De medezeggenschap is dood. Leve de medezeggenschap!
Het boek Beroepstrots bevat een interessant artikel van Edwin Lambregts over de levensvatbaarheid van de medezeggenschap. Het begint als volgt: Laatst was ik als organisatieadviseur te gast in een vergadering van een ondernemingsraad (or). Op de agenda stond de behandeling van een zojuist ontvangen adviesaanvraag, die na lang vijven en zessen met de bestuurder eindelijk op de deurmat was geland. Het betrof de voorgenomen inkrimping van de verkoopafdeling van het bedrijf.
De or-voorzitter trapte af: ‘Ik stel voor dat we de adviesaanvraag eerst pagina voor pagina doornemen, en dat we daarna een aantal vragen formuleren voor de bestuurder. Iedereen mee eens?
Ok, daar gaan we dan, pagina één …’ Frits, een or-lid dat ik onlangs had leren kennen en op mij een indruk had achtergelaten van een degelijk en precies man, nam meteen het woord: ‘Ik lees hier in de eerste alinea dat het management alle mogelijkheden kritisch tegen het licht heeft gehouden. Ik vraag me af wat hij hier bedoelt met kritisch.’
Geloof het of niet, maar de or was vervolgens een vol half uur bezig over een passende definitie van het begrip kritisch. En over hoe ze eerst maar eens met de bestuurder in gesprek moesten over of zijn opvatting over kritisch wel overeenkwam met het streven van de ondernemingsraad naar maximale zorgvuldigheid. Met kromme tenen stak ik uiteindelijk mijn vinger op: ‘Mijne dames en heren, wat vinden de medewerkers eigenlijk van dit reorganisatieplan?’
Alsof ze water zagen branden keken een aantal ogen mijn kant op. Oeps! Was de raad in de voorbije weken helemaal vergeten de achterban te consulteren.
Dit voorval is een nogal extreem voorbeeld van een probleem dat ik opvallend vaak tegenkom in Nederland medezeggenschapsland.
Na jaren als adviseur van management en ondernemingsraden te hebben gewerkt ben ik tot de conclusie gekomen dat het medezeggenschapsmodel ‘oude stijl’ stevig aan erosie onderhevig is. Er is in toenemende mate sprake van een kloof tussen de organisatiepraktijk van alledag en de rituelen die bestuurders en ondernemingsraden met elkaar opvoeren.
De veranderingen waaraan arbeidsorganisaties blootstaan worden door de medezeggenschap wel opgemerkt, en men praat er wel over (met elkaar en met het management), maar men lijkt er geen onderdeel van te zijn of te willen zijn.
Dit zijn nogal harde constateringen. U zult zich als lezer afvragen of deze conclusies wel terecht zijn. En áls ze al een kern van waarheid bevatten, of ze dan van toepassing zijn op alle ondernemingsraden in álle bedrijven en instellingen. Terechte vragen, waar ik in de loop van dit artikel antwoord op zal geven.
Is het echt zo erg? En wat valt er aan te doen?
Lees het artikel van Lambregts in het nieuwe boek Beroepstrots. Klik hier voor meer info.