Skip to main content

De mens in het uniform: hoe ga je om met ingrijpende ervaringen?

Op 21 mei 2015 nam ik bij Stichting De Basis te Doorn deel aan een symposium met workshops voor samenwerkingsrelaties vanuit Defensie, Politie en Brandweer. Het droeg de titel: De mens in het uniform; hoe ga je om met ingrijpende ervaringen? Minister Ard van der Steur van Veiligheid & Justitie opende het symposium.

Het viel me op dat de minister in zijn toespraak in wezen zijn voorganger Ivo Opstelten kopieerde. Natuurlijk, het was wel te verwachten dat hij het beleid van zijn voorganger zou voortzetten, maar er waren wel verdacht veel overeenkomsten in zijn tekst. Hij sprak over het belang van samenwerking tussen de verschillende groepen geüniformeerden en noemde de Basis als plek waar die samenwerking gestalte krijgt. Uiteraard memoreerde hij de samenwerking tussen defensie en politie waar het gaat om ketenzorg voor veteranen uit groen als blauw met psychische problemen. De minister stak, net als zijn voorganger, de loftrompet uit naar de dienders die 24/7 met de poten in de modder staan, een stap vooruit zetten waar burgers terugdeinzen. Hij uitte, net als zijn voorganger, zijn afschuw over het geweld en de agressie tegen hulpverleners en liet er eveneens geen gras over groeien dat de overtreders keihard zouden worden aangepakt.

Wat mij eigenlijk meer raakte was dat Van der Steur met geen woord repte over de stand van zaken m.b.t. de reorganisatie of de CAO-onderhandelingen. Het was wrang te moeten constateren dat, op het moment dat hij zijn speech hield voor zo’n tweehonderd mensen in Doorn, tegelijkertijd in Den Haag duizenden politiemensen demonstreerden voor een betere CAO en dus ook voor meer erkenning voor het beroep.
Het was maar goed dat het symposium zoveel interessante onderwerpen bood. Daardoor verdween de speech van de minister al snel naar de achtergrond.

“Afnemers” in plaats van politiemedewerkers

Uit het overzicht van de workshops kon ik opmaken dat het thema Human Resource Management (HRM) regelmatig aan bod kwam. Teleurstellend vond ik dat het nieuwe Hoofd PDC/HRM Desirée Roesink niet aanwezig was. Ik had haar graag willen spreken over haar recente uitspraak in het korpsblad van de Nationale Politie, 24/7, dat het HRM de politiemedewerkers voortaan afnemers zou noemen, in plaats van collega’s. Gevoelsmatig waren er bij haar nog wel twijfels over de juiste benaming, maar uiteindelijk werd binnen het HRM formeel gekozen voor het begrip afnemers. Ik schreef hierover voor het bondsblad de Politie van de Nederlandse Politiebond (NPB) de column: “Afnemers”.

In de workshop van Wendy van de Spijker, teamchef Meldpunt PTSS (Posttraumatische stressstoornis), liet ik weten dat die opmerking van Desirée Roesink kwaad bloed zet bij politiemedewerkers. Sommigen aanwezigen wisten ervan, anderen helemaal niet. De politiemedewerkers die in grote getale aanwezig waren, weten voortaan hoe zij door het landelijke HRM worden gezien. Het lijkt erop dat de politieorganisatie trekjes begint te vertonen van een productiebedrijf. Het begrip Personeelszaken wordt steeds meer naar de achtergrond verdrongen en de kloof tussen werkvloer en management groeit gestaag verder. Cynisch genoeg klopt het eigenlijk wel omdat personeelsbeleid binnen een organisatie/bedrijf van oudsher het geheel van maatregelen behelst, gericht op arbeid dat helpt de organisatiedoelstellingen te verwezenlijken. Hier neigt de aandacht veeleer naar de doelstellingen geleid te worden in plaats van naar de (zieke) mens binnen die organisatie. Deze opvatting staat bijna haaks op de titel van het symposium en op de inhoud van de workshops. Intussen is genoegzaam bekend dat de politie al jaren ernstig tekortschiet in de aanpak en registratie bij langdurig ziekteverzuim.

Na de openingsspeech van de minister kon iedere deelnemer naar eigen keuze bepalen aan welke van de dertien workshops, verdeeld over negen zalen, hij of zij wilde deelnemen. Ik koos voor het Programma Versterking professionele Weerbaarheid, het expertisecentrum Veilige Publieke Taak en zoals gezegd het Meldpunt PTSS.

In de workshop Programma Versterking Professionele Weerbaarheid, gepresenteerd door Hilde Heitkönig en Nanette Slagmolen, werd vooral de nadruk gelegd op thema’s als alertheid, aandacht en bewustzijn, om door te krijgen of je al of niet in balans bent. Het ging derhalve niet uitsluitend over de lichamelijke en fysieke fitheid, maar vooral ook over het morele aspect (persoonlijke betekenis) van het politieberoep. In de discussie richtte ik mij voornamelijk op de grote verschillen tussen wat de organisatie als doelstellingen pretendeert en hoe het er in de werkelijkheid (praktijk) uitziet. Integrale Beroepsvaardigheid Training (IBT) blijkt in de praktijk nog lang niet het gewenste en vaak door politiek en korpsleiding uitgesproken niveau (in tijd en diversiteit) te halen en politiemensen krijgen ook nog steeds te weinig faciliteiten geboden om zichzelf in eigen tijd te trainen. Dat klonk mij vertrouwd in de oren. Blijkbaar is er, sinds mijn pensioen in 2012, op dat gebied niet zo gek veel veranderd. Volgens de presentatoren van de workshop wordt er wel hard gewerkt aan verbetering van die programma’s en wordt er gestreefd naar uitbreiding van het aantal uren voor IBT en fitheid.

Omgang met psychisch verwarde personen

In de workshop over het expertisecentrum Veilige Publieke Taak, gehouden door Marina Arends, zorgcoördinator Forensisch ACT team*) (vanuit de psychiatrie) te Utrecht, vernamen wij hoe omgegaan kan en volgens Marina eigenlijk móet worden met psychisch verwarde personen. Hoe begrip problemen als agressie kan voorkomen. Communiceren was volgens haar het sleutelwoord.
Er kwamen onmiddellijk verhalen op tafel over verwarde, agressieve en onhandelbare personen, die door de politie van straat werden gehaald, in het politiebureau tijdelijk werden ingesloten, en vervolgens, nadat een psychiatrisch team ‘n uurtje met de persoon had gesproken, op straat werden gezet. Uiteraard kwamen ook de initiatieven door en vanuit de politie om voor eigen (tijdelijke) opvang te zorgen, aan de orde.

De laatste workshop was die over het meldpunt PTSS. Opvallend was dat de deelnemers in het algemeen zeer positief waren over de gang van zaken tot en met de erkenning door de Landelijke Commissie PTSS, maar dat er ook stagnaties en problemen ontstonden vanaf het moment dat er concreet iets uitgevoerd moest worden door de korpsen (als gevolg van de erkenning van PTSS als beroepsgerelateerd).
Wendy van de Spijker vond verder dat de tijd was aangebroken dat PTSS als een normale ziekte zou worden gezien. Zij bedoelt daarmee dat iedereen binnen de organisatie tot het besef komt dat risicovolle beroepen nu eenmaal ook het risico van een PTSS betekent. Tegelijkertijd is PTSS voor veel gerelateerde organisaties big business geworden: hulpverlening, training, begeleiding etc. Hierin schuilt het gevaar dat individuele mensen ongewild in (financiële) mallemolens terechtkomen en zodoende van de regen in de drup terechtkomen.

Al met al een mooi symposium, dat werd afgesloten met een borrel en buffet. Die gelegenheid werd uitgebreid benut om nader kennis te maken met allerlei aanwezigen, zoals een aantal casemanagers PTSS, die sinds kort zijn aangesteld om medewerkers met PTSS persoonlijk door de complexe procedures te begeleiden.

Website van Nederlands Veteraneninstituut, voorheen Stichting de Basis: https://www.wep.nu/algemeen/stichting-de-basis-is-nu-nederlands-veteraneninstituut-nvi/

*) ACT – Assertive Community Treatment. Voor mensen met complexe psychiatrische en/of verslavingsproblematiek in combinatie met ernstige sociale en maatschappelijke problemen.

www.deblauwediender.nl