de publieke sector. Over hun leidinggevenden zijn ze slecht te spreken”, schrijft Jos Moerkamp van het veertiendaagse tijdschrift Binnenlands Bestuur no 2 (2015).
Dit blijkt uit het tweejaarlijkse Personeels- en mobiliteitsonderzoek 2014 (POMO) van het ministerie van BZK, dat op 30 januari 2015 verschijnt. Aan het onderzoek deden 24.000 werknemers in de publieke sector mee (ongeveer 15 procent). Daarvan werken er ruim 9.000 bij het rijk, provincies, gemeenten of waterschappen. De gehele sector scoort hoog op tevredenheid, vakmanschap, betrokkenheid en bevlogenheid. Opvallend is dat het openbaar bestuur achterblijft.
Vakmanschap
Vooral rijksambtenaren hebben verhoudingsgewijs weinig fiducie in zichzelf. Ze beoordelen hun eigen vakmanschap het laagst van de gehele publieke sector. Rijksambtenaren volgen ontwikkelingen in hun vakgebied minder goed dan andere publieke werkers en ze doen minder hun best om beter te presteren. Ook medewerkers van provincies, gemeenten en waterschappen halen het gemiddelde vakmanschap van de publieke sector naar beneden
Bevlogenheid
Nog iets droeviger is het gesteld met de bevlogenheid van ambtenaren. Ook hier schieten rijksambtenaren er in negatieve zin uit, op de voet gevolgd door gemeenteambtenaren. Ze vinden zichzelf respectievelijk 4,3 en 3,3 procent minder bevlogen dan de gemiddelde publieke werker. Ze zijn aanzienlijk minder trots op hun vak of werk, gaan ‘s morgens vaker met tegenzin naar hun werk en eenmaal achter hun bureau zijn ze minder geïnspireerd. Leerkrachten in het basisonderwijs zijn veruit de meest bevlogen groep in de publieke sector: 5,5 procent boven het gemiddelde.
Betrokkenheid
Betrokkenheid bij de organisatie scoort onder provincieambtenaren bijna het laagst (3,3 procent onder het gemiddelde) van de gehele publieke sector, gevolgd door gemeente- en rijksambtenaren. Ze zien organisatievraagstukken minder als hun eigen probleem, zijn minder gehecht aan hun organisatie en voelen zich er minder thuis. Defensiepersoneel is het meest betrokken (4,5 procent boven het gemiddelde). Betrokkenheid bij de organisatie mag dan verhoudingsgewijs laag zijn, de betrokkenheid bij de publieke zaak is hoog. Een bijdrage leveren aan het algemeen belang vinden werknemers bij de rechterlijke macht het belangrijkst, gevolgd door provincieambtenaren, politiemensen, gemeenten, universitair medewerkers en rijksambtenaren.
En wat leidinggevenden betreft: Van de gemeenteambtenaren was in 2014 maar liefst 27 procent (zeer) ontevreden over hun leidinggevende.
Lees het artikel verder op de site van Binnenlands Bestuur: Ambtenaren negatief over zichzelf en hun baas, door Jos Moerkamp, 29 januari 2014: www.binnenlandsbestuur.nl
Personeels- en mobiliteitsonderzoek 2014 (POMO): www.pomo2014.nl (Site is opgeheven).
Zie: website Kennisbank Openbaar bestuur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken waarop info over Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (PoMo): https://kennisopenbaarbestuur.nl