Helft van huisartsen twijfelt aan doorgaan met praktijk. Hoe komt dat, en wat doen we eraan?
Ruim de helft van de huisartsen zegt niet te weten of zij in de aankomende vijftien jaar door zullen gaan met hun werk. Slechts twintig procent van de deelnemers denkt in 2037 nog steeds huisarts te zijn.
Dat blijkt uit een onderzoek onder 620 huisartsen, uitgevoerd door Spit – coöperatie van freelance onderzoeksjournalisten – in opdracht van dagblad Trouw en weekblad De Groene Amsterdammer. Van de overige artsen die reageerden op de enquête gaf twaalf procent aan binnen vijftien jaar met pensioen te gaan.
Een huisarts uit Wijk en Aalburg reageerde op de site van artsenvakblad Medisch Contact dat over de enquête berichtte met de verzuchting: “Huisarts; eens het mooiste vak dat er bestond….! Wat is er toch allemaal gebeurd..?”
In 2021 meldde onderzoeksinstituut van de gezondheidszorg Nivel dat slechts vier procent van de huisartsen in opleiding een toekomst voor zich ziet als ‘waarnemer.’ De meesten willen een eigen praktijk (62 procent), of in vast dienstverband (34 procent). Maar de werkelijkheid dwingt ze die dromen bij te stellen: maar liefst twintig procent van de huisartsen werkte in 2019 als invaller, in 2010 was dit nog tien procent. Het aantal huisartsen met een eigen praktijk neemt al jaren af: van 84 procent in 2000 tot nog maar zestig procent in 2019.
Waarom?
Spit ondervroeg voor De Groene Amsterdammer twintig huisartsen over hun werk. Bijvoorbeeld waarom steeds meer huisartsen bedankten voor de verantwoordelijkheden van het vak dat ze zo liefhebben?
De antwoorden betreffen: de werk-privébalans, zware nacht- en weekenddiensten, het tekort aan ondersteunend personeel, een almaar uitdijend takenpakket (taken moeten uitvoeren waarvoor ze onvoldoende zijn toegerust), hoge huisvestingskosten en problemen elders.
Over de GGZ blijken de grootste zorgen te bestaan. Die zijn begonnen sinds de invoering van de Basis-GGZ in 2014. Ruim tachtig procent zegt vaak tot heel vaak verantwoordelijk te zijn voor patiënten met psychiatrische problemen waarvoor zij zeer weinig kunnen betekenen. Medio 2015 wees een GGZ-peiling van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) die door 1878 huisartsen was ingevuld al uit dat huisartsen een toename zien van zware psychische problematiek in de spreekkamer.
“Het verbaast me dat artsen in het veld zich dit allemaal laten welgevallen”
De problemen zijn in het afgelopen decennium al vele malen aan de orde geweest: via enquêtes, actiegroepen, protestacties, manifesten, stakingen, petities, denksessies, rapporten. Een greep daaruit:
Het roer moet om; Het roer gaat om; Verontruste huisartsen; De Woudschotenconferentie van januari 2019 over de toekomst van de huisartsenzorg; Landelijk onderzoek naar langdurige stressfactoren bij huisartsen (november 2012); Hartenkreet van de huisarts, met talloze verontrustende huisartsenervaringen (oktober 2019); (Ont)regel de zorg; de Nieuwe GGZ; een zelfsturende zorggroep die nu eens echt het belang van de huisarts voorop wil gaan stellen (augustus 2016); Manifest spoedzorg praktijkhoudende huisartsen Westfriesland (juni 2018); Brandbrief van huisarts over werkdruk (mei 2018); Open brief met krachtig protest van huisartsen college van B&W gemeente Oss (maart 2015); 86 procent van huisartsen is voor afschaffen marktwerking in de zorg (september 2012); Manifest voor vrije artsenkeuze (november 2014); Petitie Red de vrije artsenkeuze (2014); Het grote zorgdebat ‘Kiezen voor zorg’, (mei 2010); Open brief van VP Huisartsen (maart 2020); Rechtszaak Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze tegen zorgverzekeraars (november 2018); Brief aan Tweede Kamer van Interfacultair Overleg Huisartsgeneeskunde over toegankelijkheid van zorg met pleidooi voor meer tijd van huisartsen voor patiënten (december 2017); Manifest ‘Zelf aan het roer’ van VvAA (juni 2016); Oproep van VP Huisartsen aan artsen en zorgverleners om werk een uur neer te leggen (juni 2014); Actiedag Merkbaar minder regeldruk (oktober 2015).
Dit is nog maar een greep…
“Het verbaast me dat artsen in het veld zich dit allemaal laten welgevallen”. Een toepasselijke uitspraak van een inmiddels gepensioneerde huisarts, in mei 2013. Nieuwe regels, branchenormen, protocollen en allerhande voorschriften, ze worden bijna dagelijks over de beroepsgroep uitgestrooid.
De vragen blijven rijzen. Wie wil er nou nog een eigen praktijk? staat er boven het artikel in De Groene Amsterdammer. Het antwoord daarop weten we intussen. De vraag die daarop volgt luidt dan ook: Hoe zorgen we ervoor dat huisartsen wat te zeggen hebben over hun eigen beroep en hun eigen praktijk? Immers, de huisartsen hebben in de afgelopen jaren een veelvoud aan oplossingen aangedragen voor de problemen. Ze zijn op de hoogte en weten wat er moet gebeuren om goed werk te verrichten voor hun patiënten in hun eigen praktijk.
Lees verder in De Groene Amsterdammer over de persoonlijke verhalen van artsen: Wie wil er nou nog een eigen praktijk? door Roos Menkhorst en Catrien Spijkerman, 4 mei 2022: www.groene.nl
Helft van de huisartsen weet niet of ze huisarts willen blijven, door Simone Paauw, Medisch Contact, 5 mei 2022: www.medischcontact.nl
Aanbevolen boek: Het alternatief voor de zorg: https://beroepseer.nl/het-alternatief-voor-de-zorg/
Foto boven is van Freepik: www.freepik.com
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie