Skip to main content

De werkende mens: roeping versus regels

De werkende mens, De Groene Amsterdammer van 31 oktober 2018

Het nieuwe (dubbel)nummer van De Groene Amsterdammer is gewijd aan De werkende mens: roeping versus regels. Onze baan is onze passie, maar ondertussen gaan we gebukt onder werkdruk, regels, algoritmen en flexcontracten.
In de Inleiding schrijven Xandra Schutte en Evert de Vos: “Postbode Ellen loopt haar wijk terwijl haar baas via de ‘Mijn Werk’-app van PostNL over haar schouder meekijkt. Op de minuut nauwkeurig bepaalt de app hoe ze moet lopen en hoe lang ze erover mag doen. Wie te veel tijd nodig heeft, wordt daarover aangesproken. Wie het werk in minder tijd blijkt te kunnen, krijgt ook minder salaris.
Vroeger was de postbode een bekende figuur in de buurt, die vaak een praatje maakte en zelfs problemen signaleerde. Nu is hij of zij een anonieme flexwerker die juist géén belangstelling voor de omgeving mag hebben, want dan protesteert de app”.

Een van de artikelen in dit nummer gaat over beroepszeer en beroepseer: Wie meet mag het zeggen. Marcel ten Hooven heeft daarvoor een uitgebreid interview gehad met Thijs Jansen en Gabriël van den Brink. Beiden waren met Dorien Pessers de samenstellers van de in 2005 gepubliceerde bundel Beroepszeer – Waarom Nederland niet goed werkt die een gevoelige snaar in werkend Nederland raakte: de miskenning van beroepseer. De tekst op de achterflap van het boek luidde: “Vroeger was het parool op de werkvloer ‘wie er verstand van heeft, mag het zeggen’. Tegenwoordig maken daar juist degenen die er géén verstand van hebben de dienst uit. Stop de wildgroei van duurbetaalde bestuurders, managers en consultants”. Deze bundel staat aan de basis van stichting Beroepseer, waarvan Thijs Jansen directeur is sinds 2015. Met Alexandrien van der Burgt, die directeur was tot 2015,  heeft hij de stichting opgericht in 2006. Het lijkt erop dat de missie van de stichting nu pas goed begint door te dringen.

Het moet allemaal snel, vlug, vlug, vlug

Ten Hooven begint Wie meet mag het zeggen met een andere postbode. Het contrast met de postbode uit de Inleiding spreekt voor zich: “De adressering in meisjeshandschrift luidde niet meer dan : ‘Oma, Oud Ade’, maar het was postbode Ton Plugge zijn eer te na om de ansichtkaart als onbestelbaar terzijde te leggen. ‘Het was tegen Kerstmis. Ik dacht: ik mag zo’n meissie toch niet teleurstellen?’ vertelt hij. ‘Dus ik vraag de mevrouw van het dorpswinkeltje: welke oma zou dat nu kunnen wezen? Ze gaf me vier mogelijke adressen. En ja, één ervan was raak! Da’s zo mooi hè, als dat lukt.’ Hij denkt niet dat oma in Oud Ade haar ansicht nu nog bezorgd zou krijgen. ‘Daar hebben die gasten tegenwoordig helemaal de tijd niet voor, joh, om zo’n adres op te snorren’, zegt hij over de postbodes die nu zijn oude ronde lopen. ‘Ze krijgen voor twee uur per dag of zo uitbetaald en dan moeten ze het hele zwikkie hebben afgewerkt. Da’s krap, hoor. Het moet allemaal snel. Vlug, vlug, want tijd kost geld.’
Postbode is een van die vakken die van hun beroepstrots zijn ontdaan, als gevolg van de moderniseringsdruk om het werk – zo heet het in de taal van het management – ‘efficiënter en doelmatiger’ te maken. De eigen methodes die Plugge en zijn collega’s ontwikkelden om alle post in de juiste bus te krijgen, hebben plaatsgemaakt voor de pseudo-zekerheid van het ‘track and trace-systeem’: ‘U kunt uw bezorger vandaag tussen 9 en 17 uur verwachten”.

Een contractje voor een paar uur per week

Het interview met Jansen en Van Brink eindigt met een bericht over plannen van Post NL. Als postbode Ton Plugge hoort van het plan van PostNL om postbodes ook in te zetten voor andere klussen in de wijk, zoals het opnemen van waterstanden, de controle van de staat van onderhoud van wegen en het signaleren van eenzaamheid moet hij grinniken: ‘Geloof jij het?’ zegt de oud-postbode. ‘Een postbezorger krijgt tegenwoordig een contractje voor een paar uur per week. In die tijd moet hij zijn ronde hebben gelopen. Denk jij dat-ie dan nog tijd heeft om een uurtje aan de deur met een eenzame ziel te staan praten? Die tas moet leeg! Dit zijn loze kreten van PostNL. Als je ook waterstanden moet gaan opnemen, wegen controleren en met eenzame mensen praten, dan moet je wel verstand hebben van waterstanden, van wegen en van eenzame mensen, maar ik zie het niet gebeuren dat PostNL al die mensen met dat kleine contractje daartoe opleidt. Als ik jouw stukje zou schrijven, dan zou jij toch ook zeggen: Ton, laat dat de volgende keer maar zitten?”.

Een greep uit de inhoud van De Groene Amsterdammer over ‘de werkende mens’, no 42 – 31 oktober 2018

  • Inleiding: Onze baan is onze passie. Maar ondertussen gaan we gebukt onder algoritmen en regels, door Xandra Schutte & Evert de Vos
  • Werk is meer dan een loonstrook. Socioloog Richard Sennett is optimistischer en linkser geworden, door Rutger van der Hoeven
  • Als onze baan onze identiteit bepaalt, is ons geestelijk welzijn in gevaar, door Arthur Eaton
  • Waarom hoogopgeleide jongeren vaker kiezen voor makkelijker werk, door Roanne van Baren
  • Waarom de maaltijdbezorger zijn fietsers elk recht wil onthouden, door Coen van de Ven
  • Bij populaire werkgevers draaien stagiairs voor een schamel loon volwaardig productie, door Bram van Vulpen
  • Stress en lage lonen beheersen het leven van Berlijnse creatieven, door Merlijn Schoonenboom
  • Er is in Nederland géén burn-out-epidemie, maar er lijden wel veel werkende mensen aan geestelijke uitputting, door Margreet Fogteloo en Rosa van Gool
  • Hoe professionals vastlopen in de beheerscultuur waarin alles meetbaar moet zijn, door Chris van der Heijden
  • Beroepszeer: Door de meetmanie geeft werk steeds minder bevrediging, interview met Thijs Jansen en Gabriël van den Brink, door Marcel ten Hooven

De werkende mens, De Groene Amsterdammer, 31 oktober 2018

De Groene Amsterdammer,
jaargang 142, nr 44, 31 oktober 2018
www.groene.nl/artikel/de-werkende-mens

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.