Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp
Nu veel gemeenten met forse tekorten op de jeugdhulp kampen, krijgen budgetplafonds, keukentafelgesprekken en wachtlijsten de sector opnieuw in de greep. Die terugval is onverstandig en onnodig. De pijnlijke gevolgen van de broodnodige veranderingen moeten bij de sector worden gelegd, niet langer bij kinderen, jongeren en ouders.
Dat de jeugdhulp anders en beter kan blijkt uit het zojuist verschenen boek Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp, onder redactie van Dorien Graas, Annemiek de Klein, Jeffrey Stevens, Thijs Jansen en Gerard van Nunen.
Het boek is een uitgave van Stichting Beroepseer en verschijnt in de Boekenreeks Beroepseer.
De noodzakelijke omslag in de jeugdhulp wordt allang voorgeleefd door vernieuwers die met de vaste reflexen van de sector gebroken hebben, zich dienstbaar opstellen en laten zien dat er een andere en betere jeugdhulp mogelijk is. Dit boek bevat tegendraadse oplossingsrichtingen uit de wetenschap en beroepspraktijk die de weg wijzen naar een jeugdhulp waarin gezagsvolle en vakkundige professionals eindelijk kunnen doen wat écht nodig is.
Het boek bevat bijdragen van onderzoekers, ervaringsdeskundigen en professionals, onder wie: Laura Batstra, Jason Bhugwandass, Tom van Yperen en Wim Gorissen, Peer van der Helm en Vrank Post, Marije Kesselring, Anke van Dijke en Linda Terpstra, Elize Lam en Ingrid Ligtermoet, Ferko Öry, Arne Popma, Bert Wienen; Marsha de Vries.
Daarnaast beschrijft het boek de praktijk en inzichten van vernieuwers, onder wie: Marco Mout van WALHALLAb; jongerenwerker Yassin Settout; Corina Schenk van Briedis Jeugdbeschermers; Suzanne de Ruig van de JIM-aanpak, Nely Sieffers van UW Ouderplatform, Erik Gerritsen, secretaris-generaal van het ministerie van VWS; Annemiek de Klein en Monique van den Dries van Buurtzorg Jong; Rob de Munck en Anneke Veenstra van Gezinshuis.com; Tim Robbe, aanbestedingsjurist;Evelyn Visschedijk van Garage 2020.
De bundel bestaat uit drie delen. Het eerste deel bestaat uit een inleiding en het hoofdstuk ‘Wat was de bedoeling van de Jeugdwet?’ Het tweede deel bevat analyses van de belangrijkste keerzijden van het huidige jeugdhulpstelsel. Er worden enkele prangende problemen behandeld, zoals aanbestedingsproblematiek, wachtlijsten, een gebrek aan zeggenschap voor ouders en onnodige problematisering van jeugdigen. Juist deze problemen staan goede jeugdhulp in de praktijk sterk in de weg.
Het derde deel gaat over oplossingen en geslaagde voorbeelden van hoe het anders en beter kan.
De bundel wordt afgesloten met een krachtig manifest voor een werkelijk vernieuwde jeugdhulp die écht doet wat nodig is.
Klik hier voor complete inhoudsopgave van Écht doen wat nodig is.
Hier vind je een korte boektrailer.
Presentatiebijeenkomst op 21 november 2018
Op woensdag 21 november 2018 werd het boek Écht doen wat nodig is gepresenteerd op het DRU Industriepark in de gemeente Oude IJsselstreek in de Gelderse Achterhoek. Deze bijeenkomst was tegelijkertijd de eerste inhoudelijke bijeenkomst van het Alternatieven-kabinet. Na de presentatie werd er op basis van het boek tijdens het eerste Alternatieven-lab gezocht naar duurzame oplossingen voor de problemen in de jeugdhulp.
Hier vind je het geschreven verslag.
Hier vind je het video-verslag.
Verkoop
Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp is te bestellen voor € 25,-. https://beroepseer.vrijeboeken.com
Reacties
Harold Aalbers, gezinshuis-ouder schreef op Linkedin op 7 december 2018 hoe hij geïnspireerd is door Écht doen wat nodig is. Over de waarde van verrassen, voordoen en voorbeeld zijn: https://www.linkedin.com/pulse/%C3%A9cht-doen-wat-nodig-harold-aalbers/
Reacties (2)
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Beste Bert Reintjes,
Dat is precies de reden dat Stichting MeeleefGezin van start is gegaan, zorgen dat kinderen zo goed mogelijk bij ouders kunnen opgroeien, als er sprake is van psychische/psychiatrische problemen bij (één van) de ouders. Daar hebben ze steun bij nodig. Zij missen vaak een stabiel netwerk om op terug te vallen. Niet iedereen kan een beroep doen op zijn (groot)ouders, zoals in jullie geval. Ouders vragen vrijwillig om een meeleefgezin en dat is een moedige stap, daar hebben we bewondering voor. Een meeleefgezin kan ook de rode draad blijven in het leven van een kind, dat zich goed kan hechten aan meerdere vaste volwassenen, als een tijdelijke uithuisplaatsing even nodig is. Bezoeken kunnen plaatsvinden bij het meeleefgezin, wat ook voor de ouders een vertrouwde plek is geworden.
We hebben nu 1x meegemaakt dat een kind van 5 jaar door een periode van decompensatie van de moeder uithuis werd geplaatst, terwijl er een geweldig meeleefgezin al 4 jaar betrokken was. Hetzelfde advies als jij schrijft: neem geen contact op met het pleeggezin, terwijl het meeleefgezin zelf het kind tijdelijk wat meer hadden kunnen opvangen. Een uithuisplaatsing was dus niet nodig geweest. Er wordt niet eens naar geïnformeerd. Het kind was daar vertrouwd, ook met de kinderen van het meeleefgezin. En ook de moeder heeft vertrouwen in het meeleefgezin. Nu heeft dit jonge kind 2 pleeggezinnen gehad. Het eerste zal een crisisplek zijn geweest. Vraagt íemand zich af wat dit voor een kind van 5 jaar betekent? Twee keer in een vreemd gezin en niet meer de moeder en het meeleefgezin zien? Er wordt langs elkaar heen gewerkt! Ouders én meeleefouders moeten meer serieus genomen worden. Als ze samen de zorg voor het kind hebben, moeten ook beiden betrokken worden. De protocollen hebben MeeleefGezin vast nog niet in de richtlijn staan. Kan die richtlijn hierop aangepast worden? Eerst kijken naar het netwerk! MeeleefGezin zorgt juist dat ouders die veelal weinig netwerk hebben, dat kunnen opbouwen met een meeleefgezin. We vinden toch dat het belang van het kind voorop moet staan? En dan hebben we het, los van de emotionele problemen, nog niet over de kosten die ermee gemoeid zijn. En de kosten moeten naar beneden? MeeleefGezin is een interventie van twee jaar, daarna gaan de gezinnen op eigen kracht verder. Een meeleefgezin kost niets als het eenmaal langer dan twee jaar een kind of meerdere kinderen opvangt. Het is 1 gezin 1 prijs voor de het tot stand laten komen van een duurzame verbinding, juist omdat we er rekening mee houden dat ouders tijdelijk een terugval kunnen krijgen. Dat past bij kwetsbaarheid, dat kan gebeuren en moeten we met respect benaderen. Deze moeder is een fantastische moeder, die heel goed zorgt voor haar kind, ondanks haar kwetsbaarheid. En ze heeft een prachtig meeleefgezin met kinderen in haar leeftijd en net iets jonger. Daar had de betrokken pleegzorg instantie naar moeten kijken. Lees ook het artikel in de NRC van 18-1-2019: Rust met het meeleefgezin. Het kind maakt deel uit van het meeleefgezin.
Beste mensen,
Ik zou graag in contact willen komen met één van de genoemde personen te weten Thijs Jansen, Jos de Blok, Toosje Valkenburg en Marco Mout.
Ik ben al een jaar bezig aandacht te vragen voor veranderingen in de jeugdzorg.
Ik heb in de jaren zeventig leiding gegeven aan een organisatie en heb de ouders in verzet zien komen op de manier hoe instellingen omgingen met hun kinderen als zij uithuis worden geplaatst. Dat hebben zij met succes gedaan en het beleid veranderde in een paar jaar.
Het verbaasd mij zeer dat 45 jaar later hetzelfde taalgebruik en beleid door de jeugdzorg wordt gehanteerd zoals ook in de jaren zeventig werd gebruikt nl.: “In het belang van het kind” en “onveilige situatie” met daarbij het beleid dat kinderen die uit huis worden geplaatst gezegd wordt: “zij moeten leren onthechten, loslaten, leren leven met herinneringen en rouwverwerking”. Zo is het ons vergaan toen onze dochter niet meer voor ons kleinkind kon zorgen, 6x een suïcide poging deed en wij onze dochter en kleinkind in huis namen. Van de ene op de andere dag werd ons kleinkind bij ons opgehaald en in een pleeggezin geplaatst en werd gedreigd dat zij maatregelen zouden nemen als ik contact met het pleeggezin zocht dat ik zelf had aangedragen bij de jeugdzorg.
Als sociaal-pedagoog hebben vanaf 1995 meer dan 2000 gezinnen mijn hulp ingeroepen en hen ondersteund bij hun situaties waar draagkracht-draaglast volledig scheef was gegroeid. Ook heb ik ondersteuning geboden aan een jeugdzorgorganisatie die totaal anders met de problemen omgaat dan de jeugdzorg in Utrecht. Zij riepen mijn hulp in betreffende kinderen die zeer veel aandacht vragen.
Ik heb hierover contact gehad met het ministerie van VWS en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Zij onderkennen dat het anders moet maar geven aan dat het “veel tijd” vraagt.
Ook heb ik contact met de gemeente Utrecht omdat het klachten regent bij de gemeente.
Ik denk dat het veranderingsproces heel gemakkelijk is om te buigen. Ik loop al een hele tijd met de gedachten om een manifest (diverse aandachtspunten heb ik op papier gezet en ook bij VWS neergelegd) op te zetten en daarvoor een landelijke actie te starten.
Ik hoor graag van u
Groetjes
Bert Reintjes
Stichting ICF-Taksatieschaal