Skip to main content

Megan Sturhoofd wint essaywedstrijd ‘Rechtspraak om op te bouwen’. Pleidooi voor toegankelijke en mensgerichte rechtspraak

“Mijn stamboom kent geen seizoenen. Het is al bijna 80 jaar winter en de meeste takken zijn afgestorven voordat ze bladeren konden krijgen. Als ik door fotoalbums blader, herken ik de frons van mijn vader, de lach van mijn broers en mijn eigen ogen in kleine wazige plaatjes van mensen die nooit meer zullen knipperen. De zeventienjarige Mauritz zou nooit iets van de wereld zien, ook al hoopte hij dat wel toen hij met zijn broertje Nathan op een overvolle trein naar Oost-Europa stapte. Sophie van 16 ging nooit studeren in haar stad, Amsterdam, en Roza zou haar koosnaam ‘Rootje’ nooit ontgroeien, omdat ze op haar dertiende verjaardag werd vermoord in Sobibor”.

“Mijn stamboom puilt uit van kinderen die niet op mochten groeien, maar Max had het geluk dat hij zijn jeugd kon doorbrengen in stoffige kelders van vriendelijke onbekenden. Als kind zat ik op het puntje van mijn stoel als opa Max vertelde over de keer dat ze waren verraden of als mijn tante Ruth haar mouw opstroopte om haar nummer uit Auschwitz te laten zien. Ik begreep het niet en kon het ook niet begrijpen, maar het verlangen om te begrijpen was er wel”.

De subjectiviteit van het recht

“Hoe kon er zulk onrecht plaatsvinden? Het is een tijdloze vraag, omdat onrecht nu eenmaal van alle tijden is. Nog steeds heeft geen wet of rechter een einde kunnen maken aan racisme, kansenongelijkheid of discriminatie. Maar wat we nu onwenselijk vinden, is dat niet altijd geweest. Voor velen leken de donkerste bladzijdes van onze geschiedenis op het moment zelf smetteloos, omdat ze met de wet beschreven waren. Zo was niet alleen de onderdrukking van joden legaal, maar kende ook de trans-Atlantische slavenhandel een juridische basis”.

“Het naleven van de wet kan daarom nooit als garantie voor rechtvaardigheid beschouwd worden. Net als de wet, wordt ook de moraal ingevuld naargelang tijd en plaats. Het is dan ook onmogelijk om de rechtsstaat op basis van een absolute, tijdloze waarheid in te richten. Dat objectief recht nooit meer zal zijn dan een streven, hoeft echter niet de doodsteek voor de rechtspraak te betekenen. Zonder dwingende, absolute waarden hebben we juist de ruimte om onbelemmerd over rechtvaardigheid te discussiëren. Pas als we dat erkennen, zijn we vrij om de hoognodige verandering aan te brengen”.

Essaywedstrijd

Bovenstaande alinea’s vormen het begin van het winnende essay van de essaywedstrijd voor studenten ‘Rechtspraak om op te bouwen’ dat tijdens de Week van de rechtspraak van 2021 door het gerechtshof Den Haag was uitgeschreven. De jury heeft het essay van rechtenstudent Megan Sturhoofd (Universiteit Utrecht) als winnend essay uitgeroepen.

De jury: “Het essay vormt een bijna poëtisch beginnend gesprek. De lezer wordt meteen meegenomen in het persoonlijk verhaal, dat is getekend door onrecht over generaties heen. Een helder betoog volgt, over het universele verlangen naar recht door de eeuwen heen, over de zoektocht naar rechtvaardigheid. Centraal staat de oproep om oog te hebben voor kwetsbaarheid: ‘Uiteindelijk zijn het dus geen universele waarden die ons binden, maar is het de kwetsbaarheid van de een die een concrete verplichting oproept bij de ander’. Waarna de schrijver eindigt met het belang van investering in de toegankelijkheid van het recht, voor iedereen. Want ‘Het is pas echt onrechtvaardig als je niet tegen onrecht in verzet kan komen’.”

Lees het hele essay van Megan Sturhoofd, Rechtspraak om op te bouwen – Een pleidooi voor toegankelijke en mensgerichte rechtspraak, Rechtspraak, 3 februari 2022: www.rechtspraak.nl

Essaywedstrijd ‘Rechtspraak om op te bouwen’: www.rechtspraak.nl

 

Foto bovenaan is van Edward Lich: Vrouwe Justitia

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.